NI en Solidworks koppelen ontwikkel- en Cad-tools
National Instruments en Dassault Systèmes Solidworks hebben een ontwerptool gelanceerd waarmee mechanici en controlengineers samen kunnen werken aan motionsystemen. De twee partijen hebben de grafische ontwikkelomgeving Labview gekoppeld aan de Solidworks 3D Cad-software. Het nieuwe platform helpt ingenieurs met het ontwerpen, optimaliseren, valideren en visualiseren van de daadwerkelijke performance van machines en bewegende systemen voordat ze hoeven te investeren in fysieke prototypes.
Mechatronisch ontwerpgereedschap verbetert de machineontwikkeling door de interactie tussen mechanische en elektrische subsystemen te simuleren tijdens het hele designproces. Vroeger werkten ingenieurs van verschillende disciplines in hun eigen hokje en ging de ontwikkeling sequentieel. Ontwerpbeslissingen werden zonder overleg genomen waardoor de ontwikkeltijden langer waren en de kosten hoger. Tegenwoordig werken de teams parallel aan een ontwerp en denken ze samen na over design, prototypes en uitrol. Virtuele prototypes zijn dan essentieel om iedereen inzicht te geven in de machine voordat ze is gebouwd.
De integratie van de Labview 2009 Softmotion-module met het Solidworks-pakket biedt zo‘n omgeving voor virtuele prototypes. Bestaande Solidworks Cad-modellen zijn makkelijk te verbinden met Labview, dat automatisch een link legt tussen de motoractuatoren en de positiesensoren. Met de hoogniveaufuncties van Softmotion bouwen gebruikers geavanceerde motion-controltoepassingen, inclusief sensorfeedback. De dynamische eigenschappen van de machine zoals massa- en frictie-effecten en torsie-eisen voor de motor kunnen al worden gesimuleerd voordat de onderdelen zijn gespecificeerd.
Het platform maakt het ook mogelijk om motiontoepassingen die zijn gevalideerd met Solidworks over te zetten op een embedded controleplatform van National Instruments, zoals Compactrio. Door de koppeling met Labview draait de code voor het prototype zonder veel wijzigingen ook op de NI-hardware.
