Vijf jaar topsectorenbeleid in drie verworvenheden en drie ambities
NTS Group-ceo Marc Hendrikse nam half september de plaats in van Amandus Lundqvist als boegbeeld van de topsector Hightech Systemen & Materialen (HTSM). Hij benoemt drie verworvenheden van vijf jaar topsectorenbeleid en drie ambities voor de toekomst.
VERWORVENHEDEN
1. Samenwerking
‘Het topsectorenbeleid kende een moeizame aanloop, maar inmiddels weten bedrijven en kennisinstellingen elkaar beter te vinden dan in het verleden het geval was. De hightechindustrie investeert een half miljard euro per jaar in publiek-private samenwerking. Afgezet tegen de eerste en tweede geldstroom – samen ruim vier miljard euro – is dat echt een substantieel bedrag. Zeker als je meeweegt dat de kennis niet exclusief toegankelijk is voor betrokken bedrijven.’

‘De trage start had te maken met een omschakeling in het denken die moest worden gemaakt. Aanvankelijk wilden kennisinstellingen hun eigen agenda blijven bepalen, terwijl de industrie voor wat betreft het topsectorenbeleid daarin leidend is. Bedrijven moesten eraan wennen dat ze geen subsidie kregen. De toeslag van de overheid voor publiek-private samenwerkingsverbanden gaat immers naar de kennisinstellingen.’
2. Onderwijs
‘Ook dit ging in eerste instantie niet zo snel als de industrie graag zou zien, maar inmiddels werken veel beroepsonderwijsinstellingen samen met bedrijven. Op mbo-niveau zijn er de centra voor innovatief vakmanschap gekomen en op hbo-niveau de Centers of Excellence. Die zijn buitengewoon belangrijk om over voldoende gouden handjes te blijven beschikken in de toekomst.’
3. Op de kaart gezet
‘Nederland wordt internationaal niet gezien als een industrieland, maar samen met de overheid weten we inmiddels die indruk bij te sturen. Het Beierse industriecluster gaat bijvoorbeeld kennis en expertise uitwisselen met de Brainport. Dat ze daar zien dat we hier iets te bieden hebben, is duidelijke vooruitgang. Hetzelfde geldt voor samenwerking met Singapore op het gebied van robotica en met Japan voor nanotechnologie en robotica. We beginnen een reputatie op te bouwen als hightechland.’
‘De Hannover Messe in 2014 heeft ook veel betekend voor onze bekendheid. Toen bondskanselier Merkel de Holland High Tech-stand bezocht – we waren partnerland – verwachtte ze ook Rutte te zien. Dat trok al aandacht, maar ze was zo onder de indruk dat ze prompt besloot om een tegenbezoek te brengen aan de Brainport. Dat was een geweldige pr-overwinning.’
AMBITIES
1. Maatschappelijke uitdagingen
‘Wat betreft het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen heeft het topsectorenbeleid nog maar weinig concreets opgeleverd. Die koppeling moeten we sterker maken. Wij zeiden als topsector al in 2011 dat we oplossingen bieden voor de maatschappelijke uitdagingen. Maar ik ben er geen voorstander van om vanuit die maatschappelijke uitdagingen te redeneren. We moeten kijken wat voor competenties we in huis hebben en daar de problemen bij zoeken waar we iets kunnen bijdragen. De structuren daarvoor zijn inmiddels opgezet.’
2. Investeringen
‘Tegelijk met het topsectorenbeleid werd het aardgasbatenfonds afgeschaft en werd er bezuinigd op kennisinstellingen. Dat is deels gecompenseerd door investeringen van de industrie, maar uiteraard volgens haar agenda. Dat doet pijn, dat begrijp ik. Universiteiten en organisaties als TNO hebben echt klappen gekregen. Volgens mij moet je daar echter niet het topsectorenbeleid de schuld van geven.’
‘Een breed front pleit ervoor om een miljard euro extra te investeren in onderzoek en ik heb goede hoop dat de politiek die oproep serieus neemt. De groeicijfers van de industrie en in het bijzonder de hightech zijn bovengemiddeld, waardoor duidelijk is geworden hoe belangrijk de industrie is voor het land.’
‘Ook de kleinere bedrijven hebben wel enige reden tot klagen. De meeste hebben niet veel aan de topsectorprogramma’s en de MIT-regeling was in het begin te klein en is nog steeds niet voldoende. Deze groep bedrijven heeft subsidieregelingen nodig. Ik ben daar ook voor: het topsectorenbeleid gaat erom partijen bij elkaar te brengen en als daar subsidie voor nodig is, moeten we dat doen.’
3. Cross-sectoraal
‘Aanvankelijk gingen individuele topsectoren hun eigen weg, ze zetten hun eigen structuren op. Dat leidde tot kritiek dat de opdeling in sectoren samenwerking tussen bedrijfstakken in de weg staat. Misschien was dat terecht, maar inmiddels in toenemende mate achterhaald. Je ziet steeds vaker combinaties ontstaan. De HTSM, Lifesciences & Health en Agrofood weten elkaar bijvoorbeeld prima te vinden, is mijn ervaring. En onlangs hebben HTSM, Energie en Chemie een groot voorstel ingediend over elektrochemische conversie. Volgens mij is samenwerken op basis van vertrouwen een typisch Nederlandse kwaliteit, dus ik verwacht niet dat het moeilijk zal zijn om cross-sectorale initiatieven verder uit te bouwen.’