Hak Kyung Sung en zijn Sobujang Forum, een groep van enkele honderden Koreaanse techbedrijven, zoeken nauwe samenwerking met Nederlandse partners. High Tech Systems Magazine sprak ‘dr. Sung’ op de afgelopen Precisiebeurs over de kansen die er liggen voor Nederlandse en Koreaanse bedrijven die de krachten willen bundelen.
Hak Kyung Sung weet waar hij het over heeft als hij over mechatronica praat. Hij werkte bijna dertig jaar bij Samsung Electronics, waar hij via verschillende functies opklom in productie-engineering, productontwikkeling en manufacturing tot aan de positie van vicepresident. In zijn laatste jaren bij Samsung waren hij en zijn team van honderdvijftig ingenieurs verantwoordelijk voor de productie van The Wall, een luxe televisielijn met een ongeëvenaarde helderheid en contrast.
De Wall-tv’s bestaan uit tegels, met elk 2 miljoen microleds van 50 bij 50 micrometer. In elke tegel moeten al die 2 miljoen leds één voor één worden geplaatst. Sungs team leverde de allereerste versie van The Wall, een 4K-televisie van 91 inch, opgebouwd uit 49 tegels. Led-displays kunnen door te tegelen vrij worden opgeschaald in grootte.
Sung begon zijn loopbaan met een studie werktuigbouwkunde in Korea en promoveerde vervolgens aan het Tokyo Institute of Technology. ‘Toen ik studeerde, woonden mijn vader en moeder in Japan en bezocht ik hen meerdere keren. Dat is een van de redenen waarom ik naar Tokio ging voor mijn promotie.’ In die tijd kozen de meeste van zijn Koreaanse leeftijdsgenoten voor de Verenigde Staten voor hun promotieonderzoek. De keuze voor Tokio gaf hem later een duidelijk voordeel in de samenwerking met Japanse technologiebedrijven.
Vanaf het moment dat hij bij Samsung binnenkwam, werd hij getrokken door machine-intensieve hoge precisie. In de loop van decennia werkte hij in verschillende businessunits – halfgeleiders, displays, elektronica en batterijproductie – altijd aan de engineeringkant. ‘Bij Samsung deed ik vooral probleemoplossing en het ontwerpen van productieapparatuur en productielijnen in het manufacturing r&d-center en de businessunits.’ Hij groeide uit tot leider van engineeringteams met wel vierhonderd personen.
Zijn loopbaan weerspiegelt de fabricagefilosofie die de Koreaanse halfgeleider- en displayindustrie nog steeds kenmerkt: hoge precisie, hoge doorvoer en agressieve introductie van nieuwe procestechnologie.
Bij Samsung werkte hij met zijn multidisciplinaire team aan talloze projecten, zoals de ontwikkeling van een wafertransportrobot, matrijs- en SMT-projecten en een productielijn voor vouwbare mobiele telefoons in Vietnam. Zijn laatste product bij Samsung was de ontwikkeling van het productieproces voor de Wall-televisie in Korea en het opzetten van massaproductielijnen in Ho Chi Minhstad, Vietnam.
Diepe banden met Japan
Dr. Sungs nauwe relatie met Japan beslaat meer dan drie decennia en begon tijdens zijn promotieonderzoek in Tokio. Hij legt uit dat Japan en Korea een ingewikkelde geschiedenis hebben, maar dat de industriële banden tussen beide naties altijd sterk zijn geweest. ‘Japan en Korea kennen hun geschiedenis. Je kunt het vergelijken met Nederland en Duitsland. De industrie in beide landen is sterk met elkaar verbonden. Dat geldt ook voor Korea en Japan. Korea heeft in feite veel geleerd van Japan’, zegt hij.
Zijn Japanse connectie maakte hem tot Samsungs natuurlijke contactpersoon voor leveranciers in dat land. In de loop der jaren bouwde hij een breed netwerk op binnen het Japanse maakecosysteem: mkb’ers, componentenspecialisten, universiteiten en durfkapitaalbedrijven. Dat netwerk bleek cruciaal toen hij binnen Samsung open-innovatieprojecten begon te coördineren.
