Prodrive duikt op lineaire actuatoren
Met een achtergrond in de aansturingselektronica was het voor Prodrive Technologies een natuurlijke vervolgstap om zich over de complete actuator te gaan ontfermen. De nieuwe business is inmiddels in de opschalingsfase.
De productieruimte is nog slechts spaarzaam gevuld, maar dat zal niet lang meer duren. Tape op de vloer markeert waar welke machines komen te staan. Nu worden hier alleen nog prototypes gefabriceerd, maar binnen afzienbare tijd zal de productiecapaciteit in de tienduizenden stuks per maand lopen. Allemaal gewoon in Son, onder de rook van Eindhoven.
Het gaat Prodrive Technologies goed en dat is aan alles te merken. Er staat een splinternieuw hoofdgebouw, terwijl ‘dependances’ er vlak bij in de buurt ook langzaam worden opgevuld. Je komt er opvallend veel jonge mensen tegen, een gevolg van de vele nieuwe werknemers die het bedrijf de afgelopen jaren heeft aangenomen – om een gemiddelde omzetgroei van 30 tot 35 procent te realiseren, is een forse personeelsaanwas nodig.
Prodrive begon twintig jaar geleden als ingenieursbureau gespecialiseerd in elektronica, maar heeft zijn werkterrein in de loop der jaren uitgebreid en is bovendien begonnen met productie in eigen beheer. De laatste toevoeging aan de activiteiten van het bedrijf zijn de lineaire actuatoren. Sinds twee jaar investeert het er fors in.

‘Het is een logische uitbreiding van ons assortiment’, vertelt salesmanager Motion & Mechatronics Robert Haagen van Prodrive. ‘We leverden al veel elektronica en software voor actuatoren en motoren, maar in de praktijk merkten we vaak dat als wij zaken uitbesteedden, of als klanten ervoor kozen hun opdrachten over verschillende leveranciers te verspreiden, dat er geen optimale oplossingen werden geleverd. Zodoende zijn we onszelf gaan afvragen of wij niet meer voor onze klanten kunnen betekenen als we alle stappen inclusief productie onder onze hoede nemen.’
Zo is Prodrive bezig een one-stop shop voor lineaire actuatoren en mechatronische oplossingen op maat van de grond te trekken. Klanten kunnen er met hun specifieke wensen terecht, waarna het Sonse bedrijf het hele traject – van ontwikkeling tot productie – verzorgt. Het toepassingsgebied is breed: van klein en precies micrometerwerk tot grote en logge kilonewtons.
Illustratief voor Prodrive’s alomvattende aanpak is dat het drie smaken lineaire actuatoren kan leveren: inductief, reluctant en gebaseerd op permanente magneten. Haagen: ‘Voor zover wij weten, zijn we de enige ter wereld die alle drie deze typen in huis hebben. De meeste leveranciers zitten in de permanente-magneetactuatoren, twee doen er ook nog inductieve bij en één bedrijf concentreert zich op de reluctant.’
Collega Bart Gysen, engineer, vult aan: ‘Het feit dat we ze alle drie maken, laat zien dat we een tikkeltje eigenwijs zijn, maar vooral dat we iets op maat maken. We houden geen catalogus voor, maar denken mee. Als een klant een bepaald product bijvoorbeeld een maatje groter wil, dan is dat voor veel leveranciers een probleem. Wij starten altijd met een frisse blik. We lopen als het ware samen op met de klant. Daar hoort ook een investering van onze kant bij.’
Inspelen
Haagen en Gysen lichten een en ander toe aan de hand van lopende projecten. ‘Een klant in de indoor transportsystemen was op zoek naar een goedkopere oplossing. In deze wereld zijn permanente-magneetactuatoren gemeengoed, maar die zijn relatief duur. Als je over lange afstanden transporteert, lopen de kosten hoog op. Bovendien beïnvloeden de magneten mogelijk datgene wat op de band staat en trekken ze ijzerdeeltjes aan’, zegt Haagen.
Reluctante actuatoren vormen een interessant alternatief, zegt Gysen. ‘De mover die de lading in beweging zet, is niets meer dan een laminatiepakket, dus dat spaart veel kosten uit. Nadeel is het niet-lineaire gedrag en de lage nauwkeurigheid van dit type actuatoren. Dat moet je compenseren met intelligente software. Dat kost één keer geld, maar daarna niet meer. Hoe meer intelligentie je in software kunt stoppen, hoe meer je op hardware kunt uitsparen.’
Ook uit de transportwereld kwam een vraag van een klant of het mogelijk is de drager te elimineren en de te transporteren objecten van aluminium of koper zelf te laten bewegen. Dat smeekt natuurlijk om een inductieve oplossing, die gewoonlijk bestaat uit statische spoelblokken die metalen dragers voortbewegen. Gezien de aard van de ‘lading’ zouden die dragers overbodig moeten zijn. ‘De uitdaging in deze casus was om de benodigde krachten te genereren’, zegt Gysen. ‘En ook om deze over te brengen op het object. Door de vorm was de magnetische koppeling suboptimaal.’
‘We konden eigenlijk alleen aan de frequentieknop draaien om grotere krachten te induceren. Maar dan lopen de spanningen evenredig op en krijg je problemen om de zaak elektrisch te isoleren. Dat hebben we opgelost door een soort gelaagde driefasemotor te ontwikkelen: de spoelen voor alle drie de fasen hebben ieder hun eigen laag. Magnetisch is het suboptimaal, maar daar krijg je performance voor terug. Ik durf de bewering wel aan dat dit zowel kostentechnisch als technisch de best mogelijke oplossing is.’
Haagen haakt in: ‘En het is beter produceerbaar. Dit systeem kun je eenvoudig met een robot in elkaar zetten, de meeste alternatieven zouden handwerk vereisen. De productie is trouwens een erg belangrijk aandachtspunt. In de actuatorenbranche gaat het daar vaak mis. Omdat wij ontwerp en productie onder één dak hebben, kunnen we daar beter op inspelen.’
Warmlopen
Prodrive deed zijn eerste stappen in de actuatorbusiness met een demonstratieproject, bedoeld om potentiële klanten te overtuigen dat het bedrijf de juiste competenties in huis heeft. Inmiddels lopen er, inclusief bovenstaande casussen, vijf projecten, die samen goed zijn voor een verwachte omzet van 25 miljoen euro. Prodrive als geheel zette vorig jaar 103 miljoen euro om.
Dat is nog maar het begin, denken Haagen en Gysen. ‘Het doel voor 2020 is 50 miljoen euro omzet uit actuatoren alleen’, zegt Haagen. ‘Dat is echt niet onrealistisch. Lineaire actuatoren worden steeds gebruikelijker. Voorheen werden ze gezien als een soort Nasa-product: veel te duur voor reguliere toepassingen. Nu zie je mensen warmlopen voor het idee, al was het maar omdat ze niet achter willen blijven.’