‘Russische invasie leidt tot hogere kosten voor Nederlandse industrie’

Alexander Pil
2 maart 2022

De Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie steeg van 60.1 in januari naar 60.6 in februari, wat wijst op snelle groei. Dat cijfer is wel tot stand gekomen voordat Rusland de onafhankelijkheid van twee volksrepublieken erkende en de invasie van Oekraïne startte. ‘De Nederlandse industrie krijgt naar verwachting te maken met hogere kosten voor olie, gas en metalen’, becommentarieert Albert Jan Swart van ABN Amro de Nevi-index. ‘De gasprijs is al zeer hoog en kan ondanks de milde winter opnieuw pieken als de situatie verder uit de hand loopt.’

Veel Nederlandse fabrieken gebruiken grote hoeveelheden aardgas in hun productieproces en het is vaak niet mogelijk om op korte termijn om te schakelen naar een andere energiebron, aldus Swart. ‘Hoewel sommige ondernemingen de afname van gas voor langere tijd contractueel hebben vastgelegd, kan de stijgende gasprijs wel degelijk hun winstmarge ernstig onder druk zetten naarmate de crisis langer duurt en oude contracten aflopen. Indien Europa zonder gas zou komen te zitten, bijvoorbeeld komende winter, zouden grote industriële bedrijven op last vast van de overheid als eerste worden afgesloten.’

Sommige ondernemers kunnen ook last krijgen van economische sancties richting Rusland. ‘Jaarlijks besteedt Rusland volgens het CBS zo’n 5 miljard euro aan Nederlandse industriële goederen, waaronder chemicaliën, landbouwmachines en medische apparatuur’, meldt Swart. ‘Dat is ongeveer anderhalf procent van de totale Nederlandse export van industriële goederen.’

Machinebouw scoort goed

Er is ook goed nieuws. De druk op toeleverketens nam verder af, waardoor veel bedrijven de productie hebben opgevoerd. ‘De Nederlandse industrie produceert al sinds vorig jaar beduidend meer dan voor de pandemie’, ziet Swart. ‘Het aantal nieuwe orders blijft snel toenemen, zowel vanuit eigen land als vanuit andere landen. Over de hele breedte profiteren ondernemers daarvan, maar vooral producenten van investeringsgoederen, zoals machines, en halffabricaten doen het goed.’

Ondanks de snelle groei en de verstoringen in de ketens is het percentage bedrijven dat langere levertijden ervaart verder afgenomen. In februari meldde weliswaar nog altijd 51 procent van de respondenten langere levertijden, maar de situatie lijkt te verbeteren aangezien dit het laagste percentage is sinds januari 2021. Swart: ‘De geleidelijke normalisering van toeleverketens lijkt bovendien te leiden tot minder prijsstijgingen. Inkoopkosten stijgen nog steeds snel, maar wel in het laagste tempo sinds februari 2021. Toch nemen afzetprijzen nog zeer snel toe, vermoedelijk omdat veel ondernemingen de eerdere grote toename van de inkoopkosten met vertraging doorberekenen aan hun afnemers.’