Zonder toelevering uit Twente loopt er geen ASML-machine van de band
Hij is een grote meneer in de Twentse mechatronicawereld. Niet alleen is hij directeur van toeleverancier Demcon waar zo‘n zestig mechatronici werken, hij is ook de drijvende kracht achter Mechatronica Valley Twente (MVT). Dennis Schipper over Eindhoven versus Twente, mechatronicaonderwijs en het samenwerkingsklimaat rond Enschede.
’Waar je tien jaar geleden nog moest uitleggen wat het is, weet nu iedereen het. Je komt het te kust en te keur tegen.‘ Demcon-directeur Dennis Schipper ziet steeds meer aandacht voor mechatronica. ’Het is een belangrijke industrie geworden in Nederland. Het onderwijs loopt op dit gebied achter. Op alle drie de universiteiten zit één hoogleraar. Hier in Twente parttime, in Eindhoven fulltime. Dat is natuurlijk veel te weinig om een hele industrie te bedienen met goede mensen. Het wil maar niet rondkomen en dat is eigenaardig.‘
Het was dan ook een schop tegen het zere been toen de positie van mechatronicahoogleraar in Enschede verloren dreigde te gaan. Rien Koster ging in 2002 met pensioen en de universiteit had niet de financiële middelen om voor een opvolger te zorgen. Schipper: ’Het wegvallen van die leerstoel was voor ons bijna levensbedreigend. We hebben daarom als industrie het initiatief genomen en allemaal een duit in het zakje gedaan. In het begin waren we met vijf deelnemers: Demcon, Enrichment Technology, IMS, Philips ETG en Thales, plus ontwikkelingsmaatschappij Oost NV.‘ Daarmee was ook Mechatronica Valley Twente (MVT) geboren.
Koster ging, Herman Soemers kwam. ’Het primaire doel was om zorg te dragen voor goed personeel, afstudeerders en stagiaires. We hebben wat nevendoelen gedefinieerd zoals Twente op de kaart zetten als hightechregio, een jaarlijks congres organiseren en de onderlinge contacten verbeteren. In tegenstelling tot een heleboel andere netwerken dankt MVT zijn succes aan het feit dat wij er constant daadwerkelijk geld in stoppen: zesduizend euro per deelnemer per jaar. Dat zorgt voor commitment.‘
Inmiddels hebben ook Maxon, Panalytical en Viro zich aangesloten. Nummer tien is onderweg: Tecnotion, de Almelose specialist in lineaire motoren. ’Er is nog een aantal gegadigden, maar dat betekent niet dat de contributie naar beneden gaat. We houden alleen wat geld over om extra dingen mee te doen. Nóg een medewerker financieren bijvoorbeeld.‘
Ignition
’Als toeleverancier zit je in een relatief kwetsbare positie. Demcon doet het op dit moment goed want er is veel behoefte aan onze specifieke mechatronicakennis. Maar dat kan morgen anders zijn. Het is een vraag waar ik continu mee bezig ben: ’Hoe maak ik mijn positie beter verdedigbaar en minder kwetsbaar?‘ Dan moet ik nog uniekere waarde leveren, want dan ben ik nog moeilijker inwisselbaar. Dat kan door samen complexere en completere producten te leveren.‘
Dat is de gedachte achter het Ignition-initiatief. MVT wil hiermee de regio Twente op de kaart zetten als technologiehotspot. ’Waar het op neerkomt, is dat we samen meer kunnen leveren dan alleen. Met z‘n allen kunnen we complexe samengestelde modules maken. Wij zouden bijvoorbeeld het mechatronisch systeemconcept kunnen doen, waarna iemand anders de software kan uitwerken.‘ De Ignition-partners hopen dat ze met deze samenwerking een betere positie krijgen bij bestaande en nieuwe klanten dan wanneer ze het individueel zouden aanpakken.
