Over onderbuikgevoel en eeuwige angst

Lucas Wintjes is vicepresident Sales Factory Automation bij Bosch Rexroth.

30 maart 2016

Matthias Horx is een bekende Duitse trendwatcher en futuroloog. Volgens hem kun je de toekomst op vele manieren benaderen. Idealistisch en angstig. Serieus en niet serieus. Esoterisch en rationeel. Technisch en sociaal. Maar het fundamentele onderscheid zit volgens hem in onbedachtzaam en bedachtzaam. Een onbedachtzame zienswijze ontstaat altijd uit lineair denken. Je verplaatst iets dat als ‘trend’ wordt geïnterpreteerd linea recta naar de toekomst en baseert daar dan een verwachting op.

Deze naïeve lineaire toekomstvisies verheerlijken óf de techniek en nemen die als metafoor voor het oplossen van alle problemen, óf de risico’s worden schromelijk overdreven, wat resulteert in apocalyptische voorspellingen. Beide doen het altijd goed, want ons sensatiebeluste brein houdt van spannende scenario’s. Daarom predikt 99 procent van de futurologen volgens Horx dezelfde ‘onzin’. Namelijk dat we straks allemaal met plastic organen rondlopen, in chauffeurloze auto’s rondrijden en met Google-brillen over straat wandelen. Dat soort sexy verhalen gaat erin als koek, maar is nu al een cliché.

Ook verhalen over de ondergang van de wereld in al zijn varianten, van milieu-, klimaat- en atoomrampen tot de ondergang aan decadentie, werken verslavend. Niet voor niets produceert Hollywood nog steeds de ene na de andere rampenfilm. Dat we ons graag bang laten maken, is evenmin nieuw. Neem de, veelal in opdracht van de kerk geproduceerde, schilderijen in de middeleeuwen. Hel en verdoemenis lagen in het verschiet voor burgers die niet strikt volgens de bijbel leefden. Angst is een geweldige ‘klantenbinder’. Ook de schilderijen van Jheronimus Bosch (nu in het Noordbrabants Museum) staan vol illusies, hallucinaties, wonderlijke gedrochten en nachtmerries. We vinden het nog steeds prachtig.

Maar nu weer even terug naar de toekomst. Onlangs oreerde het World Economic Forum (WEF) dat als gevolg van nieuwe technologie in vijftien economieën miljoenen banen gaan verdwijnen. Hebben ze dat berekend? Of is dat gewoon zo’n fraai staaltje onderbuikgevoel? Want als het technologie is die ervoor zorgt dat er zo veel mensen brodeloos worden, wie ontwikkelen, produceren, verkopen en onderhouden die technologie dan? Daar zijn ook mensen voor nodig. Bovendien: als mensen hun baan verliezen, kopen ze minder, dus dan zou er een zelfremmend effect zijn dat de opmars van technologie juist weer stuit. Het gevoel dat mij bekruipt, is dat het WEF zich bedient van de eeuwenoude techniek van angst zaaien.

De vraag is waarom. Moeten we geen nieuwe technologie meer ontwikkelen? Moet alles maar blijven zoals het nu is? Moeten mensen geen hightech meer aanschaffen? Techniek gaat volgens mij net zo ver als dat de mens dit wil. Dat is de zelfcorrigerende factor. Bovendien zijn heel veel aannames onjuist. Mensen, wetenschappers en gerenommeerde instanties roepen soms maar wat. Kijk eens op de website www.gapminder.org. Door de offline software te downloaden kun je allerlei statistische kaarten op je computerscherm toveren. Niks onderbuikgevoel, gewoon keiharde gegevens over concrete onderwerpen in een mondiale context. Over inkomensverdeling, bevolkingssamenstelling, levensverwachting, et cetera. Erg leuk en erg verhelderend als er weer eens een opvallende uitspraak in de krant staat.

Want WEF, draai het maar eens om. Wat zijn de positieve gevolgen van technologie? Denk er eens aan hoe we straks die miljoenen bejaarden in ons land betaalbaar moeten verzorgen. Technologie zou daar juist voor een baanbrekende oplossing kunnen zorgen. Zorginstanties gaan nu immers al failliet aan het betalen van salarissen, terwijl het zeker is dat de zorgbehoefte fors zal stijgen. Dan blaas je jezelf financieel op. Maak van technologie dus niet te snel een boeman. We hebben haar straks namelijk keihard nodig om onze maatschappij op alle fronten overeind te houden.