West-Vlaams technologiecentrum mechatronica in de maak
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en Sirris richten nog dit jaar een toptechnologiecentrum op in West-Vlaanderen. Kostenplaatje voor de oprichting van het centrum wordt op 4 miljoen euro geraamd. Het centrum zal zich richten op de fabriek van de toekomst, machinebouw en mechatronica.
Economische spelers en beleid zetten opnieuw zwaar in op de industriële sector, aldus Sirris. In West-Vlaanderen, de provincie met de meest geïndustrialiseerde economie, krijgt dit concreet vorm. Bijna een kwart van de Vlaamse industriële tewerkstelling wordt gegenereerd door West-Vlaamse ondernemingen. De helft daarvan is terug te vinden in de machinebouw en mechatronica. Met meer dan een kwart van de tewerkstelling in de metaalverwerkende sector en zelfs meer dan 40 procent van de Vlaamse tewerkstelling in de mechatronica is dit cluster heel belangrijk voor West-Vlaanderen. Alleen al in West-Vlaanderen biedt deze sector werk aan 42 duizend mensen.
West-Vlaanderen, het enige provinciebestuur dat met West Deal een eigen economisch beleidsplan heeft opgesteld, blijft investeren in de industrie als motor voor de West-Vlaamse economie. Speerpunt van West Deal zijn de fabrieken van de toekomst, een bundeling van krachten en expertise om gezamenlijk werk te maken van strategische domeinen waarmee de clusters zich kunnen versterken op het vlak van onderzoek, opleiding, infrastructuur, mkb-dienstverlening en branding. Uit een studie van Econopolis (onder leiding van econoom Geert Noels) bleek dat nieuwe materialen, voeding en blue energy de sectoren zijn waarin West-Vlaanderen excelleert. Machinebouw en mechatronica worden initieel aanzien als een horizontale pijler die essentieel is voor de ontwikkeling van de andere clusters.
Medio vorig jaar werd beslist deze vierde poot op te zetten. ‘Machinebouw en mechatronica heeft als sector niet alleen een zeer grote maatschappelijke waarde in onze contreien, we botsten in de ontwikkeling van de drie ‘verticale’ fabrieken vaak op de scheidingsmuur met dit vierde cluster’, aldus Jean de Bethune, gedeputeerde voor economie. Samen met Sirris werd Jos Pinte in de arm genomen om te bepalen welk technologisch domein bijzondere onderzoeksaandacht verdient ten dienste van de drie eerder genoemde clusters en complementair aan wat er op Vlaams niveau leeft.
‘De keuze voor Jos Pinte was logisch’, vertelt Herman Derache, algemeen directeur van Sirris. ‘Pinte was twaalf jaar lang algemeen directeur van Sirris en een van de geestelijke vaders van Made Different, een initiatief van Agoria en Sirris om de maakindustrie te helpen transformeren naar fabrieken van de toekomst. Grondige kennis van het werkveld en de West-Vlaamse bedrijven was belangrijk, maar uiteraard ook kennis van de technologische evoluties, vooral om het toekomstig potentieel ervan te kunnen inschatten.’
Het onderzoek van Pinte bracht Industrie 4.0 naar voor als focusdomein voor een nieuw en toekomstgericht technologiecentrum. ‘Binnen Industrie 4.0 is de koppeling tussen reële en virtuele realiteit niet weg te denken. Ze biedt tal van mogelijkheden, zowel product- als procesmatig’, aldus Pinte. ‘Uit de studie kwam een aantal thema’s naar voren waar rond een unieke en toekomstgerichte expertise zal worden opgebouwd om onze Vlaamse industrie de 4.0-kar niet te laten missen: cyberfysische systemen, genetwerkte productie, flexibele en slimme automatisering, augmented reality, zelfsturende systemen en integrale productontwikkeling.’
Op basis hiervan vonden de sector en de overheid, Sirris en de POM West-Vlaanderen elkaar vlot. Al snel bereikten ze een conceptueel akkoord om voluit te gaan voor de ontwikkeling van een ‘Technologiecentrum Industrie 4.0 machinebouw & mechatronica’. Derache: ‘Voor Sirris zal dit, naast een antenne van Flanders Make, ook een bijkomende lokale uitvalsbasis vormen. Op die manier hopen wij de vele West-Vlaamse mkb’ers nog beter te kunnen bereiken en te ondersteunen in hun technologische innovaties.’