De deelnemende partijen zijn 3T, Aeronamic, Benchmark, Bronkhorst, Demcon, IMS, Norma en TKH Group. Het Innovatieplatform Twente is medefinancier van Ignition. ’De aangesloten bedrijven zijn de meer volwassen toeleveranciers. We stelden vast dat er onderling weinig contact is, terwijl we toch zo dicht bij elkaar zitten. We kunnen elkaar heel goed helpen door elkaar te introduceren bij nieuwe klanten.‘
Samenwerking staat hoog in het vaandel bij Ignition. ’Benchmark heeft me bijvoorbeeld een keer meegenomen naar een klant in de vliegtuigindustrie. Dat is een bedrijfstak waar wij nog niet aanwezig waren, maar nu dus wel. Door elkaar te introduceren kun je elkaar relatief snel helpen.‘
Voor concurrentieproblemen is Schipper niet bang: ’We moeten alleen goede afspraken maken en zorgen dat alle deelnemers er beter van worden. Met kleinzieligheid kom je niet verder. Je moet uitgaan van eigen sterktes en niet continu bang zijn dat iemand anders de business afpakt. Demcon zit nu in een fase waarin het zich kan permitteren om heel af en toe een project te laten lopen. Uiteindelijk kiest de klant met wie hij zakendoet. Als hij voor een dubbeltje van toeleverancier verandert, moet je blij zijn dat hij weggaat. Daar moet je boven staan. Binnen Ignition zie ik die klik. Het heeft natuurlijk zijn tijd nodig voordat er wederzijds vertrouwen ontstaat, maar de bedrijven en directeuren gunnen elkaar wat.‘
Eindhoven of Twente?
Is Twente wel genoeg zichtbaar vanuit Den Haag? ’In termen van BNP is de regio Brabant veel belangrijker dan Twente. Dat begrijp ik wel. Maar ik denk dat Twente een goede tweede is als hightechregio. We doen de dingen om goed in beeld te zijn, maar we hebben een wat bescheidenere bijdrage dan de regio Brabant. Ik voel me echter niet ondergewaardeerd. Ik ga als ondernemer altijd uit van eigen kracht. Als iets je niet bevalt, dan verander je het.‘
’Er zitten hier zo veel leuke bedrijven, ook OEM‘ers zoals Panalytical. Maar de Tukker is een bescheiden mens. Dat zorgt ervoor dat we misschien wat minder goed zichtbaar zijn. Als ik zie hoeveel bedrijvigheid er is rond de universiteit, dan doen we echter voor niemand onder. We zijn wat minder dominant aanwezig, maar zonder toelevering uit Twente komt er geen ASML-machine van de band.‘
’Het moet geen issue worden: Eindhoven of Twente. Op het gebied van mechatronica heeft Nederland wereldwijd een zeer vooraanstaande positie. Wat wij hier kunnen, is echt uniek. We zouden er verstandig aan doen om samen de wereld te veroveren in plaats van elkaar te bestrijden. Dat doen we ook niet, geloof ik. De politici misschien een beetje, maar de mensen in de industrie niet.‘

Rien Koster
Dennis Schipper volgde de hts in Hilversum, waar hij zijn eerste mechatronicastappen zette. Na deze basis fijnmechanische techniek verhuisde hij naar Twente. Emigreren noemt hij het zelf. Daar studeerde hij werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente. In 1990 begon hij aan zijn promotieonderzoek. ’Er was net een studiereis geweest van een aantal hoogleraren naar Japan. Hun conclusie was dat mechatronica het geheim vormde achter het succes van de Japanse ontwikkelindustrie. EZ maakte daarom geld vrij voor mechatronica in Twente. Dat viel gelijk met de komst van Rien Koster naar de UT.‘
Het eerste project uit die school was de Mobile Autonomous Robot Twente (Mart). ’In vier jaar tijd hebben we een autonome assemblagerobot ontwikkeld. We hadden vier promovendi waarvan ik de werktuigbouwkundige was. Koster was projectleider. Het unieke aan Mart is dat hij, in tegenstelling tot conventionele assemblagelijnen, op een kar staat en naar de onderdelen toe rijdt. Hij loopt door een magazijn en pakt de onderdelen die hij nodig heeft. De assemblage doet hij op de kar zelf op weg naar de volgende positie. Het concept is uiteindelijk nooit geïmplementeerd in de praktijk, maar het ging ons om de mechatronische kunstjes. In het systeem zitten ontzettend veel slimme mechatronische oplossingen. Twente kreeg hierdoor een enorme bak kennis over autonome robots. Nu zie je dat het onderwerp weer actueel wordt.‘
Schipper bladert met een glimlach door zijn proefschrift. ’Dit is een leuk onderwerp: voorgespannen tandwielen. Als je moet kiezen voor tandwielen vanwege het koppel dat je wilt overbrengen, heb je last van speling. Normaal span je dan voor om te zorgen dat de wielen bij het maximale koppel nog in elkaar blijven zitten. Maar dan zit je bij weinig koppel opgescheept met een veel te hoge voorspanning en dus wrijving. Wij hebben die voorspanning regelbaar gemaakt zodat de wrijving steeds optimaal is.‘
