‘Voorname rol cobots in reshoringtrend postcorona’

De markt voor industriële cobots groeit van 981 miljoen dollar dit jaar naar 7,97 miljard dollar in 2026. Dat voorspelt onderzoekbureau Markets and Markets. Met Arwen Peters van cobotspecialist Olmia Robotics besprak Mechatronica&Machinebouw de stand van cobotland en de belangrijkste trends en ontwikkelingen.

Alexander Pil
3 juni 2020

Cobots zijn al geruime tijd op de markt. Zo lang dat het niet meer nodig is om te verduidelijken dat het collaboratieve robots zijn. De nieuwigheid is er inmiddels wel vanaf. ‘Dat zou je misschien denken’, zegt Arwen Peters van Olmia Robotics. ‘Maar in de praktijk moeten we nog veel missiewerk doen en heel regelmatig het verschil uitleggen met traditionele, industriële robots.’

Op de markt verschijnen steeds meer kant-en-klare oplossingen op basis van cobots, zoals dit palletiseersysteem van Olmia Robotics.

Als Peters en haar collega’s eenmaal duidelijk hebben kunnen maken wat de voordelen zijn, willen sommige bedrijven hun cobotcollega liever vandaag dan morgen in dienst nemen. Peters: ‘Het helpt dat cobots aan bekendheid winnen en er al flink wat in Nederland draaien. Je kunt laten zien hoe ze werken en zo de drempel voor ondernemers verlagen.’ Steeds meer bedrijven staan daarom open voor cobots. En niet alleen voor de standaard cobotarmen, maar ook voor autonome mobiele robots (amr’s).

‘Nu in de coronacrisis merk ik echter dat de meeste bedrijven huiverig zijn om investeringen te doen. Behoorlijk wat projecten die we op stapel hadden staan, zijn tot nader orde uitgesteld’, vertelt Peters. ‘Dat gezegd hebbende, denk ik dat er voor cobots een glorieuze toekomst is weggelegd in de Nederlandse maakindustrie. De crisis maakt duidelijk hoe afhankelijk we zijn van machines en fabrieken in het buitenland. Ik vermoed dat daardoor meer productie wordt teruggehaald naar Nederland, of er op zijn minst grotere voorraden worden aangelegd. Daar zie ik cobots een voorname rol spelen.’

Meer grip

Een doorslaggevende factor in de acceptatie van cobots is de doorontwikkeling van grippers. In de begindagen waren er nog nauwelijks grijpers of andere opzetstukken op de markt die geschikt waren voor cobots. ‘De toepassing van cobots wordt voor een belangrijk deel bepaald door de gripper of de tool die je erop zet. Het is dus zaak om precies het goede hulpstuk te kiezen’, benadrukt Peters. ‘Voor cobots zijn de eisen wezenlijk anders. Tools moeten immers collaboratief zijn, wat betekent dat ze veilig moeten zijn voor hun menselijke collega’s.’ Denk aan afgeronde hoeken en gecontroleerde knijpkracht.

Inmiddels is die markt volwassen geworden. Grijpers worden steeds slimmer en flexibeler waardoor ze multifunctioneel inzetbaar zijn. Omdat die adaptiviteit een van de sleutelkenmerken voor cobots is, is dat een belangrijke ontwikkeling.

De 3FG15-grijper van Onrobot is zeer geschikt voor machinebelading. Foto: Onrobot

Ook verschijnen er steeds meer oplossingen die specifieker zijn toegespitst op een bepaalde toepassing of branche. ‘Neem de 3FG15 van Onrobot die met drie vingers heel stabiel ronde producten tot vijftien kilogram kan grijpen en heel geschikt is voor machinebelading’, geeft Peters een voorbeeld. ‘Of de Gecko SP, ook van Onrobot, die vanderwaalskrachten gebruikt om producten met heel gladde oppervlaktes op te pakken en daarmee zeer interessant is voor de elektronica-industrie.’

Een cobotvoorloper als Universal Robots heeft zijn UR+-omgeving gecreëerd. Leveranciers die een tool willen maken dat is bedoeld voor de Deense cobots, kunnen daar een aanvraag doen. Als hij matcht met de software van Universal Robots, kom je in de shop, bijna als een appstore, en krijg je ondersteuning van UR.

