‘Mechanicus bij Lely is een systeemdenker’
Bij Lely werken drie van de vijf medewerkers minder dan vijf jaar in de productontwikkeling. Het is kenmerkend voor het onstuimig groeiende bedrijf waar technici eenvoudige oplossingen moeten bedenken voor complexe omgevingen.
Als Arjen Mateboer amper enkele maanden bij Lely zit, deelt hij zijn eerste observaties met het management. Er mist volgens hem iets bij Lely. Boven op het bestaande functiegebouw horen eigenlijk nog een aantal functies, zoals die van systeemarchitect. ‘Dat missen we in de projecten en als we daar niets aan doen, dan zijn we onvoldoende zichtbaar voor talent’, zo maakt hij zijn nieuwe collega’s duidelijk.
Mateboer, vier jaar later: ‘Ik kwam hier in augustus en in februari hebben we dat ingevoerd, inclusief de loopbaanpaden over de verschillende disciplines.’ Hij geeft het als voorbeeld om duidelijk te maken hoe nieuwe collega’s nog steeds ervaren dat ze bij Lely snel impact kunnen maken. ‘Ik ken geen bedrijf waar je in zo’n tijdsspanne zo’n toch redelijk fundamentele wijziging voor de loopbaanpaden zou kunnen invoeren. Dat laat zien hoe open de cultuur bij ons is. Mensen die hier binnenkomen verbazen zich er elke keer weer over hoe welkom nieuwe ideeën zijn.’

Als Mateboer eind 2015 arriveert bij Lely heeft hij er al een uitgebreide carrière in de hightech opzitten. Na zijn studie werktuigbouwkunde in Twente startte hij bij Philips CFT als dynamicus en groeide daar door tot systeemarchitect. Daarna zat hij bij Océ in verschillende projectmanagementrollen. Na zes jaar Venlo kreeg zijn vrouw – chemicus – een mooi aanbod in het Verenigd Koninkrijk. Mateboer vond in Engeland een baan aan de Cranfield University, goed bekend in de wereld van de precisietechnologie. Daar kreeg hij ook de kans om een spin-offbedrijf op te richten, Ultra Precision Structured Surfaces (UPS2). Na vier jaar in Engeland keerde hij terug bij Philips (Innovation Services), waar hij in zeven jaar verschillende (project)managementrollen vervulde bij de mechatronica-afdeling.
Intussen werkt Mateboer ruim vier jaar bij Lely in Maassluis. Lange tijd was hij verantwoordelijk voor mechanical engineering, een afdeling van 115 medewerkers binnen productontwikkeling waar ook system engineering onderdeel van uitmaakt. Nu krijgt Mateboer de verantwoordelijkheid over de volledige productontwikkeling en is hij op zoek naar iemand die zijn vorige functie van hem kan overnemen.
Snelle doorstroming, onstuimige groei
De snelle doorstroming is tekenend voor de onstuimige groei bij Lely. De omzet (611 miljoen euro in 2022) klimt gemiddeld met twintig procent per jaar en het aantal medewerkers neemt in hetzelfde tempo toe. Dat heeft met name impact op de afdeling productontwikkeling, waar nu 500 van de 2100 medewerkers werken.
De uitdaging is vrij concreet: nieuwe medewerkers moeten snel hun draai vinden. Drie op de vijf engineers zitten er minder dan drie jaar. ‘Zestig procent’, onderstreept Mateboer, ‘en we hebben niet eens zoveel verloop. We hebben gewoon heel snel heel veel mensen aangenomen. Ja, het is een enorme opgave om die mensen snel effectief te maken. Het kraakt, maar het gaat.’
Eerst tientallen, nu duizenden
Door de groei en stijgende reputatie in de wereldwijde markt is ook de productontwikkeling bij Lely sterk aan het veranderen. ‘In het verleden draaiden een paar jaar lang een stuk of drie prototypes bij boeren. Daarna gingen we series bouwen. Eerst tien, daarna honderd, wellicht duizend’, zegt Mateboer. ‘Maar als we nu een nieuwe generatie machines of robots in de markt zetten, dan gaat dat met vele duizenden tegelijk. Dus die apparaten moeten meteen op een hoog niveau van betrouwbaarheid opereren.’
De professionaliseringsslag was bij Lely in de afgelopen jaren onder meer zichtbaar op het vlak van requirementsengineering. ‘Door onze snelle groei is kennismanagement best spannend. We hebben dat recent behoorlijk geprofessionaliseerd. We schrijven onze requirements nu veel gestructureerder. Het stelt ons in staat om onze kennis beter te managen. Wij doen dat overigens voor onszelf, in onze markt is geen regelgevende organisatie. Zo pragmatisch mogelijk, maar wel goed.’