’Het is ontzettend leuk om met een club jonge mensen aan zo‘n stuk techniek te werken. Voor ongeveer vijftig studenten was Mart hun afstudeeropdracht. Veel ervan zijn in de mechatronische industrie terechtgekomen: bij ASML, CCM en ook hier bij Demcon. Ook al waren het niet allemaal volbloed mechatronici. Zo‘n project zou ook nu een mooie manier zijn om mechatronica weer onder de aandacht te brengen bij jonge mensen, ze weer enthousiast te maken voor techniek en Om opzienbarende dingen te doen.‘
Zonneauto
Het gebrek aan arbeidskrachten is een grote frustratie voor Schipper. ’We zouden morgen twintig mensen kunnen aannemen, maar ze zijn er niet. Ook Enrichment Technology zoekt er honderd, ASML zelfs vijfhonderd. Ze zijn er gewoon niet.‘
Mensen uit het buitenland halen, ziet Schipper niet als oplossing. ’We hebben hier wel een Indiër en een Duitser werken, maar dat zijn toevalstreffers. Voor Demcon is het niet mogelijk om een gecoördineerde actie richting India te doen. Daarvoor zijn we te klein.‘
’De enige oplossing is om meer mensen op te leiden. Ik ben ervan overtuigd dat ze best willen, maar dat wij als bedrijfsleven nog te weinig doen. Je kunt daar de universiteit niet de schuld van geven. Die heeft niet de middelen om dat te organiseren. We doen natuurlijk al best veel. We financieren een hoogleraar, organiseren open dagen en publiceren artikelen. Ook doen we veel voor de eerste- en tweedejaars van de Saxion Hogeschool. Enthousiaste acties leiden ertoe dat meer mensen kiezen voor mechatronica.‘
Hij haalt de groep van roboticahoogleraar Stefano Stramigioli aan als sprekend voorbeeld. ’Stramigioli heeft niet te klagen. Dat komt omdat hij zelf heel enthousiast is. Hij maakt goed gebruik van ons door studenten binnen te halen voor stageplaatsen of een rondleiding. Het is niet zo heel moeilijk maar je moet het wel doen. We openen continu het bedrijf en geven ook een college over mechatronisch ontwerpen. Een wat luchtig college waarin we zeven oude projecten van Demcon behandelen.‘
Demcon werkt ook mee aan de Twentse zonneauto. Er is geen grote hoofdsponsor, maar het Twentse bedrijfsleven draagt zijn steentje bij. Schipper en zijn collega‘s bouwden de directdrivemotor en de achterbrug. ’Ook bedrijven als Thales en 3T doen een stuk. Er zit een aantal leuke uitvindingen in de wagen, dus de studenten zouden een eind moeten kunnen komen.‘
Het project demonstreert hoe makkelijk de Twentenaren samenwerken. ’Iedereen doet gewoon een stukje. Zonder te zeuren. Volgens mij is dat uniek aan Twente. Ik heb het gevoel dat de samenwerking onderling hier soepeler verloopt dan in Eindhoven. Kijk maar eens hoe makkelijk OEM‘ers en toeleveranciers samen in MVT stappen, een leerstoel financieren en met elkaar een congres organiseren. Het Programme for Hightech Systems loopt ook heel voortvarend. Veel van dit soort initiatieven zijn hartstikke goed bedoeld maar we moeten ervoor waken dat het niet al te politiek wordt. Het is bedacht door enthousiaste mechatronici die vonden dat er iets moest komen, maar vervolgens komt het in handen van de politici en dat is niet handig.‘
Apptech
Mart en de gekozen one room approach vormen de basis van Demcon. Samen met Peter Rutgers, die ook aan de assemblagerobot sleutelde, richtte Schipper in 1993 het mechatronisch ingenieursbureau op. ’Voor Peter was het duidelijk. Zijn ouders zijn ondernemers, dus hij wilde ook iets voor zichzelf. En bij mij kriebelde het ook wel‘, zegt Schipper bescheiden. ’Het oorspronkelijk doel was mechatronische ontwerpdiensten leveren. Het was duidelijk dat het nog in de kinderschoenen stond maar dat het wel potentie had.‘
’We zijn in zekere zin ook een spin-off van Philips Apptech. Koster kwam namelijk van Apptech, CFT destijds. De kennis die hij ons meegaf, was eigenlijk CFT-kennis. Omdat hij naar Twente kwam en niet in Eindhoven bleef hangen, wat een veel logischere plek was, is hier een stukje CFT-kennis omgezet in een bedrijf. Wij wilden ondernemen en daarom zitten we nu op zo‘n opvallende plaats.‘
Koster hielp Schipper en Rutgers op weg. De eerste klus voor het tweetal komt via hem: een opdracht van CFT. Ze begonnen met z‘n tweeën op een kamer bij de werktuigbouwgroep. In 1995 vertrok Demcon van de universiteit naar een eigen pand. ’Aan het begin heb je alleen onervaren mensen die rechtstreeks van de universiteit komen. Je moet gaan bouwen aan ervaring en reputatie om betere klanten te krijgen.‘ Inmiddels staan er zestig personeelsleden op Demcons loonlijst.
