
Betaalbare lijdensweg
De rol van Europa in mondiale handelsketens is tanende, constateerde Mario Draghi in september in een langverwacht rapport over de Europese concurrentiepositie. De Italiaanse oud-premier pleit voor een omvangrijk investeringsprogramma voor de Europese industrie, van wel 800 miljard euro per jaar. Als Europa niet meer investeert, wordt het een lange lijdensweg, zo voorspelt Draghi.

Europa had zoveel goede ideeën. We belasten schadelijk gedrag, zoals het uitstoten van broeikasgassen, en bieden bedrijven zo een financiële prikkel om te investeren in meer duurzame productieprocessen. Door de toenemende belasting op uitstoot moeten de investeringen steeds verder toenemen.
Nog zo’n goed idee: eerlijke concurrentie. We verbieden fusies- en overnames om te voorkomen dat er bedrijven ontstaan met al te veel marktmacht. Zo zorgen we voor competitieve markten die bedrijven een financiële prikkel geven om te blijven innoveren en betaalbare producten aan te bieden. Door harmonisatie van Europese wet- en regelgeving ontstaat bovendien een Europese interne markt, waarop ook in competitieve markten genoeg te verdienen valt.
Deze combinatie belasting op uitstoot en vrije marktwerking kenmerkte het Europese denken over bedrijvigheid in de laatste pakweg twintig jaar. Volgens het boekje klopt het allemaal precies.
De praktijk blijkt weerbarstig. Nauwelijks is de Europese emissiehandel in CO2-certificaten op gang gekomen, of de twee andere machtsblokken in de wereld, China en de VS, staan klaar met enorme zakken geld voor de industrie. De Chinese regering heeft zo haar eigen ideeën over overheidsbemoeienis en is nooit vies geweest van ruime subsidie voor het eigen bedrijfsleven. Sinds 2015 heeft China zich ook tot doel gesteld in steeds meer industriële sectoren voor 2025 een leidende positie te verwerven. Nu het jaar 2025 bijna aanbreekt, is dat in een heel aantal markten ook gelukt, zoals die voor elektrische bussen, magneten voor windmolens, zonnepanelen en allerlei elektronica. Het land is inmiddels goed voor zo’n 30 procent van de mondiale industriële productie.
De Verenigde Staten zien ook al een jaar of tien in dat China wel eens dominant zou kunnen worden. Donald Trump maakte in 2015 de concurrentie met China tot inzet van zijn verkiezingscampagne en kwam als president met invoerheffingen om de groeiende afhankelijkheid van China een halt toe te roepen. President Joe Biden voerde de CHIPS and Science Act in, een subsidiepot van honderden miljarden voor onderzoek, innovatie en hoogtechnologische productie op Amerikaanse bodem.
En Europa? De Europese Unie is toch vooral bezig met het beteugelen van marktmacht van grote bedrijven, met toezicht op strenge regels ten aanzien van aanbesteding en staatssteun, en inmiddels ook met uiterst gedetailleerde duurzaamheidsrapportages. Ondertussen wordt de Europese markt overspoeld met onder meer elektrische bussen uit China, die zwaar worden gesubsidieerd omdat het land minder streng is op overheidssteun.
Inmiddels heeft ook Europa het licht gezien, zoals wel blijkt uit het feit dat voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie de conclusies van Mario Draghi omarmt. Ook in Nederland is een andere wind gaan waaien. Toen ASML dreigde niet in Nederland maar in Frankrijk te investeren voor verdere groei, kwam het demissionaire kabinet onder leiding van Mark Rutte snel over de brug met extra geld voor infrastructuur en onderwijs. Het kabinet Schoof bezuinigt weliswaar op onderzoek en onderwijs, maar laat fiscale voordelen voor kennismigranten in stand, wat een diep gekoesterde wens was van de multinationals, waaronder ASML.
Nu is het de vraag of Europa ook eindelijk het geld laat rollen voor de hoogtechnologische industrie, zoals China en de VS dat al jaren doen. Draghi’s aanbevelingen snijden hout, maar zijn waarschijnlijk lastig te realiseren. In een aantal EU-lidstaten zijn politieke partijen in opkomst die Brussel juist minder macht willen geven, niet meer. Het is te hopen dat Europa als een gezamenlijk blok toch tegenwicht biedt aan China en de VS. Anders wacht ons misschien inderdaad een lange lijdensweg, zij het een lijdensweg waar we geen cent te veel voor betalen.