Opvolger Eniac en Artemis van start

Pieter Edelman
2 juli 2014

De Europese Commissie heeft officieel het Ecsel-programma afgetrapt, de gecombineerde opvolger van de Eniac- en Artemis-programma’s. Het publiek-private programma heeft een looptijd van tien jaar en een budget van bijna vijf miljard euro – de EU heeft 1,18 miljard beschikbaar, dat gematcht moet worden door hetzelfde bedrag van de lidstaten en het dubbele vanuit het bedrijfsleven.

Het nieuwe programma heeft een ingewikkelde structuur. Tot nog toe waren er aparte R&D-programma’s voor software en micro/nano-elektronica, respectievelijk Artemis en Eniac. Beide hadden de vorm van een joint undertaking: een ‘joint venture’ van enerzijds de Europese Commissie, en anderzijds een industriegroep. Voor Artemis was dit Artemisia (Artemis industry association), voor Eniac was dit Aeneas (Association for European nanoelectronics activities).

Ecsel voegt de publieke kant van de programma’s samen, maar de twee industriegroepen blijven onafhankelijk van elkaar deelnemen. Bovendien voegt zich nog een derde industriegroep bij het project: Eposs (het European technology platform on smart systems integration). Ecsel is dus een joint undertaking van vier partijen: de Europese Commissie, Artemisia, Aeneas en Eposs.

Volgende week start de eerste call van Ecsel, waarin 270 miljoen euro aan publiek geld te verdelen is. Dat is dus bestemd voor alle R&D-projecten die zich bezighouden met slimme systemen, chiptechnologie en integratie.