China wordt de slimste fabriek van de wereld
In 2000 maakte China zich klaar om de wereld te overspoelen met goederen. 80 procent van de wereld had destijds de VS als grotere handelspartner dan China. Vandaag is dat nog slecht 25 procent, en 75 procent van alle landen heeft China als grotere handelspartner. Door de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 werd China de fabriek van de wereld. Lagere lonen, nalevingskosten, heffingen en een ondergewaardeerde munt gaven de fabrieksbazen over heel China de kans om honderd miljoen hardwerkende Chinezen 24 op 7 te laten produceren voor het rijkere Westen. Het ‘Made in China’-label werd synoniem voor China.

Dit is echter niet de echte reden waarom China een exportgrootmacht werd. De drijfveer van China’s industriële productiekracht kwam door haar cultureel verleden. Hoe verklaren we anders dat bijvoorbeeld India, Indonesië of Afrika niet de fabriek van de wereld werd? De fabriekstransformatie die China de laatste dertig jaar kende, heeft vooral te maken met haar businessecosystemen en talent. Naast de acht miljoen technische universitairen die elk jaar in China afstuderen, hielp de 2500 jaar oude cultuur om van elke Chinese fabriek een competitief ecosysteem te maken: duidelijke planning en investering, respect voor autoriteit, collectieve verantwoordelijkheid, waardering voor meesterschap, pragmatische gedrevenheid en goede probleemoplossers.
Shenzhen is het bekendste voorbeeld. Een klein vissersdorp uit de jaren 80 ontpopte zich op veertig jaar tijd tot de grootste en meest geavanceerde elektronicahub ter wereld. Deze nieuwe stad bevorderde de uitbouw van een compleet ecosysteem als toevoerketen voor de fabricage-industrie met talrijke producenten, werkers, technische expertise, assemblagecapaciteit, toeleveranciers en zelfs klanten. De Chinese maakindustrie steunt op een netwerk van noden die allemaal bijdragen tot het proces van productie door samen te werken, te delen en te concurreren. Het resultaat is dat China’s belang in de mondiale productie in sectoren zoals precisie-instrumenten, hoogwaardige machines, smartphones, tot en met wagens is blijven stijgen. Het ‘Made in China’-label is vervangen door ‘Created in China’. Het gevolg is dat zelfs Apple zich niet meer kan lostrekken van China zonder in te boeten op marges of kwaliteit.
Maar daar wil China het niet bij houden. In 2015 besliste Beijing met het ‘Made in China 2025’-plan om de arbeidsintensieve ateliers van China om te toveren tot technologie-intensieve wereldcentra. Dit heeft alle spanning met de VS aangewakkerd. China staakte snel alle communicatie van dat plan, maar de uitvoer draait nog steeds op volle toeren. Gebaseerd op het Duitse model van Industrie 4.0 maakte China sinds 2015 een sprong in de toekomst die ongeëvenaard is wereldwijd. China heeft reeds meer industriële robots dan de vier daaropvolgende landen samen: Japan, VS, Zuid-Korea en Duitsland. Daarnaast maken artificiële intelligentie, iot en 5G nu standaard deel uit van China’s volgende generatie robots die de autonomie, collaboratie en beweeglijkheid sterk verhogen.
Wat iot betreft, worden de ongeveer tweehonderd miljard iot-sensoren en geconnecteerde toestellen van de wereld bijna allemaal in China gemaakt. China heeft vandaag reeds meer dan een miljoen 5G-basisstations gebouwd in het land (70 procent van de hele wereld), die driehonderd Chinese steden volledig 5G-bereik bezorgen. China werd daarom de meest geconnecteerde plaats op aarde in 2021 met reeds 419 miljoen 5G-smartphonegebruikers en vijfduizend grote 5G-businessprojecten die Huawei in China lanceerde. Voeg daar nog eens de Chinese obsessie met ai aan toe, en dan lijkt Industrie 4.0 in China een werkelijkheid te worden.
Dit zorgt voor vele nieuwe trends. De populairste is het consument-tot-productiemodel (C2M). Chinese internetplatforms zoals Shein (fast-fashion) en Pinduoduo (groepsaankopen) integreerden hun e-commerce-front- en -backend niet enkel met hun erp-systeem maar ook met het digitale systeem van de leveranciers en ateliers. De fabrieken en ateliers kunnen zo hun capaciteit realtime updaten naar de vraag van de markt, zonder nood aan marktonderzoek, budgetteringen en stockage. Chinese fabrieken kunnen door C2M hun eigen merk uitbouwen en concurreren met de wereldmerken. Dit is nog maar het tipje van de ijsberg, maar China als slimste fabriek van de wereld is nu in volle aanbouw.