
In memoriam Wim Hendriksen (1951-2024)
Beste Wim,
Een voorlichter van ASML schoof jou rond 2000 naar voren als iemand die meer wist over technische softwareontwikkeling. Bits&Chips stond aan het begin van zijn bestaan en onze klanten wilden meer ‘bits’ in het blad. Jij was als hoofd softwareontwikkeling inderdaad de geknipte persoon.
Het gesprek werd ook persoonlijk. Je had tropenjaren achter de rug en besloten een punt achter je carrière te zetten. ‘Vrachtwagens zijn gemaakt om er 80 kilometer per uur mee te rijden’, vertrouwde je me toe. ‘Je kan er best 120 mee rijden, maar dan gaan ze niet zo lang mee. Ik heb bij ASML constant 120 gereden.’ Of ik dat alsjeblieft niet wilde opschrijven.
Jij nam Bits&Chips in de jaren daarna aan de hand en gaf ons een kijkje in jouw wereld. In wat software ontwikkelen betekent in een door hardware en fysica gedomineerde omgeving. Dat je je in deze wereld als informaticus vooral dienstbaar moet opstellen. Dat je niet moet klagen als je aan het einde van het ontwikkeltraject alles aan elkaar moet knopen en zonder mokken de shit moet opruimen die anderen veroorzaken. ‘Dat is gewoon je taak’, zei je daarover nuchter.

In de rol van softwareontwikkelaar kan je wel gelijk hebben, zei je, maar heel vaak krijg je het niet. Je advies ‘Don’t fight a battle you can’t win’, diende je altijd op met credits voor Guy Broadfoot, je baas bij Philips Medical waar je zelf het handwerk leerde.
Je anekdotes over de dagelijkse softwarepraktijk waren altijd hilarisch. Zoals over de pas afgestudeerde promovendus die bij jou netjes het gevraagde ontwerp afleverde, maar vervolgens stomverbaasd was dat hij het van jou zelf moest gaan programmeren. Dat detacheringsbedrijven bij oem’s in de regio gehaat waren had ik van andere managers gehoord, maar jij kon het voelbaar maken. Daarbij had je ook nog het lef om je daarover te laten citeren.
Je had oprechte zorgen over de status van het onderwijs, van hoog tot laag. Het is tekenend dat je niet naar een universiteit ging, maar bij Fontys een lectoraat invulde - tot het niet meer mocht. Ervaring overbrengen vond je belangrijk en je stoorde je mateloos aan de hoogdravendheid en machtspelletjes van je academische overburen aan de andere kant van de Kennedylaan.
Vorig jaar nog nam je het op voor TUE-studenten die voortijdig afvielen. Die waren volgens jou met wat meer aandacht en begeleiding te redden voor de technische industrie. Je kon het niet laten om daarover je ergernis te spuien. Wat dat betreft waren jouw columns voor Bits&Chips en Digitale Stad Eindhoven (DSE) een goede uitlaatklep. Je maakte je oprechte zorgen over de gezondheid van de regio, iets wat ook resulteerde in de column hiernaast - een bewerking van je oorspronkelijke stuk op de DSE-website.
Je gaf onze redactie gevraagd en ongevraagd advies. Zoals de keer dat je over een woord struikelde. ‘Wij spreken hier alleen simplified English en niet opgeblazen Amerikaans’, mailde je. ‘En ik weiger om het woordenboek erbij te halen.’ Je had natuurlijk gelijk. Je kritiek was soms hard - maar altijd voorzien van een waarschuwing vooraf: ‘let op, hier komt ie, vat het niet te persoonlijk op en doe ermee wat je wilt.’
Jij had in 1997 al de visie dat ASML-machines een nieuwe softwarearchitectuur nodig hadden en stuurde een team op pad met de vrijheid om revolutionair te denken. ‘Zolang een en ander maar evolutionair was uit te rollen’. De resulterende architectuur werd het uiteindelijk niet helemaal. ASML had haast en er was geen tijd voor hobbyisme van de softwareafdeling. Het was slikken, maar ook daarmee kon je leven.
Ook al ben je al meer dan twintig jaar weg bij ASML, in zijn gebouwen staan nog steeds je voetsporen. Bij ASML werkt nog een generatie software-experts die zijn opgegroeid met jouw nuchtere aanpak. Mensen die weten dat elkaar helpen belangrijker is dan je eigen ego. Ikzelf had ook het geluk je te ontmoeten en te leren kennen. Dat ons interview uitmondde in een vriendschap vond ik bijzonder. Ik ben je er dankbaar voor. Wim, we hadden een mooie tijd en hebben ervan genoten.
René Raaijmakers