Schoonmaakbedrijf ontwikkelt poetsrobot voor windmolens
Als een windmolen olie lekt, gaat er een hoogwerker heen en wordt de mast handmatig gereinigd. Dat is omslachtig en duur. Schoonmaakbedrijf Vlietstra uit Franeker sleutelde een paar jaar aan een robot die dat goedkoper kan. Gestaag klimt het robotvoertuig langs de molenmast naar boven. Vier rupsbanden volgeplakt met magneten geven het ding kleefkracht. Op de snuit zijn twee borstels gemonteerd die, met hulp van een sopje, oliespetters en -druipers wegboenen. Honderd meter omhoog, metertje naar rechts, honderd meter omlaag, enzovoort.
Nooit eerder had het negentig jaar oude Vlietstra zich gewaagd aan uitvindingen. Maar nu het er een heeft, smaakt het naar meer. ‘We werken in een branche met afknijpprijzen. Dan geeft zoiets als dit veel voldoening’, zegt financieel-economisch directeur Rob Frölich.
Vlietstra heeft een calamiteitencontract met Vestas, ’s werelds grootste windmolenbouwer. Als er in de Benelux olie uit het raderwerk van een van dedertienhonderd Vestas-molens lekt, gaan de schoonmakers van Vlietstra erheen om milieuschade te voorkomen. Dat gebeurt veertig tot vijfenveertig keer per jaar. Het is een kostbaar en tijdrovend gebeuren. Er moet een hoogwerker worden gehuurd. In sommige landen is daarvoor een convoi exceptionnel verplicht, waarvoor vaak een vergunning vereist is. Ter plekke zijn rijplaten nodig tegen het wegzakken. Zoals gezegd, omslachtig en duur.
Vlietstra staat op het punt om de innovatie wereldwijd in de markt te zetten. Magntrac is het ding gedoopt. Het eerste exemplaar neemt Vlietstra zelf in gebruik.
In Nederland heeft het bedrijf alleenrecht geregeld. Maar het buitenland lonkt. ‘Samen met windmolenfabrikanten gaan we proberen om een stuk van Duitsland te bewerken.’ Frölich mikt ook op collega-schoonmaakbedrijven. ‘We hopen te profiteren van het feit dat hoogwerkers in veel landen standaard onder begeleiding moeten worden getransporteerd. De afgifte van de vereiste vergunning duurt minimaal een week. Zo lopen de gederfde inkomsten uit windenergie snel op.’ In Frankrijk is dat nog erger. Daar vergt een vergunning minimaal zes weken. ‘En in Hongarije betaal je minimaal 1500 euro voor een vergunning.’ Scandinavische landen, met name Denemarken en Zweden, staan ook hoog op de verlanglijst.
Windmolens op zee heeft Vlietstra voorlopig niet in het vizier. Logistiek en technisch te ingewikkeld. Als de robot zich in de windmolensector heeft bewezen, kan de aandacht worden verbreed naar andere sectoren. Frölich denkt bijvoorbeeld aan silobouwers en scheepsonderhoudsbedrijven.