Via investeringen in een Japans durfkapitaalbedrijf kwam hij in contact met duizend Japanse start-ups en mkb-bedrijven die zaken wilden doen met Samsung. ‘Ik was het centrale aanspreekpunt voor al deze bedrijven’, zegt Sung die het achteraf bekeken ziet als een vroege vorm van open innovatie. Deze grensoverschrijdende industriële ervaring vormde later de basis voor de organisatie die hij na zijn pensionering zou oprichten: het Sobujang Forum.
Microledproductie
Voor de productie van de microledtelevisies werkte Sungs team samen met honderden kleine en middelgrote bedrijven in Korea en Japan. The Wall vervangt conventionele lcd- of oledpixels door matrices van miljoenen individuele ledchips. ‘In microled-tv is elke pixel één led. De kwaliteit is heel hoog. Het is moeilijk te produceren. Het moet zeer uniform zijn, zonder defecten’, legt hij uit.
Voor een 8K-Wall-display zijn 24 miljoen chips nodig op 81 tegels. Elke led moet worden overgezet van een donorsubstraat naar het uiteindelijke displaypaneel. Het productieproces tolereert geen defecten of verkeerde uitlijning. De vereiste precisie, doorvoer en processtabiliteit zijn extreem.
Op de vraag of de chips intern worden gemaakt, is zijn antwoord ontwapenend pragmatisch: ‘We gebruiken ledchips uit Taiwan. Samsung heeft ook interne leds, maar die uit Taiwan zijn goedkoper.’
De transfertechnologie was het domein waarin zijn team uitblonk. ‘De leds zitten op glassubstraten en worden vervolgens direct overgezet naar het displaypaneel’, vertelt hij. Dat vereiste volledig nieuwe pick-and-place-apparatuur, speciaal ontworpen voor massatransfer van microleds. ‘Daarin is mijn team gespecialiseerd: het ontwikkelen van dit productieproces’, zegt hij. ‘Mijn team was verantwoordelijk voor het ontwikkelen van deze microplaatsingsmachines, inclusief het opzetten van de productielijn.’
Throughput was de centrale uitdaging. ‘Met slechts één transfermachine zou het een maand duren om één tv te assembleren’, legt hij uit. Samsung loste dat op door het proces te parallelliseren: ‘We hebben nu runmodules die één tegel in twintig minuten produceren.’
Deze productielijn draait nu in Samsungs fabriek in Ho Chi Minhstad, ondersteund door ontwikkellijnen in Samsung Digital City in Suwon. Het tot stand brengen van dit volledige ecosysteem vereiste nauwe samenwerking met meer dan honderd mkb-leveranciers. Zoals hij het samenvat: ‘Toen Samsung microled-tv wilde ontwikkelen, was de bottleneck de productie.’
Roeping
Zijn engineeringleiderschap op dit gebied – ultraprecisie-equipment, throughput-gedreven procesontwerp en samenwerking met tientallen mkb-leveranciers – is de ervaring die hij nu inzet binnen het Sobujang forum, dat hij na zijn pensioen bij Samsung oprichtte. Het is een non-profitorganisatie met 370 leden, waaronder 250 mkb’s, investeerders en academische groepen. De naam is afgeleid van drie Koreaanse woorden: So (materiaal), Bu (component) en Jang (equipment). Samen weerspiegelen ze de volledige toeleveringsketen van Korea’s maakecosysteem.
Sung benadrukt herhaaldelijk hoe afhankelijk grote Koreaanse techbedrijven zijn van kleine, gespecialiseerde leveranciers. ‘Toen ik microled-tv ontwikkelde, had ik de hulp nodig van veel kleine bedrijven. Ik had eigenlijk 10.000 visitekaartjes’, zegt hij. ‘Na Samsung besloot ik dat ik mijn tijd wilde besteden aan het helpen van mkb’s. Al mijn werk draait om het helpen van hen.’
Hij beschrijft twee drijfveren voor het oprichten van het forum. De eerste is industrieel: hij zag dat mkb’s vaak de competenties en toegang misten om verder te groeien. ‘Het gaat om het vullen van een competentiekloof bij mkb’s. Dat is het eerste doel. Grote bedrijven hebben middelen, maar kleine bedrijven niet’, legt hij uit.
