Voedselproducenten vinden weg naar tuinbouwspecialist Crea-Tech

Tuinbouw was jarenlang de onbetwiste thuismarkt voor Crea-Tech. De crisis maakte echter duidelijk dat de machinebouwer uit Ter Aar zijn horizon moest verbreden. Via via scoorde het kleine bedrijfje een opdracht voor koffiegrootheid Starbucks. De no-nonsenseaanpak van oprichter en directeur Paul van der Laan lijkt ook in de foodindustrie aan te slaan.

Alexander Pil
3 juli 2013

Crea-Tech uit Ter Aar heeft een lastige periode achter de rug. De machinebouwer maakte verlies, met 2009 als financieel dieptepunt. ’Na dat rampjaar was het direct duidelijk dat het zo niet verder kon‘, vertelt oprichter en directeur Paul van der Laan. ’De tuinbouw is onze corebusiness maar eigenlijk doen we gewoon product handling. We kunnen dus net zo goed oplossingen verzinnen voor andere industrieën. Food lag voor de hand omdat we toch al veel met roestvrij staal werken.‘

Crea-Tech uit Ter Aar is van oudsher gespecialiseerd in machines voor het verpakken van planten. Voor de beoordeling van bijvoorbeeld deze potrozen werkt het bedrijf nauw samen met de Eindhovense visionspecialist Aris.

Een eerste klant vond Crea-Tech via A. Hagoort Besturingstechniek uit Anna Paulowna. ’Dat bedrijf doet werk voor ons maar maakt ook besturingen voor grote bakkerijen zoals Bakkerij Kamstra uit Wolvega. Daar produceren ze voorgesneden en belegde broodjes voor de horeca‘, zegt Van der Laan. ’Het logistieke proces lijkt heel erg op wat we in de tuinbouw gewoon zijn. Als de broodjes zijn gebakken, worden ze direct ingevroren tot -40 graden Celsius. Een heftruckchauffeur in een eskimopak rijdt op en neer tussen de oven en de vriescel. Slechts dertig procent van die cel was beschikbaar voor de opslag omdat de heftruck de rest nodig had om te kunnen manoeuvreren. We hebben daar eenzelfde autonome trein geïnstalleerd als we ook vaak doen in kassen. Die rijdt de broodjes in de cel en haalt ze er ook weer uit. Zo konden we het omdraaien naar negentig procent opslagcapaciteit en niemand meer in de cel.‘

Prestigieuzer is de opdracht voor een toeleverancier van Starbucks. Van der Laan: ’We hadden een Amerikaanse klant die kruiden produceerde. Dat bedrijf ging failliet en werd overgenomen door een heel grote partij, Rocket Farms, voor wie kruiden een van de vele businessunits is. De CEO kwam hier langs en ik deed mijn verhaaltje. Zo‘n kwekerij met honderdvijftig man, dat vond hij niet spannend. ’Ik heb een bakkerij waar 2500 mensen werken. Ga daar maar eens kijken.‘‘

Van der Laan trok naar Denver, waar Rocket Farms zo‘n twee miljoen cakelolly‘s per week maakt voor Starbucks. De basis is een balletje cake. Die wordt gedraaid door een machine en kun je al gelijk eten. Starbucks wil hem als lolly verkopen bij een kopje koffie. Je prikt de cake dus op een steeltje die in de chocolade is gedoopt. Het geheel laat je twee uur koelen zodat het vastzit. Vervolgens doop je de cakelolly in de warme chocolade en strooi je er wat versiersels op.

’Ik liep er rond met de board‘, herinnert Van der Laan zich. ’’Zo‘n werkplek hier kost toch vijftigduizend dollar‘, zei ik, waarop ik hartelijk werd uitgelachen omdat het in Amerika veel goedkoper zou zijn. Dus ik reken ze voor: de mensen verdienen zo‘n tien dollar per uur, de plek is twintig uur per dag bezet, dus dat is tweehonderd dollar per dag, duizend dollar per week en vijftigduizend dollar per jaar. Dat was wel even een eyeopener voor ze. Als ik met een machine vier stoelen kan vervangen, bespaarden ze dus tweehonderdduizend dollar per jaar.‘

 advertorial 
Daan Meijsen

Ingredients enabling carbon neutrality of warehouse systems

5 oktober 2023 vindt de INCOSE-NL workshop 2023 plaats, met spreker Daan Meijsen van Vanderlande. Tijdens de workshop krijg je inzicht in de verschillende cross-cutting duurzaamheidsperspectieven voor hightech systemen. Bekijk het volledige programma online en registreer nu!

