‘Nederland moet intensiever samenwerken met Vlaanderen en Duitsland’

Zowel Vlaanderen als Nederland heeft er alle belang bij om samen te werken om de socio-economische uitdagingen waarvoor beide staan het hoofd te bieden. Dat is de boodschap op de eerste Vlaams-Nederlandse Wetenschaps- en Innovatiedag. Een paar dagen later meldde FME dat Nederland de samenwerking met Duitsland moet intensiveren om aan maatschappelijke opgaven te kunnen voldoen en zijn concurrentiekracht te behouden.

Er zijn al verschillende Vlaams-Nederlandse projecten, bijvoorbeeld voor fotonica en regeneratieve geneeskunde, maar er kan meer worden gedaan. Volgens Johan Hanssens, secretaris-generaal van het Vlaamse departement van Economie, Wetenschap en Innovatie, kampen beide regio’s met gelijksoortige uitgadingen. Daarbij komt dat de investeringen in wetenschap en innovatie vergelijkbaar zijn.

Het evenement bracht meer dan 230 spelers uit de overheid, het bedrijfsleven en de academische wereld samen. Ze bespraken vier onderwerpen: levenswetenschappen en gezondheid, kunstmatige intelligentie, digitalisatie van de industrie en duurzame energie. Hanssens verwacht dat de dag tot concrete projecten zal leiden.

Volgens een recent FME-rapport staan ook Nederland en Duitsland voor dezelfde maatschappelijke uitdagingen. ‘Er is veel potentie tussen de twee die we beter kunnen benutten’, aldus Dirk Brengelmann, Duitse ambassadeur in Nederland. ‘Door het Duitse kwaliteitsonderzoek en de Nederlandse praktische applicaties te combineren, kunnen beide landen profiteren en leidend worden in sectoren die van strategisch belang zijn voor de toekomst.’