Zakken vullen met lucht
Machinebouwer Votech ontwikkelt systemen om zakken te vullen met bijvoorbeeld hondenbrokken of kattenbakkorrels. De bijbehorende palletiseerunit is elektrisch aangedreven, maar het vulstation zelf draait vrijwel compleet op pneumatiek. ’Makkelijk in te bouwen en relatief goedkoop.‘
Zo‘n tweeënhalf jaar geleden begon Pierre Dierckx voor zichzelf. Met twee compagnons – Peter Vissers en Rolf Michiels – richtte hij Votech op. Het drietal had al jarenlange ervaring in industriële zakkenvulmachines waarvan het graag in een eigen bedrijf wilde profiteren. Inmiddels is het bedrijf in Lage Mierde (onder Tilburg, tegen de Belgische grens) gegroeid tot dertien medewerkers met onder meer twee mechanica-ingenieurs en drie softwareontwikkelaars.

’We ontwikkelen en produceren verpakkingsmachines voor stortgoederen‘, vertelt Dierckx. ’Dan moet je denken aan potgrond, melkpoeder, bloem of zand, maar ook aan bijvoorbeeld hondenbrokjes. Onze apparaten vullen, sluiten en wegen de zakken. Daarnaast leveren we palletiseermachines om de zakken netjes op te stapelen. Ook kunnen we alle tussenliggende transportsystemen verzorgen en turnkey projecten doen.‘
Votech ontwikkelt vulmachines voor zakken van een tot vijftig kilo maar ’tussen twintig en vijfentwintig kilo is het meest gangbaar‘, weet Dierckx. ’We doen aan vullers voor openmondzakken en buis- en vlakfoliezakken. Openmondzakken worden al als zak aangeleverd aan de machine. Ze kunnen van papier zijn maar ook van plastic of jute, en wel of geen zijvouw hebben. Buisfoliezakken komen van een grote rol. Daar moeten we eerst een stuk vanaf knippen en dat aan de onderkant dichtmaken voordat het naar de vulmond kan. Bij vlakfoliezakken moeten we het materiaal ook in de lengterichting nog dichtsealen.‘
Zodra de zak klaar is om te worden gevuld, brengt de Votech-machine hem naar de vulmond. Er zijn twee doseerstrategieën: netto en bruto. ’Bij de nettodosering vult het systeem een weegbunker met het gewenste gewicht. Als de zak klaar hangt, gaan er twee loskleppen open en valt het product naar beneden‘, legt Dierckx uit. ’Voor veel producten werkt dat prima, maar er zijn uitzonderingen. Plakkerige producten zoals melkpoeder kunnen gedeeltelijk in de bunker blijven zitten. Ook als producten heel erg stoffen, komt niet alles uit de bunker ook daadwerkelijk in de zak terecht. Je zou dat voor een deel kunnen oplossen met een schudmechanisme, maar dat vinden wij een lapmiddel. Alleen als het echt niet anders kan, gaan we die richting op.‘

Votech kiest dan liever voor een brutodosering: de klem met de zak hangt daarbij aan een load cell die continu terugkoppelt hoeveel er al in de zak zit. Dierckx: ’We gebruiken daarvoor een weegindicator. Die heeft de intelligentie om te bepalen wanneer de zak vol gaat zijn en wanneer de toestroom dus moet worden onderbroken. Het hele weegsysteem – ook die voor nettodosering – laten we altijd certificeren door het Nederlands Meetinstituut. De benodigde nauwkeurigheid is natuurlijk afhankelijk van de wensen van de klant, maar het heeft zeker ook te maken met het specifieke product. Het heeft immers geen zin om kiezelstenen op één gram nauwkeurig af te wegen.‘
Voor de productaanvoer naar de vulmond heeft Votech meerdere mogelijkheden. Het kan met een lopende band, maar ook met een schroef of een trilgoot. ’De meest voorzichtige manier is met een lopende band. Die is zeer geschikt voor bijvoorbeeld hondenbrokken. Als je daar een schroef zou gebruiken, breek je de brokken en zit er veel te veel gruis in een zak. Dat willen consumenten niet. Voor poeders of specerijen is een schroef juist weer beter omdat je anders het gevaar loopt dat er van alles aan de band blijft plakken. In het geval van zand gebruiken we vaak een trilgoot. Zand schuurt immers heel erg, dus een band of een schroef zou je om de twee maanden moeten vervangen. Elk product heeft zo zijn eigen kenmerken. Ik zit nu dertig jaar in het vak en kan inmiddels aardig inschatten wat voor welk product het beste werkt.‘
De gevulde zakken brengt Votech naar het afsluitstation. Ook daar biedt het verschillende alternatieven: sealen, lijmen of naaien. ’De kunst is om zo veel mogelijk opties te hebben maar dat het allemaal toch modulair is‘, zegt Dierckx. ’Als je elke machine vanaf nul moet gaan ontwerpen en tekenen, is het niet meer te betalen. Daarin kan Votech zich onderscheiden; als je het ontwikkelproces goed onder controle hebt, kun je de kostprijs laag houden.‘
Een speciale module is de begasser. Daarmee blaast Votech gas in de gevulde zak zodat de zuurstofconcentratie omlaag gaat. ’Kom je onder de een procent, dan gaan alle eventuele beestjes dood en verleng je dus de houdbaarheid van het product‘, weet Dierckx. ’Voor zand en grind is dat overbodig, maar bij dierenvoeding of menselijke consumptiegoederen wordt dat steeds meer gevraagd.‘ Op weg naar de palletiseereenheid passeren alle zakken nog een metaaldetector, om verdwaalde metaalsplinters af te vangen, en een controleweger, voor een laatste check van het gewicht.