Random bin picken met een cobot is tegenwoordig eenvoudig te realiseren. Foto: Olmia Robotics

Ook in randapparatuur is er meer en meer voorhanden. Peters: ‘We liepen er bij Olmia Robotics zelf tegenaan dat er nauwelijks producten te koop waren waarop je een cobot kunt monteren. We hebben toen zelf een poot ontwikkeld.’ En ze geeft nog een voorbeeld: ‘Met een cobot kun je prachtig palletiseren. Je wilt hem echter niet verankeren, maar hem de ene dag bij de ene lijn en de volgende dag bij de andere lijn inzetten. Daarvoor hebben we een flexibele oplossing bedacht.’

Veel andere partijen zijn ook bezig met vergelijkbare oplossingen op basis van cobots. Zo heeft Dormac, de importeur van de Koreaanse Doosan-cobots, een kant-en-klaar machine op de markt gezet waarmee je secuur kunt afbramen, inclusief afzuiging. Peters verwacht een groeiend aanbod van zulke systemen waarin een cobot een centrale rol speelt.

Nat gaan

Een andere trend die Peters ziet, is dat de cobots hun beloftes ook daadwerkelijk in de praktijk inlossen. ‘Een paar jaar geleden zag je regelmatig filmpjes online over fantastische toepassingen van cobots. Wat ze dan vergaten te vermelden, is dat het ging om een test waarin gigantisch veel werk zat en die bovendien alleen in een gecontroleerde laboratoriumsituatie kon worden uitgevoerd’, aldus Peters.

Olmia Robotics levert ook de autonome mobiele robots van het Deense MIR in Nederland. Foto: MIR

Daarop is Olmia Robotics ook wel eens nat gegaan, geeft Peters toe. ‘We hebben ooit een product aangeschaft dat zogenaamd bedoeld was voor cobots. Toen we het in onze handen kregen, bleek dat het nog niet voldoende was uitontwikkeld om praktisch toepasbaar te zijn. Ook veel visionsystemen hadden in die tijd tig foto’s nodig om een product te kunnen aanleren. Daardoor waren ze niet gebruiksvriendelijk en flexibel genoeg voor typische cobottoepassingen waar je snel wilt kunnen schakelen.’

Inmiddels is de technologie veel verder en zitten er geen addertjes meer onder het gras. ‘Neem random binpicken, het summum van pick and place’, zegt Peters. ‘De 3d visionsystemen zijn nu zo geavanceerd dat een cobot losse items uit een bak kan pakken, zonder dat het dagen duurt om de algoritmes te trainen. Met deep learning en een beschikbare database van honderdduizend andere producten kun je dat snel implementeren.’

Keuze is reuze

Olmia Robotics heeft een ‘voorliefde’ voor een aantal cobotmerken. ‘We zijn gecertificeerde integrator van Universal Robots. In de markt is daar het meeste vraag naar’, vertelt Peters. Olmia Robotics is ook dealer van de Sawyer, de eenarmige cobot die na het faillissement van ontwikkelaar Rethink Robotics onderdak heeft gevonden bij het Duitse Hahn. ‘En we zijn erg weg van twee Koreaanse merken: Doosan en Hanwha.’

Het menselijke karakter van Sawyer komt goed tot zijn recht in onder meer sociale werkplaatsen. Foto: Hahn

De keuze is reuze, blijkt uit de referentiewebsite Cobotics World. Het geeft een overzicht van meer dan honderdvijftig cobotmodellen van ruim vijftig fabrikanten. ‘Weliswaar niet allemaal in Nederland verkrijgbaar, maar het geeft wel aan dat veel leveranciers moeten vechten voor hun plek’, aldus Peters die vanzelfsprekend hoge verwachtingen heeft van de Olmia Robotics-merken. Zelfs van Sawyer waarvoor het doek toch leek gevallen? ‘In een industriële setting is een cobot met een gezichtje te antropomorf, denk ik. Daar willen ze een cobot vooral als een ding zien. Maar dat menselijk trekje komt juist prima tot zijn recht in bijvoorbeeld een sociale werkplaats.’