Uiteindelijk focuste Crea-Tech zich op een deel van de productie: de stap waarbij de steeltjes in de chocola worden gedoopt en daarna in de cake worden gestoken. Van der Laan had wel een idee hoe hij dat kon automatiseren. Vanuit de tuinbouw had hij al ervaring met het dispenseren van stokjes. Een begonia heeft namelijk ook twee stokjes nodig om langs te groeien. ’We hadden zo‘n systeem nog niet zelf gemaakt maar ik kende wel een bedrijf dat het maakte. Helaas bleek de snelheid te laag. Ik had het erover met een ander contact en die vertelde dat hij iemand in dienst had die bij Loréal had gewerkt. Bij de productie van mascarastokjes bood het systeem steeds negen stokjes tegelijk aan. Dat paste goed bij de eisen van de cakelolly‘s. We hebben toen een dispenser gebouwd waarin je aan de bovenkant tienduizend stokjes kunt gooien. Een robotarm met negen grijpers doopt tegelijk negen stokjes in de chocola en steekt ze daarna tegelijk in de cake. Door dat ritmisch te doen, halen we een capaciteit van tienduizend lolly‘s per uur. Met acht man konden ze dat bijna. Nu staat er in Denver één lijn met acht man en één lijn met onze machine en één operator, beide met dezelfde output.‘

Crea-Tech is merktrouw: robotarmen komen van Fanuc, PLC‘s van Omron en motoren van Lenze. ’De prijs is goed, het spul gaat niet stuk, dus klaar.‘

Buitenstaander

’Je moet het proces zien‘, vat Van der Laan samen waar het bij automatisering om draait. ’In Denver hadden ze bijvoorbeeld al een eigen machientje staan voor het dopen van de cakeballetjes. Een operator moet daar drie lolly‘s in steken en iemand anders haalt ze er weer uit. Als je honderd miljoen lolly‘s per jaar moet doen, heb je een hele straat van die machientjes nodig. Nu gebeurt dat in twee lijnen waar zestien personen werken. Dat kost dus achthonderdduizend dollar per jaar aan salaris alleen. Ik kan ze niet allemaal wegautomatiseren, maar een besparing van zeven ton per jaar moet kunnen. Ze wilden er nog even over nadenken. ’Prima‘, zei ik, ’maar elke eerste van de maand als je de wc doortrekt, moet je zeggen: ’Weer honderdduizend dollar weg.‘‘ Drie weken later kreeg ik een mail: ’I can‘t shit anymore, come over here‘‘, lacht Van der Laan. De deal was daarna snel beklonken.

Crea-Tech had echter weinig kaas gegeten van chocolade. ’Mijn truc is dan: zoek een bedrijf dat er wel verstand van heeft‘, bekent Van der Laan. ’Dat vond ik in België: Prefamac. Dat bedrijf is gespecialiseerd in chocoladeverwerkende apparatuur. Omdat ik als buitenstaander neutraal naar hun oplossing kan kijken, zag ik nog wel een verbeterpunt. Ze pompten de chocola naar de dompelbak, maar dat moest zo vaak dat die pomp elke minuut zo‘n twintig seconde moest draaien. Dat gaat die pomp niet lang volhouden: na een paar weken is hij kapot. Mijn voorstel was om continu te blijven pompen en de overloop terug te leiden naar de tank. Dat kost wel wat meer stroom, maar de Amerikanen geven daar niet zo veel om. Bovendien gaat de pomp een paar jaar mee.‘

De machinebouwer uit Ter Aar ontwikkelt nu hard aan deze nieuwe machine voor het dompelproces. Binnen drie maanden hoopt Crea-Tech die te kunnen opleveren. Ook is het bezig het decoreren te automatiseren. Mogelijk kan een samenwerking met een Zwitserse specialist op dat gebied tot een goede oplossing leiden.

Crea-Tech levert ook consultancy. Met een cameraatje neemt Paul van der Laan dan het proces op, waarna hij advies geeft over mogelijke automatiseringsstappen. Soms komt dan boven water dat een klant een deel van het proces wil aanpakken waar nauwelijks winst te halen is.

Merktrouw

Paul van der Laan werkte in de jaren negentig als technicus en programmeur voor Hawe, een bedrijf dat zich richt op intern transport in de tuinbouw. Vijftien jaar geleden besloot hij de sprong te wagen en richtte Van der Laan zijn eigen bedrijf op: Crea-Tech. Door zijn nieuwe rol kreeg hij een andere kijk op de tuinbouwwereld. ’In die markt draait het allemaal om de aanschafprijs‘, merkte Van der Laan. ’Daar wordt over onderhandeld maar niemand heeft het over reservemotoren, een back-uplijn of een gebruikersvriendelijke machine. Dat verbaasde me wel. Ik vind dat ze zouden moeten kijken naar het rendement van de machine. Lekker spannend als je een goedkopere machine hebt maar twee keer per dag moet ombouwen naar een andere maat. Dat moet gewoon met een druk op de knop gebeuren.‘

’Niemand doet aan preventief onderhoud‘, gaat Van der Laan verder. ’Ze hebben wel een dikke BMW voor de deur staan die ze netjes naar de garage brengen als het instructieboekje zegt dat het tijd is voor een controlebeurt. Dat vinden ze heel normaal, maar met hun machines gaan ze heel anders om. Dat vind ik vreemd. Als je acht miljoen planten per jaar produceert, dan ben je geen kwekerij meer maar een fabriek. En daar horen industriële machines bij van industriële kwaliteit. Daarom lijkt het soms of onze machines te luxe zijn voor de tuinbouw. Crea-Tech kijkt echter niet wat het kost, we kijken wat er nodig is. Gelukkig krijgen de grote bedrijven dat een beetje door en hebben ze het geld ervoor over.‘