Voor de palletiseerder heeft Votech opnieuw keus. Het kan met een grijperkop die de zakken stuk voor stuk oppakt en op de juiste plek legt. Of het kan door de zakken met duwblokken naar hun plaats te schuiven. De eerste methode is relatief langzaam, maar je bent wel flexibel. Zo kunnen gebruikers zakken gedeeltelijk over elkaar heen leggen. De tweede methode is sneller en makkelijker te realiseren maar werkt alleen voor zakken waarvan de maat precies is afgestemd op de pallet. Anders krijgen de blokken ze niet netjes aangeduwd. Beide opties bouwen de pallet laag voor laag op. Als ze een laag hebben geconstrueerd, schuift het luik eronder open en glijden de zakken op de rest van de pallet die er precies onder staat. Die zakt vervolgens een stukje naar beneden, waarna het luik weer sluit en de volgende laag wordt opgebouwd.
Hartstikke knap
De x-, y- en z-bewegingen in de palletiseermachine en de duwblokken regelt Votech met servomotoren. ’Daarmee kun je mooie dynamische bewegingen maken‘, verklaart Dierckx de keuze. ’Je kunt de machine heel rustig laten draaien, zonder stress. Het heeft ook te maken met de lange afstanden die we willen overbruggen. De grijperkop en de afschuivers leggen wel anderhalve meter af. Met een luchtcilinder zou het een stuk lastiger te realiseren zijn. Ook omdat we op elke millimeter moeten kunnen stoppen. De keuze voor servo‘s ligt dus voor de hand.‘
Het vulstation werkt grotendeels met pneumatische aandrijvingen. ’De vulmond, het spreiden van de zak, het sealen, het omvouwen, het oppakken‘, somt Dierckx op, ’al die kleinere bewegingen doen we met pneumatiek. Je kunt dat vrij makkelijk inbouwen. Zou je het met motoren doen, dan krijg je een kolos van een machine. Bovendien is pneumatiek goedkoper.‘
SMC Pneumatics is huisleverancier in Lage Mierde. Waarom heeft Votech juist voor deze pneumatiekspecialist gekozen? ’SMC heeft natuurlijk prima producten, maar dat is niet de hoofdreden‘, antwoordt Dierckx. ’Andere partijen hebben dat immers ook. Het belangrijkste is dat SMC ons het beste heeft geholpen bij de start van ons bedrijf. Op dat moment hadden we natuurlijk nog geen groot budget. Niet iedereen was bereid om ons te steunen.‘

Voor SMC was het een bewuste keuze. ’Pierre vertelde ons wat hij met Votech van plan was en wie er allemaal achter stonden‘, aldus SMC-accountmanager Marco van der Donk. ’Dat gaf ons vertrouwen. We geloofden erin en besloten te investeren. Wij hebben natuurlijk maar invloed op een klein deel van de machine, maar daar hebben we ook onze verantwoordelijkheid genomen. Anders zou Votech een kip-of-ei-probleem hebben. We hebben dus aan het begin wat producten beschikbaar gesteld.‘
Dat heeft SMC geen windeieren gelegd; ten opzichte van het eerste jaar was de omzet in het tweede jaar vijf keer zo hoog. ’Dat vind ik hartstikke knap. Zo‘n machine is een behoorlijke investering, maar Votech weet zijn klanten toch te overtuigen om dat bij een beginnende partij te doen.‘
Overkill
Om de samenwerking te versoepelen, maken Votech en SMC gebruik van een aantal standaarden. Van der Donk: ’We hebben een uitgebreid assortiment, maar het is tijdrovend om voor elk probleem door de brochure te bladeren op zoek naar de beste oplossing. In overleg met Votech hebben we daarom een set standaard componenten gedefinieerd. Voor de eerste machine was dat natuurlijk lastig, maar inmiddels hebben we alle onderdelen vastgelegd: standaard cilinders, standaard luchtverzorgingsunit, standaard besturing. In negentig procent van de gevallen kan Votech daarmee uit de voeten. Voor de rest hoeven ze maar een belletje te plegen naar ons kantoor in Amsterdam. Daar zit iemand die volledig op de hoogte is van hoe Votech zijn machines bouwt.‘
