Smart Industry: ‘Nederland in 2021 beste productienetwerk van Europa’
Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat ontving gisteren tijdens het Smart Industry Jaarevent uit handen van FME- en Smart Industry-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink de Smart Industry Declaration 2019. Hiermee wil Smart Industry de impact van de huidige Implementatieagenda vergroten om de ambitie te kunnen realiseren dat Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitaal geïntegreerde productienetwerk van Europa heeft, waarmee de betrokken maakbedrijven een substantiële energie- en materiaalbesparing realiseren en bijdragen aan een duurzame economie.
‘Nederland behoort op dit moment tot de top, maar dat blijf je niet vanzelf’, aldus Keijzer. ‘Door met verschillende partijen deze conferentie te organiseren, kan worden bepaald wat nodig is om aan de top te blijven en kunnen concrete afspraken worden gemaakt waardoor de regering weer de volgende stap kan zetten.’

De Declaration bevat vier acties die de vergroting van de impact moeten bewerkstelligen. Om te beginnen moet de toepassing van Smart Industry-oplossingen breed worden verankerd. De inzet is het bereik te vergroten van het Smart Industry-programma in termen van aantal bedrijven en sectoren door intensivering van de samenwerking met de topsectoren, en door er nadrukkelijk op in te zetten om met het huidige programma een bijdrage te leveren aan maatschappelijke thema’s zoals energietransitie, circulaire economie en veiligheid.
Ten tweede wil Smart Industry de kennisbasis versterken. Door in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid in te zetten op de ontwikkeling van een meerjarenprogramma Engineering & Fabrication Technologies wordt de kennisbasis vergroot. Fundamentele vragen uit huidige en toekomstige Fieldlabs en uit de bedrijfspraktijk worden opgepakt en tot ontwikkeling gebracht. Bijvoorbeeld robots die zonder programmeertijd in een flexibel productieproces kunnen worden ingezet (zero-programming) of ontwerpwijzigingen die op afstand leiden tot aangepaste machine-instellingen bij de toeleverancier. Een verdere verdieping en verankering wordt gezocht door de interactie van de Smart Industry Fieldlabs met andere sleuteltechnologieën zoals artificial intelligence, fotonica en quantumtechnologie te vergroten.
Verder wil Smart Industry de link met Duitsland verstevigen. De focus ligt daarbij op het versterken van de concurrentiekracht en de weerbaarheid van met name het midden- en kleinbedrijf, door het gezamenlijk ontwikkelen, toepassen en implementeren van nieuwe (productie)technologie in de bedrijven, een actieve uitwisseling van best practices uit beide landen, een grootschalige adoptie van internationale standaarden voor de veilige uitwisseling van data zoals OPC UA, en het vormen van een Europees netwerk van slimme fabrieken die samenwerken in internationale toeleveringsketens. Op de Hannover Messe volgende maand wordt een eerste gezamenlijk Duits-Nederlands actieplan voor de komende twee à drie jaar gepresenteerd.
Ten slotte focust Smart Industry op de regionale economische samenwerking met Smart Industry Hubs. De vijf regionale Smart Industry Hubs zijn de vooruitgeschoven posten van het Smart Industry-beleid in de regio’s en de middelgrote en mkb-bedrijven in die regio’s. Samen met de Fieldlabs en andere regionale spelers versterken de Smart Industry Hubs het regionale ecosysteem. Deze regionale samenwerking biedt veel kansen om bijvoorbeeld via de Smart Industry Hubs meer dan vijfduizend mkb’ers uit de regio beter te bereiken. De samenwerking is ook interessant voor het delen van kennis en expertise over nieuwe technologieën zoals cyberweerbaarheid, data delen, artificial intelligence en andere opkomende thema’s. Ten slotte spelen de Hubs een rol in het bij elkaar brengen van het (beroeps)onderwijs en het bedrijfsleven. Dit gebeurt onder meer door het ontwikkelen van modules voor een leven lang leren en actieve kennisdeling vanuit de fieldlabs.