
Minister Karremans leeft nog in het pre-Trump-tijdperk
Een ‘macho-actie’. Zo kwalificeerde voormalig Nexperia-ceo Frans Scheper de interventie van minister Karremans bij het chipbedrijf, al enkele dagen nadat de aanvankelijk geheime ingreep was uitgekomen. Een paar weken later deed Karremans geen enkele moeite om die indruk weg te nemen. Terwijl het conflict was geëscaleerd en de bevoorradingsproblemen bij Europese autofabrikanten zich opstapelden, zei Karremans doodleuk tegen The Guardian dat hij het met de kennis van nu precies hetzelfde gedaan zou hebben.
Karremans heeft zijn keutel inmiddels ingetrokken, maar de Chinezen houden de poot stijf. Zij nemen alleen genoegen met herstel van volledige controle over het bedrijf. Daar moet echter een rechter zich over uitspreken en in Nederland laat die zich niet zomaar aan de kant zetten.
Ik ben in de hightechwereld veel steun voor Karremans’ actie tegengekomen. Iemand uitte zelfs zijn verontwaardiging dat die stomme journalisten liever aan de poten van een minister zagen dan dat ze voor het belang van de hightech voor Nederland gaan staan. Die Karremans had tenminste iets gedaan!
We weten nog niet alles over zijn precieze besluitvormingsproces, maar inmiddels kunnen we wel stellen dat de minister zijn doel is voorbijgeschoten. De impuls om een Nederlands techbedrijf te beschermen is terecht, maar hij is te hardhandig te werk gegaan.
Karremans houdt bij hoog en laag vol dat hij tot zijn besluit is gekomen ‘zonder last of ruggenspraak met welk land dan ook.’ Maar in een conflict met zoveel internationale raakvlakken mag van een minister juist worden verwacht dat hij in overleg treedt met andere landen.
Zo’n Alleingang blijkt een typisch Nederlands trekje. Ook bij gesprekken met de VS over exportbeperkingen van ASML’s chipmachines naar China hield de Nederlandse politiek de EU systematisch buiten de deur, schrijven voormalig Bloomberg-journalisten Diederik Baazil en Cagan Koc in De Groene. ‘De consequentie was dat Nederland een plek kreeg op de voorste rij van de wereldpolitiek, maar daar werd uitgespeeld door machtigere landen,’ concluderen zij.
De overeenkomst met de Nexperia-affaire is treffend. Zoals Nederland zich beleid liet dicteren door het Witte Huis, zo kan het nu ook niet opboksen tegen China. Het verschil is dat de VS een bondgenoot zijn, in ieder geval in naam. Alleen voelt China de behoefte niet om Nederland gezichtsverlies te besparen. Integendeel, het grijpt de affaire gretig aan om te laten zien wie hier nu eigenlijk de baas is. Het land slaat twee vliegen in één klap: het kan zich doen gelden én de Europese auto-industrie een gevoelige tik uitdelen.
Wie uitzoomt, ziet dat het in Den Haag nog niet is doorgedrongen dat de wereld is veranderd. Regels golden altijd al nauwelijks voor landen als de VS en China, maar van de zogenaamde rules-based order is inmiddels niks meer over. Geen land hoeft te gaan zitten en pootjes te geven, maar in het tijdperk Trump, waarin alleen macht telt, is het niet verstandig voor een kleine speler om een grote broek aan te trekken.
