UT krijgt subsidie voor samen simuleren hardware- en softwaremodellen
De Europese Commissie trekt haar portemonnee voor een R&D-project naar modelgebaseerde ontwikkeling van mechatronische systemen onder leiding van de Universiteit Twente. Chess, Controllab Products, Neopost, Verhaert, de Britse Universiteit van Newcastle en het Deense Engineering College Arhus zijn partners in het driejarige project. De deelnemers willen bestaande tools voor softwareontwerp leren praten met gereedschap voor fysische modellering. Daarnaast moeten de tools de gebruiker richting modellen sturen die toleranter zijn voor fouten. Aan de UT worden hiervoor twee aio‘s aangesteld, aan beide andere onderzoeksinstituten elk een. Het totale budget van het programma Design Support and Tooling for Embedded Control Software (Destecs) bedraagt 3,8 miljoen euro, waarvan 2,75 uit Brussel.
In eerste instantie gaat het project uit van het 20Sim-modelleringspakket voor de fysische simulatie van het systeem en Overture voor de modellering van de controllersoftware. 20Sim werd aan de UT ontwikkeld en nu via spin-off Controllab Products vermarkt. Overture is opensource software gebaseerd is op de Vienna Development Method (VDM). ’Beide hebben mogelijkheden om cosimulatie uit te voeren‘, vertelt projectcoördinator Jan Broenink. ’In het verleden hadden we al eens een testje gedaan waaruit bleek dat je ze kon laten samenwerken. Dat was tijdens het Boderc-project van het Esi. Maar verder dan dat waren we niet gekomen.‘ De bedoeling is om deze cosimulatie nu robuust te maken en op te schalen. Daarnaast moet er gewerkt worden aan modelbeheer via versiebeheersystemen.
Het project is vooral praktisch van aard. ’Wij bekijken het erg van een engineeringkant‘, vertelt Broenink. ’Je kunt daar ook theoretischer over denken, dan kom je op het gebied van hybride automaten. Daar lonken we wel naar, maar niet binnen dit project.‘ Hij denkt dat de lessen uit het project ook bruikbaar zijn op andere softwarepakketten zoals Matlab en Simulink. Daar wil Destecs op de langere termijn ook mee gaan werken.
De andere poot van Destecs is om de systemen toleranter te maken voor fouten. Modellen kunnen hierop worden getest door verstoringen te injecteren in de simulaties en vervolgens naar de resultaten te kijken. Dat moet leiden tot tools die de gebruiker begeleiden met het opstellen van fouttolerantere modellen.
Het werk zal worden getest in cases die Chess, Neopost en Verhaert aanleveren. Ook is er een industry follow group in het leven geroepen met zestien bedrijven die de technologie in de gaten willen houden. Onder meer Airbus, ASML, Assembléon, Nokia, Océ en Siemens nemen hieraan deel. Via workshops zullen zij als sparringpartner optreden. Het project van Neopost gaat om enveloppenvullers voor kopieerapparaten. Verhaert levert een satellietsensorsysteem aan. Vanuit Chess gaat het om een zelfbalancerende people mover. ’Een soort Segway‘, legt Broenink uit. ’Dat is hartstikke leuk als speeltuin, want het is een instabiel systeem dus je valt direct door de mand als je het niet goed doet.‘