Robotvriendje moet jonge kankerpatiëntjes door moeilijke tijd helpen
Onder leiding van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) gaat een consortium van onderzoeksinstellingen, bedrijven en ziekenhuizen een robotvriendje ontwikkelen voor jonge kankerpatiëntjes. De robot moet hen emotioneel kunnen bijstaan, met name op momenten dat de familie niet aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld omdat ze vanwege stralingsgevaar niet tijdens een behandelingen mogen zijn.
De robot moet de patiëntjes bijvoorbeeld kunnen voorbereiden op de ingreep en het verdriet en de angst verminderen met spelletjes en gesprekjes. Dat moet bijdragen aan het verminderen van de stress en angst, wat weer een positieve invloed kan hebben op het succes van de behandeling.
Het ‘Improving Childhood Cancer Care when Parents Cannot be There’-project gebruikt de Nao-robot van het Franse Aldebaran Robotics, en is vooral gericht op software en mens-robotinteractie. ‘Zo moeten op het gebied van het herkennen van emoties bij kinderen nieuwe resultaten behaald worden om onze doelen te realiseren’, zegt onderzoeksleider Peter Bosman van het CWI. ‘Ook moet de robot voor het kind interessant blijven, dus zijn gedrag moet aangepast kunnen worden op de behoeften van het kind en moet niet in herhaling vallen.’
Naast het CWI zijn de TU Delft en de bedrijven Asolutions, Brocacef, Cancer Health Coach en Focal Meditech betrokken bij de ontwikkeling. Asolutions gaat werken aan de software om met audio en video om de emotionele toestand van het kind af te leiden uit de gezichtsuitdrukkingen, spraak en bewegingen van kinderen. De TU Delft en de andere bedrijfspartners buigen zich over vernieuwende mens-robotinteractiesoftware.
De bedoeling is ook om snel in de praktijk te gaan testen. Daarvoor zijn het Emma Kinderziekenhuis AMC, het Prinses Máxima Centrum en de Vereniging Ouders, Kinderen & Kanker (VOKK) betrokken. Het project financieel ondersteund door het KWF Kankerfonds, NWO TTW (het voormalige STW) en het TKI Life Sciences & Health.