Dierckx vult aan: ’Voor ons werkt dat heel handig. Er is weinig variatie in de pneumatische componenten die we gebruiken. Dat betekent dat wij ook een deel op voorraad kunnen houden. Als je honderd verschillende onderdelen gebruikt, is dat niet te doen. Maar nu het er maar een paar zijn, kan dat prima.‘
De relatie tussen Votech en SMC gaat verder dan die van toeleverancier-afnemer. Samen werken ze ook aan de verbetering van de machines. ’Dat is echt een wisselwerking‘, zegt Van der Donk. ’De ene keer komt Votech met een idee, de volgende keer zien wij een verbeterpunt. Kijk, de bewegingen zijn geen rocketscience. Qua pneumatiek is het vrij standaard. De uitdaging zit ‘m erin dat je geen overkill aan componenten in het systeem wilt hebben. We kunnen natuurlijk korting geven, maar we kunnen er ook gezamenlijk voor zorgen dat Votech met minder componenten toe kan. In een complete machine zit misschien voor duizend euro aan pneumatiek. Als we dat voor negenhonderd euro kunnen leveren door een componentje weg te laten, dan vind ik het onze taak om dat te melden. Dat vertrouwen moeten we naar elkaar hebben. Uiteindelijk verdient dat zich terug omdat de machine beter wordt en Votech er dus meer van zal verkopen.‘
Dierckx: ’In de huidige markt moet je gewoon supersnel kunnen schakelen. Niet alleen de machinebouwer, de toeleveranciers moeten mee. Er zijn nauwelijks meerjarige contracten meer. Ieder jaar wordt alles uitgespeeld en wacht iedereen tot het laatste moment met beslissen. Als ze dan eenmaal de knoop hebben doorgehakt, moet je heel snel kunnen leveren. We hebben laatst nog een project gedaan: in twee maanden van bestelling tot oplevering van de complete lijn. Je hebt een toeleverancier nodig die die dynamiek begrijpt.‘
Dozen
Hoe verklaart Dierckx het succes van Votech? ’Het begint bij een goede machine. We letten erg op de kwaliteit, op degelijkheid, op robuuste constructies. We hangen onderdelen bijvoorbeeld aan twee punten op in plaats van alleen in het midden. Of we gebruiken twee geleidingen waar anderen vinden dat ze aan één geleider genoeg hebben. Dat is functioneel gezien ook zo, maar onze systemen draaien veel stabieler. Het is geen stressmachine.‘
’Veel fabrikanten zeggen dat hun systeem het snelste is, maar aan het eind van het liedje komt er uit alle machines vrijwel hetzelfde aantal zakken. Daar zit niet overdreven veel verschil in. Ook de prijzen zitten vaak op hetzelfde niveau. Zo‘n project moet je toch worden gegund. De meeste klanten die we hier over de vloer krijgen, zijn directeur-eigenaar, ondernemers dus die wellicht zichzelf terugzien in ons.‘
Dierckx kijkt met vertrouwen naar de toekomst: ’Ik denk dat we met onze technieken ook terechtkunnen op andere markten. Daar ben ik heilig van overtuigd. Het gebeurt vaak genoeg dat als ik ergens een bedrijf binnenloop, ergens waar ik niks mee te doen heb, ik snel zie waar ze nog kunnen verbeteren. Ook doen we nu zakken, maar we zouden prima ook dozen kunnen stapelen. Dat is maar een kleine aanpassing aan de machine. Zo zijn er legio zaken waar we verder kunnen groeien.‘