Duitse precisiegereedschapmakers nog niet uit dal

ASML jaagt de groei in de toeleverende industrie nog niet echt aan. Die voorzichtige conclusie kunnen we trekken bij de nieuwste exportcijfers voor Duitse precisiegereedschappen naar Nederland. Die daalde volgens de VDMA 3 procent ten opzichte van 2023.

Naast een goede klant is Nederland een exporthub voor Duitse machinefabrikanten. Onder de definitie precisiegereedschap telt de VDMA de productcategorieën verspaningsmachines, opspangereedschappen en matrijzen- en mallenbouw.

Stefan Zecha, voorzitter van de vereniging van precisiegereedschappen binnen de VDMA, wijt de achteruitgang aan klanten in crisissectoren zoals de automobielindustrie, in combinatie met hoge belastingen, gestegen energiekosten, meer bureaucratie en andere nadelen. ‘Maar juist in moeilijke tijden is er vraag naar productiviteit en dat is onze kerncompetentie’, zo gaf Zecha een positieve draai aan de mineurstemming.

De Duitse markt deed het zelf slechter met een afname van 12 procent, deels als gevolg van een daling van de binnenlandse productie in de machinebouw en de zware tijden in de Duitse auto-industrie.

De export lag 4 procent onder die van het voorgaande jaar. Heel Europa presteerde zwak en ook in China bleven de meeste marktsegmenten achter, vergeleken met vorig jaar. Van de belangrijke afzetmarkten stegen alleen de VS met 8 procent.

Voor 2025 verwacht de VDMA een verdere daling van 2 procent. Volgens Zecha staat ‘de hele Duitse industrie’ te springen om concurrerende vestigingsvoorwaarden, een snelle vermindering van de bureaucratie, open markten, nieuwe vrijhandelsovereenkomsten, het wegnemen van handelsbarrières, betaalbare energie, een investeringsvriendelijk belastingstelsel met lagere vennootschapsbelastingen en betere afschrijvingsvoorwaarden.’ Het VDMA-persbericht plaatste een uitroepteken achter Zecha’s oproep.