Dassault breidt uit via overname Ortems

Dassault Systèmes heeft Ortems overgenomen. Dit Franse bedrijf is gespecialiseerd in software voor het plannen en optimaliseren van productie- en distributieprocessen, te gebruiken binnen het eigen bedrijf en via de cloud. Met de overname van Ortems breidt Dassault zijn aanbod uit voor de volgende generatie productie- en toeleverketenprocessen. Dit als aanvulling op de bestaande Delmia Quintiq-functionaliteit voor ketenplanning en -optimalisatie, voor het plannen, uitvoeren en verbeteren van wereldwijde productieprocessen. Ortems complementeert Dassaults Delmia-applicaties, waaronder ook Delmia Apriso. Deze oplossing biedt klanten ervaringen voor alle gebruikers van een digitaal productieproces, door alle productie- en ketenplanningsprocessen te integreren binnen een uniform datamodel.

Ortems’ Agile Manufacturing en Plannerone-oplossingen worden gebruikt voor het managen van productieprocessen in slimme fabrieken. Omgevingen waar een verregaand gesynchroniseerd it-systeem de interacties tussen virtueel ontwerpen en fysieke productie ondersteunt. Ruim zestien duizend klanten in zestig landen plannen al dagelijks hun productie met Ortems-oplossingen, in markten als de luchtvaartindustrie, automobielindustrie, industriële apparatuur, hightech, levenswetenschappen, verpakkingen en consumentenproducten. De omzet van Ortems bedroeg in 2015 bijna 5 miljoen euro.

‘Fabrikanten met zowel stuks- als serieproductie staan voor kritieke uitdagingen door de toenemende globalisering en proberen via digitale transformatie voorop te blijven lopen’, zegt Ortems-directeur René Desvignes. ‘Als onderdeel van Dassault kunnen we een uniek aanbod leveren voor het managen van alle productieprocessen, dat de cirkel sluit tussen procesontwerp, productie op de werkvloer en toeleverketenplanning. Daarmee kunnen wereldwijd opererende fabrikanten zowel snel anticiperen op regelmatig veranderende klantwensen als de productiestrategie sneller implementeren met behulp van flexibele, verbonden, duurzame en slimme fabrieken.’