Noordoost-Nederland mikt op zelflerende fabrieken

Alexander Pil
12 februari 2014

Een groep bedrijven en kennisinstellingen in Noordoost-Nederland heeft het consortium Region of Smart Factories opgericht. Het samenwerkingsverband richt zich op zelflerende en foutloze fabrieken en op verbeterde productietechnieken in de maakindustrie. Deelnemers zijn onder meer de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Twente, de drie noordelijke hbo’s, grote bedrijven zoals Fokker, IBM, Philips en Ten Cate, kennisinstellingen waaronder Astron en SRON en veel regionale mkb-ondernemingen.

Om de maakindustrie – als een van de belangrijkste werkgevers van de noordelijke regio – in volle sterkte overeind te houden, zal de productiviteit van bedrijven spectaculair moeten groeien. Daarbij gaat het om een verdubbeling in de komende decennia. De mogelijkheden van bestaande technieken om deze productiviteitswinst te realiseren zoals automatisering of lean management raken snel uitgeput. In Duitsland wordt zelfs gesproken van de noodzaak van een vierde industriële revolutie waardoor fabrieken op grote schaal intelligent worden: Industrie 4.0.

De fabriek van de toekomst gaat zelf nadenken, zichzelf corrigeren en continu verbeteren. Het devies wordt: zero defect en first time right en de uitdaging is om zelfs heel ingewikkelde of snelle processen daaraan te laten voldoen. De intelligente fabriek vraagt om allerlei hoogwaardige kennisgebieden waar Noordoost-Nederland het nodige van in huis heeft en die nu in het nieuwe netwerk zijn samengebracht.

‘Er is grote behoefte aan die smart factories’, vertelt UT-hoogleraar Ton van den Boogaard (leerstoel non-linear solid mechanics). ‘De ontwikkelingen gaan nu snel, binnen tien jaar doe je als fabrikant in de maakindustrie niet meer mee zonder machines met sensoren. Het belangrijkste is dan die sensoren ook echt te gebruiken om het productieproces beter te maken. Dankzij die sensoren op de machines in fabrieken worden afwijkingen direct gedetecteerd. Meten we iets dat niet goed is? Dan passen we de condities aan en corrigeren het direct. Je wilt alle facetten, zoals vormnauwkeurigheid en breuk, kunnen voorspellen. Op basis van materiaalgedrag en numerieke methodes worden modellen gemaakt waarmee het productieproces is door te rekenen. Daarmee is dan te bepalen welke procesaanpassing nodig is om fouten te corrigeren.’