Robots krijgen geen corona
Dat de coronacrisis een ongekende weerslag op de economie heeft, staat buiten kijf. Wat de gevolgen precies zullen zijn, daarvoor heb je een glazen bol nodig. Een van de grote struikelblokken is dat de oude indeling van de werkvloer niet langer is toegestaan. Een lopende band waar mensen schouder aan schouder hun werk doen, was al ouderwets, maar kan nu echt niet meer. Luidt de pandemie een golf in van automatisering en robotisering?
Door de coronapandemie krijgen heel veel sectoren harde klappen. Hoewel de uitbraak (hopelijk) een exceptionele situatie is, krabben ondernemers zich achter de oren. Hadden ze hun organisatie en processen wellicht anders kunnen inrichten zodat ze beter bestand waren tegen dergelijke disrupties? Ligt het antwoord in massale robotisering? Robots worden immers niet ziek en zijn niet gebonden aan de 1,5-meterregels. Is corona dus een katalysator voor robotisering?

Een voor de hand liggende plek om te beginnen, is bij ziekenhuizen en zorginstellingen. ‘We hebben contact gezocht met het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven’, vertelt Jesse Scholtes, programmamanager robotica bij het High Tech Systems Center van de TU Eindhoven. ‘Met ic-specialisten bespraken we de mogelijkheden om Hero, onze zorgrobot op basis van de Toyota HSR, in te zetten. En dan niet als een gimmick, maar als waardevolle toevoeging. We dachten zelf aan een op afstand gecontroleerd systeem dat bijvoorbeeld temperatuurmetingen zou uitvoeren, of saturatieknijpers zou aanbrengen.’
Uit de discussies kwam naar voren dat er vooral behoefte was aan vaste camera’s om de patiënten continu centraal te kunnen monitoren. ‘Als ze daarmee het best zijn geholpen, is dat uiteraard prima’, zegt Scholtes, maar hij merkte tijdens die gesprekken dat heel weinig bekend is over de mogelijkheden van robotica. ‘Dat maakt het erg ingewikkeld om tot een nuttige applicatie te komen. Toyota zelf loopt ook tegen die barrière aan. Eerder, bij de kernramp in Fukushima, merkte het bedrijf een soortgelijke drempel bij de inzet van robots. We moeten bij meer groepen beter uitleggen wat je nou eigenlijk met een robot kunt. Er is nog veel missiewerk te doen.’
Waar Scholtes wel potentie ziet voor robotica, is in ziekenhuislogistiek. ‘Daar is de automatiseringsgraad vrij laag, terwijl agv’s een groot deel van het transport van eten, medicijnen, beddengoed en afval kunnen overnemen’, aldus Scholtes. De TU Eindhoven is nauw betrokken bij het Europese Ropod-project, dat zo’n oplossing ontwikkelt. ‘De technologie is nog niet volledig operationeel, maar in de toekomst kan dat soort robots ervoor zorgen dat het aantal intermenselijke contacten, en dus het aantal potentiële besmettingsmomenten, drastisch wordt beperkt.’
Daarmee snijdt Scholtes een heikel punt aan: op dit moment zijn autonome robots vaak nog niet volwassen genoeg óf missen ze de flexibiliteit om taken uit te voeren waarvoor ze niet zijn ontwikkeld. ‘Softwarematig worden ze steeds leniger, maar ze blijven zeer specifiek voor hun taak en hun omgeving’, weet Scholtes. ‘Robots die zichzelf kunnen herprogrammeren voor een nieuwe taak, die zitten echt nog in de researchfase.’
Kwartje gevallen
Op zoek dus naar een tak van sport waar autonome robots zich al wel hebben bewezen: de schoonmaaksector. ‘In april werden schoonmaakrobots met onze navigatiesoftware gemiddeld 20 procent meer gebruikt dan in dezelfde periode vorig jaar’, vertelt Michel Spruijt, directeur van de Europese tak van Brain Corp. Dat Amerikaanse bedrijf ontwikkelt navigatiesoftware voor schoonmaakrobots die in supermarkten, winkelcentra en luchthavens de vloer schrobben.

‘In de winkels is het nu spitsuur om alle schappen gevuld te houden. Dat is een lastige taak om te robotiseren’, stelt Spruijt. ‘Met de tienduizend robots die met onze software rondrijden, laten we zien dat schoonmaken juist een uitgelezen taak is voor een robot. Zeker nu er extra druk staat op de beschikbaarheid van personeel wil je je mensen op de meest waardevolle manier inzetten. Dan is het zonde om ze achter een schoonmaakmachine te laten lopen, wanneer je ook de optie hebt om het autonoom te doen. Elk uur dat een medewerker niet achter zo’n apparaat loopt, kan hij vakken vullen. Of, zoals nu belangrijk is, andere oppervlaktes of winkelwagentjes schoonmaken.’
Spruijt denkt dat bij veel bedrijven het kwartje nu is gevallen. ‘Walmart heeft al veel machines met onze software. Daar zijn ze gewoon doorgegaan met de uitrol van geautomatiseerde schoonmaaksystemen’, zegt hij. ‘Ik verwacht dat andere bedrijven – als het stof weer een beetje is neergedaald – sneller bereid zijn om te investeren in schoonmaakrobots. Ze zien de noodzaak om te automatiseren zodat ze kunnen doordraaien in het geval van een crisis.’
Hard geschrokken
Een andere sector waar de roep om robotisering luider wordt, is de agrarische industrie. Die kampt zo met haar eigen uitdagingen in deze coronatijd. Veel van het werk gebeurt nog met de hand, over het algemeen door Oost-Europese seizoensarbeiders. Door alle reisbeperkingen zaten en zitten veel boerenbedrijven met de handen in het haar. Hoe kunnen ze hun groente oogsten en hun fruit plukken zonder die goedkope handjes?

‘De sector is hard geschrokken’, vertelt Ad Vermeer. Zijn bedrijf, Cerescon, ontwikkelt een automatische aspergeoogster. ‘Al snel werd er een uitzondering gemaakt en gingen de grenzen voor deze arbeidskrachten weer open.’ Toch blijft het aanbod beperkt. ‘Ik weet dat sommige grote aspergetelers een deel van hun percelen niet eens hebben opgebed en die oogst dit seizoen laten lopen. Niet erg voor de aspergestammen, maar uiteraard wel voor de omzet.’
Boeren realiseren zich ineens dat ze wel heel erg leunen op menskracht. ‘Door de krappe arbeidsmarkt merken ze dat al jaren. Het zat wel in hun hoofd, maar nu worden ze met hun neus op de feiten gedrukt’, zegt Vermeer. Heeft dat schokeffect al tot meer telefoontjes geleid? ‘Ja, we krijgen veel vragen en verzoeken. Helaas is Cerescon nog niet in staat om onze aspergeoogster gelijk te leveren. We zitten nog in de demonstratiefase. Maar duidelijk is wel dat iedereen steeds meer naar automatisering neigt.’
Buiten zijn eigen sector ziet Vermeer grote kansen voor automatisering. ‘Gemechaniseerde productie maakt je minder afhankelijk van de beschikbaarheid van mensen. Machines worden niet ziek, hè’, lacht hij. ‘Neem de assemblage van printplaten. In zo’n fabriek staat een batterij aan machines in een rij pcb’s te bestuken. Eén operator kan met gemak vijf of zes machines in de lucht houden. Social distancing is daar geen issue.’