Vaste klanten
Een mijlpaal in de geschiedenis van Demcon is de Aap. Een kunstenaar gaf de Oldenzalers de opdracht een gerobotiseerde aap te ontwikkelen die boter-kaas-en-eieren kan spelen. Hij heeft tien jaar dienst gedaan in het revalidatiecentrum Sint Maartenskliniek in Nijmegen. ’Hij kan zijn kop en zijn ogen levensecht bewegen, inclusief de hele mimiek. Het is bijna angstaanjagend‘, zegt Schipper vol trots. ’Wij hebben het binnenwerk gebouwd: het frame, de armen, de motoren. Het project heeft ons geld gekost, maar leverde wel veel publiciteit.‘ Binnenkort komt hij waarschijnlijk weer terug naar huis omdat de eigenaren hem opruimen.
Een tweede belangrijke stap is ASML. ’We werken nu een jaar of acht voor de machinebouwer. We maken kwalificatietools. Binnen de ASML-cleanroom is een Demcon-kamer waarin de diverse machinemodules worden gekwalificeerd. We kijken volledig automatisch of de onderdelen aan alle eisen voldoen. Inmiddels hebben we zo veel kennis over de ASML-apparatuur dat we zonder lange inwerkperiodes projecten kunnen doen.‘
Sinds 2000 werkt Demcon ook voor een andere grote klant: Bronkhorst Hightech. Het bedrijf uit Ruurlo ontwikkelt en levert flowmeters. Veel van de ontwikkeling gebeurt in huis, maar het bedrijf besteedt ook een gedeelte uit. ’Het is belangrijk dat je een aantal vaste klanten hebt om voldoende cash te genereren. Die heb je nodig om je onderneming verder uit te bouwen.‘
Tough job
Wil Demcon ook eigen producten gaan maken? ’We hebben er geen roadmap voor. Het is opportunity gedreven. Gewoon je ogen openhouden. Maar het is niet de bedoeling dat we OEM‘er worden. We moeten op een slimme manier zien mee te profiteren van de door ons bedachte vindingen. Wij doen soms uitvindingen die ons 50 duizend euro opleveren. Als je dan ziet wat de klant er uiteindelijk mee verdient, dan krab je jezelf wel eens achter de oren. De waarde van wat we bedenken, is soms veel hoger dan de uurtarieven doen geloven. We zitten natuurlijk in een positie waar de klant het risico loopt. Als het niks wordt, krijgen wij gewoon ons geld en zit de klant met de gebakken peren.‘
Risicodeling ziet Schipper echter niet direct als een oplossing. ’Het zou een optie kunnen zijn als je goede afspraken maakt. Je kunt dan meeprofiteren als het product een succes is. Tuurlijk, dat willen wij ook, maar ik ben nog steeds op zoek naar de truc. Ik ken weinig succesvolle voorbeelden. We moeten ook geen verkoopbedrijf worden maar het zou goed zijn als meer zouden kunnen profiteren van het commerciële succes dat onze vindingen te weeg brengen. Dat moet met partnerships, met anderen.‘
Een goed voorbeeld is Art Innovation. Deze dochteronderneming van Demcon ontwikkelt sinds 1998 instrumenten voor kunstrestauratie. De spin-off heeft een optisch instrument op de markt om analyses van kunstwerken te doen. Onlangs is hieruit weer een start-up ontstaan richting forensisch onderzoek. ’De restauratie-instrumenten verkopen we nu wereldwijd. Dat loopt naar tevredenheid. We hebben er wel een hele verkooplijn voor moeten opzetten. Dat is een tough job en in mijn ogen niet de goede route. Je moet als ingenieursbureau niet ook nog eens sales en marketing gaan doen. Het is juist belangrijk om samen te werken met iemand die een bewezen verkoopkanaal heeft. Het is ongelofelijk kostbaar en tijdrovend om dat steeds opnieuw te doen. Een goede oplossing heb ik niet.‘