CE + CE + CE ≠ CE

Nick de With is senior consultant bij Fusacon, gecertificeerd Tüv FS-engineer, docent bij Nen en lid van de normcommissies NEC 44 en IEC TC44/WG7.

Leestijd: 5 minuten

In Nederland worden door de steeds groter wordende automatiseringsgraad vaak machines samengevoegd tot één productielijn. Het samenbouwen van machines is in de praktijk vaak niet alleen veiligheidstechnisch erg lastig maar kan ook grote juridische consequenties hebben.

Door twee of meer nieuwe machines samen te voegen tot een productielijn ontstaat een zogenaamd ’samenstel van machines‘. Een dergelijk nieuw samenstel van machines valt onder de Europese Machinerichtlijn 2006/42/EG (MRL), die volledig in de Nederlandse wet, de Warenwet Besluit Machines (WAWBM), is opgenomen. De samenvoeger wordt door de wetgever gezien als fabrikant van een nieuwe machine en dient dan ook aan alle CE-verplichtingen, inclusief CE-markering te voldoen.

Stel een eindgebruiker W schaft bij twee fabrikanten (A en B) een voltooide stand-alone machine (IIA) en bij fabrikant C een niet-voltooide machine (IIB) aan (Figuur 1). Deze machines zet hij achter elkaar en koppelt hij mechanisch en besturingstechnisch tot een productielijn. Het bedrijf voert geen risicobeoordeling uit, maakt geen gebruikersaanwijzing, stelt geen technisch dossier samen en plaatst ook geen CE-markering op de productielijn. Eindgebruiker W stelt de gecombineerde productielijn wel in gebruik. Grote vraag is nu of hij moet voldoen aan de Machinerichtlijn als hij het samenstel puur voor eigen gebruik bouwt.

Dit artikel is exclusief voor premium leden van High-Tech Systems Magazine. Al premium lid? Log dan in. Nog geen premium lid? Neem dan een premium lidmaatschap en geniet van alle voordelen.

Inloggen

Problemen met inloggen? Bel dan (tijdens kantooruren) naar 024 350 3532 of stuur een e-mail naar info@techwatch.nl.