Ook Lightyear wilde het wiel opnieuw uitvinden

Paul van Gerven

8 juni

Bij Lightyear heb ik altijd het gevoel gehad dat ik iets miste. Want wat is nou de toegevoegde waarde van zonnepanelen op een auto? Als de zon schijnt, kun je een stuk gratis rijden. Maar met (meer) zonnepanelen op het dak van je huis kom je een stuk verder. Een zonneauto kun je dan weer overal opladen, maar zelfs onder ideale omstandigheden is de energetische bijdrage van de ingebouwde zonnepanelen nogal beperkt. Is dat nou iets waar mensen warm voor lopen als straks op iedere straathoek een laadpaal met groene stroom staat en gevestigde en Chinese fabrikanten de markt overspoelen met veel goedkopere en/of comfortabelere ‘gewone’ elektrische auto’s?

Maar het valt niet te ontkennen dat Lightyear een hoop enthousiasme losmaakte. En als zo’n club jonge honden dan lekker toch gaat doen waarvan zure journalisten en echte experts zeggen dat het niet kan, heeft dat natuurlijk de gunfactor. Toch moet je, los van de levensvatbaarheid van het concept zelf, achteraf constateren dat de honden iets strakker aangelijnd hadden moeten worden.

Om een zinnig aantal kilometers uit de zonnepanelen te halen, moet je een ultra-efficiënte auto bouwen. En dat is precies wat Lightyear is gaan doen. De super-aerodynamische druppelvorm, de Formule 1-achtige gewichtsbesparingen, de befaamde, maar complexe in-wheelmotoren, de speciaal ontworpen aandrijflijn op basis van SiC-vermogenselektronica – niets was te gek. En dat was nou net het probleem.

In de automotive-wereld, met al haar wet- en regelgeving, ben je al gauw een miljard kwijt aan de ontwikkeling van een nieuw model, laat staan als je een heel nieuw merk in de markt moet zetten. En dan wil Lightyear het ook nog eens op de duurst mogelijke en meest riskante manier doen? Leg je nou eerst toe op waarmee je je wilt onderscheiden – de solartechnologie – en koop verder zoveel mogelijk in, zelfs al is dat niet perfect. Daarna kun je altijd nog stap voor stap andere onderdelen verbeteren.

Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen. Dat Lightyears piepjonge management de lessen uit het Philips-verleden niet kent, is logisch. Maar was er nou niemand om dat geschiedenislesje te geven? Ook in de 21e eeuw is Brainport blijkbaar nog niet verlost van het not-invented-here-syndroom.

 advertorial 
Daan Meijsen

Ingredients enabling carbon neutrality of warehouse systems

5 oktober 2023 vindt de INCOSE-NL workshop 2023 plaats, met spreker Daan Meijsen van Vanderlande. Tijdens de workshop krijg je inzicht in de verschillende cross-cutting duurzaamheidsperspectieven voor hightech systemen. Bekijk het volledige programma online en registreer nu!

Het kan natuurlijk ook dat de leiding al die goedbedoelde adviezen heeft weggewuifd. Maar dat maakt de zaak er niet beter op. Want als er honderden miljoenen in een bedrijf worden gestoken met een onervaren management aan het roer, zou je verwachten dat investeerders zich ervan willen verzekeren dat de juiste koers wordt gevaren. Een automotive-veteraan op de bijrijdersstoel had niet misstaan.

Ook in een meer op de financiën gerichte reconstructie van het Financieele Dagblad druipt de hybris ervan af. Met inmiddels ruim zeshonderd man plus een stel dikbetaalde consultants in dienst en verplichtingen bij de Finse productiepartner Valmet, vliegt eind vorig jaar het geld met bakken de deur uit bij de start-up. Ook al raast het bedrijf op een betonnen muur af, het management haalde zijn voet niet van het gaspedaal, erop vertrouwend dat er net als vorige keren tijdig nieuw kapitaal zal worden aangetrokken. Alleen is het investeringsklimaat natuurlijk gevoelig afgekoeld.

Mijn scepsis over het zonnewagenconcept is niet weggenomen, maar ik hoop echt dat er alsnog iets moois uit het doorstartende Lightyear opbloeit. Dromen is mooi, prima toch, maar zonder een stevige dosis realiteitszin kom je nergens. Als dat noopt tot de conclusie dat een bestaan als toeleverancier de beste optie is.