De tweede drijfveer is persoonlijk – en ongewoon openhartig voor een Koreaanse industrieveteraan. ‘Toen ik bij Samsung werkte, werd elk project eigenlijk ondersteund door mkb’s. Dankzij deze mkb’s kon ik succesvol zijn. Dus toen ik met pensioen ging, dacht ik: dit is een goed moment om iets terug te doen. Ik ben christen. Ik denk dat dit mijn roeping is, om anderen te helpen die hulp nodig hebben.’
Tegenwind
De Koreaanse economie krijgt te maken met stevige tegenwind. De concurrentie met China neemt toe, en verschillende Koreaanse techsectoren – waaronder display, batterij en zelfs halfgeleiderchips – hebben de afgelopen tijd een terugslag doorgemaakt. Door nieuw Amerikaans beleid is de export van apparatuur en materialen naar China moeilijker geworden, en grote Koreaanse conglomeraten investeren nu zwaarder in het opzetten van productielijnen in de VS in plaats van in Korea. ‘Veel Koreaanse bedrijven zitten in de problemen’, merkte Sung op tijdens zijn presentatie op de Precisiebeurs in Veldhoven.
Toch blijft hij optimistisch. Hij wijst op het herstel in de vraag naar AI-gerelateerde halfgeleiders, waaronder Samsungs besluit om grote fab-uitbreidingen te hervatten. ‘Samsung start zijn fabriek weer op en is van plan meer fabs te bouwen in Pyeongtaek. Voor mij is dat een teken dat de markt aantrekt’, zegt hij. De AI-halfgeleidersector zal ook nieuwe markt¬kansen bieden voor mkb’s, omdat er nieuwe verpakkingsmaterialen en -processen nodig zullen zijn, zoals glass core substrates en die-bonding-technologieën.
Voor Sobujang benadrukt dit de urgentie om te diversifiëren. ‘Koreaanse kleine bedrijven moeten nieuwe klanten vinden en nieuwe business aangrijpen om in de hightechproductie actief te blijven’, legt hij uit. Daarom is 2025 een cruciaal jaar: ‘In het Sobujang Forum heb ik uitgeroepen dat we dit jaar nieuwe klanten moeten vinden, nieuwe business in het buitenland of in Korea.’ En precies hier komt Nederland in beeld.
Complementaire sterktes
In februari 2025, tijdens een matchmaking-evenement op Semicon Korea dat werd ondersteund door de Nederlandse ambassade, kwam Sung voor het eerst op grote schaal in contact met Nederlandse hightechbedrijven. Het opende zijn ogen. ‘Ik was verrast dat Nederland excelleert in mechatronica’, zegt hij. Met een achtergrond in regeltechniek en veel industrie-ervaring was hij onder de indruk van wat Nederlandse bedrijven lieten zien.
Zijn bevindingen leidden tot een verschuiving in de internationale focus van Sobujang. Voor 2025 identificeert hij drie prioriteitslanden voor samenwerking met Koreaanse mkb’s: Nederland, Japan en Vietnam. Nederland staat op nummer één. De reden is helder: ‘Nederland heeft geavanceerde technologie die Korea nodig heeft, vooral op het gebied van precisie en throughput. Koreaanse bedrijven kunnen hun apparatuur verbeteren door samen te werken met Nederlandse bedrijven’, zegt hij.
Hij ziet ook een duidelijke match in marktdoelen. Nederlandse leveranciers willen sterker aanwezig zijn in het Koreaanse halfgeleider-ecosysteem en hun marktpositie verbreden buiten bestaande klanten in Nederland, de VS en Japan. Koreaanse mkb’s willen toegang tot de geavanceerde mechatronica- en motion control-expertise die Nederlandse bedrijven hebben opgebouwd rond ASML en andere hightechclusters. De Koreaanse bedrijven brengen daar massaproductiekennis en sterke netwerken met Koreaanse chipmakers tegenover. Deze complementaire sterktes kunnen de basis vormen voor concrete samenwerkingsmodellen.