Engineers op de boerderij
Om input te krijgen voor requirements is contact met klanten essentieel. Dat is een van de leuke aspecten van zijn werk, zegt Mateboer. Binnen een uur rijden van Maassluis zitten een groot aantal testboerderijen waar prototypes van Lely staan en rijden, zoals agv’s die automatisch het voer naar koeien brengen tot melkrobots en installaties die de uitstoot van stikstof terugbrengen. ‘Onze mechanical engineers zijn daar minimaal een keer maand. Dat vind ik echt leuk, de verantwoordelijkheid die onze mensen voelen voor hoe het écht op een boerderij toegaat. Een boerderij draait 24/7. Ze moeten ervoor zorgen dat een boer rustig kan slapen.’
Een typische mechanisch ontwerper bij Lely is tegelijk system engineer. ‘Sowieso verwachten we van elke mechanical engineer dat ie mechatronisch denkt. Onze mechanica beweegt of rijdt rond op een boerderij. Dat betekent dat je mechanica onderdeel is van het systeem. Daarvoor moet je echt begrijpen hoe de mechanica samenwerkt met de andere disciplines. Een werktuigbouwer moet snappen wat zijn werk in een multidisciplinaire omgeving doet.’
Volledig autonoom
In de system-engineering voor veehouderijen zit de complexiteit niet in de apparaten. Betrokken ontwerpers kunnen hun robots en machines goed overzien. ‘De primaire functionaliteit is niet zo heel erg ingewikkeld, de complexiteit zit in de omgeving’, zegt Mateboer. ‘Iedere boerderij is totaal anders. De ondergrond, de manier waarop een boer ermee omgaat. De manier waarop onze spullen in verschillende landen worden geïnstalleerd. Alles is anders. Het moet ook nog heel robuust zijn.’
Robots en automatiseringsoplossingen bedenken voor zo’n complexe omgeving is uitdagend. Het huidige succes van Lely is mede te danken aan de manier waarop zijn technici over het totale systeem nadenken. Mateboer geeft als voorbeeld de agv’s die Lely maakt om voer rond te brengen of mest op te halen. ‘Die rijden volledig autonoom. De boer zorgt alleen voor water en elektriciteit en dat de centrale voervoorraad op peil is.’
Het rantsoen van een koe omschrijft hij als ‘een stuk wetenschap op zichzelf’. ‘Alle componenten moeten aanwezig zijn en boeren kunnen per groep koeien besluiten hoe ze de dieren voeren. De voerrobot gaat zelf kijken of er nog wel voer is en haalt voor de juiste groepen de juiste hoeveelheid voer en hij rijdt dat uit.’
Integraal optimaliseren
De kunst is dit integraal te optimaliseren. Door bewerkingen bijvoorbeeld slim te plannen is het mogelijk om de accu minder te belasten. ‘Dat kan door het voer te mengen als de agv aan de stekker ligt. Als je dat goed afstemt, kan een agv toe met een minder grote accu en hij weegt ook minder.’
Kenmerkend voor het agro-technische vakgebied is dat de eisen continu in beweging zijn. ‘We optimaliseerden onze agv’s tot nu toe voor Nederlandse boerderijen van 60 tot maximaal 300 koeien. Maar boerderijen worden wereldwijd groter. Dan krijg je weer hele andere afwegingen. Steeds moeten we het hele systeem beschouwen en kijken waar het optimum zit voor een boer. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot andere eisen voor de accucapaciteit en dat heeft weer effect op de koppels die je kan maken voor de verschillende functies van zo’n apparaat. Van een mechanicus verwachten we in ieder geval dat ie vanuit zo’n systeemview kan werken.’
Ander voorbeeld is de Exos robotmaaier. ‘Die brengt autonoom de goeie hoeveelheid gras naar een groep koeien op het moment dat ze het nodig hebben, 24 uur per dag. Het voordeel is een veel langere groeitijd van het gras, want je gaat het pas halen als je het nodig hebt. Doordat je het niet inkuilt, behoudt het meer voedingswaarde en daarmee neemt de waarde van het grasland enorm toe. Belangrijk, want de voerkosten zijn een van de grootste kostenposten op een boerderij.’
Structuur neerzetten
In veel organisaties, ook in de hightech, gaat behoorlijk wat energie verloren met brandjes blussen. ‘Waar ik nu veel energie uithaal, is structuur neerzetten om te voorkomen dat er brand uitbreekt door ook echt de oorzaken aan te pakken.’
Wat voor uitdagingen laat hij voor zijn opvolger liggen? ‘We hebben afgelopen jaren een gezonde piramide gebouwd, van senior-, medior- en junior-medewerkers. De afdeling draait lekker, met gemotiveerde medewerkers. Op het gebied van mechanical engineering, echt ontwerpen, zit mijn sterkte niet, ik ben een regeltechneut. Het zou goed zijn als iemand daar nog eens goed induikt: hoe kan dat nog beter? Door onze groei en de verschuiving richting grotere aantallen moeten we nog een slag maken richting betrouwbaarheid en de samenwerking met toeleveranciers. Daar zitten de grote uitdagingen voor mijn opvolger.’
Dit artikel kwam tot stand in nauwe samenwerking met Lely.