Toren van Babel
Wie 25 april op de Hannover Messe was, kan het niet zijn ontgaan: president Obama was er. Ook premier Rutte reisde af naar ’s werelds grootste industriebeurs. Een goed teken vind ik. Rutte is zeker niet het gezicht van de Nederlandse technische industrie – en hij kon zijn bezoek heel handig combineren met onderhandelingen over het Ttip-verdrag – maar zijn aanwezigheid op de Messe geeft wel aan dat het kabinet de sector serieus neemt. Terecht natuurlijk, maar dat hoef ik lezers van Mechatronica&Machinebouw niet uit te leggen.
Aan de arm van Smart Industry-boegbeeld Ineke Dezentjé opende Rutte het Fieldlab ‘The smart connected supplier network’. Vrij arbitrair want de premier had net zo goed het startschot kunnen geven voor een van de andere Fieldlabs. Daarbij is het onderwerp van dit Fieldlab lastig uit te leggen als je niet goed bekend bent met hoe de hightechketen samenwerkt. Maar Rutte sloeg zich keurig door het obligate openingspraatje.
Het nieuwe Fieldlab wil de communicatieproblemen tussen opdrachtgevers en toeleveranciers tackelen. Die partijen sturen heel wat facturen, schema’s, orders en 3d-tekeningen over en weer. Dat lijkt allemaal heel basaal, maar in de praktijk gaat het nog vaak mis. Bij de meeste bedrijven is het namelijk mensenwerk om alle – veelal analoge – data te interpreteren en te vertalen naar hun eigen digitale administratie. In de dynamische markt van high mix, low volume hebben de requirements bovendien de neiging regelmatig te veranderen. Probeer dan nog maar eens up-to-date te blijven.
Natuurlijk zijn er softwarepakketten die kunnen helpen bij de dataoverdracht. ASML gebruikt bijvoorbeeld Sap om informatie te delen met zijn netwerk. Op zich is dat een prima systeem, maar het is behoorlijk complex. Grote toeleveranciers hebben wel de capaciteit in huis om daarin mee te gaan maar voor kleinere bedrijven ligt dat een stuk ingewikkelder. Hoe dieper je in de keten komt, hoe lager de stand van deze technieken. Bovendien zijn er veel meer opdrachtgevers en die hanteren allemaal andere erp-pakketten. Al snel zit je als toeleverancier midden in een Babylonische spraakverwarring.
Het niveau van die miscommunicaties is soms bedroevend. Het kan simpelweg gaan over de schrijfwijze van een datum (eerst de dag of eerst de maand?). De eerste stap van ‘The smart connected supplier network’ is om te komen tot een standaard. De deelnemende partijen, waaronder Brainport Industries, Euro-Techniek, KMWE, NTS en TNO, hebben zichzelf al een paar dagen opgesloten om syntactische en semantische afspraken te maken over alle relevante data-elementen op een inkooporder. Het betekent dat ze in veel situaties zijn afgestapt van hun eigen conventies en zich hebben geconformeerd aan de nieuwe standaard die ze hebben beschreven in de Universal Business Language (UBL). In volgende pressure cookers komen ook schema’s, facturen en tekeningen aan bod.
Vorige week is een tweede pressure cooker gestart waarin de Fieldlab-deelnemers hebben besproken hoe ze verder moeten met de standaard. Idealiter komt er een centraal platform waar oem’s hun opdrachten kunnen plaatsen en waarop toeleveranciers in de keten – van groot tot klein – direct kunnen reageren. Nieuwe opdrachten of aanpassingen vloeien dan veel sneller door de keten, want ketenpartners kunnen parallel aan elkaar berekeningen doen of wijzigingen doorvoeren. Tricky is dat het natuurlijk geen open marktplaats moet worden waar iedereen zijn opdrachten kan scoren. Ook willen opdrachtgevers uiteraard niet alle details met iedereen delen. Een oplossing is dus niet een-twee-drie gevonden. TNO is de aangewezen organisatie om hier een mouw aan te passen.
Een standaard is leuk, maar als het bereik te klein is, schiet je er niets mee op. Het Fieldlab positioneert UBL als tolk die aansluit op bestaande erp-systemen en standaarden zoals EDI en XML. Belangrijk is dat de drempel zo laag mogelijk is. Toeleveranciers zullen snel het voordeel zien als ze niet meer tegen al hun opdrachtgevers een andere taal hoeven te spreken. Bij oem’s kost het wellicht wat meer moeite om ze over de streep te trekken. Een doorslaggevend argument is daar dat ze sneller informatie terugkrijgen uit de keten over prijzen en time-to-market. Dat geeft ze flexibiliteit en dat is ze zeker wat waard. Met Isah en MKG zijn er al twee bedrijven aan boord die erp-oplossingen voor mkb’ers leveren. Sap bekijkt het voorlopig van een afstandje. ASML heeft wel interesse getoond maar is nog niet aangehaakt. Niet erg, laat de initiatiefnemers eerst maar eens een paar pressure cooker-sessies doorlopen.