MIT eindelijk geopend

Jasper Ipskamp is it-consultant bij Innovation Connect, een van de grootste onafhankelijke innovatie- en subsidieadviesbureaus van Nederland.

2 juni 2015

Sinds half mei is de subsidiepot MIT 2015 geopend, met maar liefst 55 miljoen euro in kas voor innovatie binnen het mkb. Ook bedrijven in de technische branche en de it-sector wachtten massaal op deze lucratieve Mkb Innovatiestimulering Regio en Topsectoren die nu open staat voor het indienen van een subsidieaanvraag.

De meeste bedrijven hadden al projecten klaarstaan waarvoor ze een MIT-subsidie willen binnenhalen. Het is dan ook zaak snel te reageren want hoewel er tot eind september van dit jaar een beroep kan worden gedaan op deze pot, worden de aanvragen voor de meeste onderdelen van de regeling op volgorde van binnenkomst behandeld. Dus wie het eerst komt, wie het eerst maalt.

Het budget voor de populaire regeling is een verdubbeling ten opzicht van 2014. Het geld wordt beschikbaar gesteld vanuit het ministerie van Economische Zaken en de provincies. EZ en de regio’s werken samen vanuit een zogenoemde gezamenlijke instrumentenkoffer, met daarin de volgende ‘instrumenten’ waarvoor subsidie kan worden aangevraagd: adviesprojecten, haalbaarheidsstudies, r&d-samenwerkingsprojecten, kennisvouchers, TKI-innovatiemakelaars en -netwerkactiviteiten. Ondernemers kunnen hun aanvraag eerst indienen in binnen de regio waar zij zijn gevestigd. Wanneer dit niet lukt, omdat de aanvraag bijvoorbeeld inhoudelijk niet past binnen de provinciale innovatiestrategie of omdat het instrument niet regionaal wordt aangeboden, is er een landelijk vangnet.

De exacte MIT-subsidiebijdrages voor dit jaar worden op heel korte termijn bekendgemaakt, maar de verwachting is dat deze niet veel zullen afwijken van die van vorig jaar. Zo werd in 2014 bij een haalbaarheidsstudie 40 procent van de subsidiabele kosten vergoed (tot 50 duizend euro) en geldt bij een r&d-samenwerkingsproject een tegemoetkoming van 30 procent tot maximaal twee ton. De subsidie voor netwerkactiviteiten bedroeg maximaal 25 duizend euro en een kennisvoucher was bijna vierduizend euro waard.