Van der Laan gelooft heilig in specialismen. ’Als we een probleem hebben om de juiste motor te vinden voor een trein, rijden we naar Den Bosch, naar Lenze. Daar zit iemand die continu dat soort vragen krijgt, dus weet je dat je het beste antwoord krijgt. Dat is dan misschien achthonderd euro duurder maar draait nu al twaalf jaar zonder storingen terwijl de oude elk half jaar moest worden vervangen.‘

De Crea-Tech-directeur zegt erg merktrouw te zijn. ’Robotarmen betrekken we altijd bij Fanuc. Heel veel slechte merken heb je niet; Kuka of ABB zijn ook prima. Wij hebben ooit gekozen voor Fanuc en dan stap je daar niet zo makkelijk meer van af. Als de kwaliteit uit de pas gaat lopen, is het natuurlijk een ander verhaal. Dan stoppen we ermee. Maar verder kost het gewoon heel veel geld om over te stappen naar een andere servo-unit.‘ Op dezelfde manier koopt Crea-Tech zijn PLC‘s bij Omron. ’De prijs is goed, het spul gaat niet stuk, dus klaar‘, luidt de nuchtere uitleg.

Omdat Crea-Tech werkt met levende producten is het lastig een machine vooraf uitentreuren te modelleren. Het bedrijf knutselt daarom eerst een prototype in elkaar. Pas als het werkt, komt het ontwerp op papier.

Lachertje

Ook in het designproces hanteert Crea-Tech een no-nonsenseaanpak. ’Vroeger werkte ik zelf met Autocad, maar daar ben ik mee gestopt. Ik werk nu met balpencad‘, lacht Van der Laan. ’Met m‘n balpen maak ik een schets en daarmee loop ik langs bij een van mijn ontwerpers. Je denkt in de moderne tijd dat je alles designt op de computer. 3D, geweldig, maar het moet nog wel even werken in de praktijk. Wij knutselen eerst een prototype in elkaar, lekker amateuristisch. Dan draaien we met het product en pas als het werkt, zetten we het op papier. De omgekeerde wereld eigenlijk.‘

Onbeslagen komen de Crea-Tech-ontwerpers niet ten ijs omdat ze kunnen terugvallen op een bibliotheek aan eerdere designs. In de praktijk leren ze wat er wel werkt en wat niet. ’Het zou een mooi succesverhaal zijn, maar helaas zitten we er ook wel eens naast‘, geeft Van der Laan toe. ’Dat komt doordat we met levende producten werken. De grootte van de plantjes is bijvoorbeeld afhankelijk van het seizoen. Dat kun je nauwelijks modelleren. Wat dat betreft, zijn die lollystokjes eigenlijk een lachertje.‘

Van der Laan haalt nog een voorbeeld aan. Voor een Engelse klant bouwde Crea-Tech onlangs een machine om basilicumplantjes in te pakken. Dat kruid blijkt een heel gevoelig blad te hebben. Voordat de basilicum bij de inpaklijn komt, heeft hij al een paar klappen gekregen. De laatste optater als het plantje in zijn hoesje valt, blijkt fataal. Crea-Tech had nog wel andere oplossingen in zijn bibliotheek om de klap wat te verzachten, maar helemaal schokloos? Nee, daarvoor moesten de Ter Aarse ontwerpers terug naar de tekentafel. Op dit moment sleutelen ze aan een alternatief. Het concept werkt al, nu volgt nog een testfase van een maand.

Eerlijk

Een ander stokpaardje van Van der Laan is samenwerking. ’Ik kijk altijd eerst wat er op de markt is. Als dat goed is, moet je zo‘n machine niet zelf verzinnen. Voor een Deense klant hebben we pas een inpakstation gemaakt voor snackworteltjes. Vrij rechttoe rechtaan voor ons, maar om de puntzak moest een klipje met een datum komen. In Duitsland vonden we een goede partij, Hartmann, die precies zulke machines levert. Prima, dan hoeven wij die echt niet zelf uit te vinden. Dan koop je zoiets in. Dat doen we bijvoorbeeld ook met labelaars.‘

Het moet wel eerlijke samenwerking zijn. Van der Laan heeft ervaren dat je niet iedereen zomaar kunt vertrouwen. ’Voor een deel van een lijn schakelde ik een bedrijf in omdat dat precies de aanvullende machines had. Het project was succesvol, maar die partner verkocht daarna nog zo‘n lijn zonder ons daarin te betrekken. Helaas zie je dat vaker. Ik ben dan snel klaar met je. Het mooie is dat wij nog vier van zulke lijnen hebben verkocht samen met een andere partij en er veel meer aan hebben verdiend‘, zegt Van der Laan met een grote glimlach op z‘n gezicht.