Motion control
Volgens Sung kan samenwerking verschillende vormen aannemen. Het eerste model is gezamenlijke apparatuurontwikkeling, waarbij Nederlandse motion control- of mechatronicacomponenten worden gecombineerd met Koreaanse systeemniveau-apparatuur. ‘Nederlandse technologieproviders en Koreaanse equipmentmakers kunnen samenwerken om nieuwe markten te vinden. Bijvoorbeeld halfgeleiderproductielijnen in Japan: die markt kunnen we aanboren door het Nederlandse motion control-systeem te gebruiken met Koreaanse apparatuur’, legt hij uit.
Een tweede model is contract-engineering. Nederlandse bedrijven met sterke engineering – hij noemt onder meer Demcon en Prodrive – kunnen Koreaanse machinebouwers ondersteunen. ‘Deze modellen zijn vrij nieuw voor Koreaanse equipmentmakers. Maar wij proberen hen, samen met Nederlandse bedrijven en de Nederlandse ambassade in Seoul, te overtuigen’, zegt Sung.
Een derde, langetermijnmodel omvat joint ventures en gedeelde inkomsten. ‘Als deze stappen in contractonderzoek succesvol zijn, kan de volgende fase bestaan uit het opzetten van joint ventures en het delen van de winst’, merkt hij op.
Een cruciale factor is het leveren van succesvoorbeelden. De Koreaanse industriecultuur wordt sterk bepaald door de zogeheten fast-follower-dynamiek. ‘Als ik twee succesverhalen kan laten zien aan Koreaanse bedrijven, wordt het makkelijker om anderen te overtuigen. Zodra ze de kans zien, stapt bijna iedereen in’, zegt hij. Die succesverhalen hoeven niet afgerond te zijn; ‘Als ze een tussentijds doel halen, is dat al een succesverhaal dat ik aan anderen kan vertellen.’
Momenteel volgt Sobujang vier Nederlandse bedrijven met tien lopende of in ontwikkeling zijnde projecten met Koreaanse partners. ‘Als twee van deze cases succesvol genoeg zijn om als succesverhaal te presenteren, dan volgt de Koreaanse industrie’, voorspelt hij.
High-end fundamentele technologie
Zowel in dit interview als in zijn presentatie herhaalt Sung dat de Nederlandse mechatronica op een niveau zit dat hij tot voor kort niet volledig had beseft. Hij noemt regeltechniek, motionsystemen, ultraprecisiestages, sensing en de systeemengineeringcapaciteiten die zijn ontwikkeld rondom de halfgeleiderapparatuursector als onderscheidende factoren. ‘Jullie hebben hele, hele goede high-end fundamentele technologieën, gebaseerd op wetenschap. Ik was echt verrast toen ik dat zag’, zegt hij.
Deze capaciteiten sluiten direct aan op de behoeften van Korea’s equipmentmakers-ecosysteem. Koreaanse bedrijven excelleren vaak in kosten/prestatieverhouding, productiesnelheid, snelle opschaling en betrouwbare apparatuurproductie. Maar zij krijgen steeds vaker te maken met wereldwijde markten waar nanometerprecisie, geavanceerde motion control en high-end metrologie vereist zijn – domeinen waarin Nederlandse bedrijven decennialange expertise hebben opgebouwd. ‘We zijn complementair’, vat dr. Sung samen.
Sungs ambitie is expliciet: het bouwen van een sterke, stabiele, wederzijds voordelige brug tussen de Koreaanse en Nederlandse hightech¬ecosystemen. Hij ziet precisie-mechatronica als de ideale basis voor deze samenwerking.
Op de Precisiebeurs dit jaar bracht hij een delegatie mee van 24 mensen van 15 Koreaanse bedrijven. ‘Zij zoeken nieuwe klanten of nieuwe technologieën of nieuwe samenwerkingspartners’, zegt hij. Voor volgend jaar verwacht hij er veel meer – als de eerste succesverhalen zich aandienen.
Nederland kan volgens hem een unieke rol spelen in het volgende hoofdstuk van Korea’s door mkb’s gedreven equipmentindustrie. En Korea, met zijn enorme productiecapaciteit en diepe inbedding in wereldwijde halfgeleiderketens, biedt Nederlandse mkb’s en engineeringbedrijven een route naar grote Aziatische markten.
Zelfs na slechts één bezoek aan Nederland is zijn conclusie helder: ‘We hebben een goede kans om samen te werken.’
