Miljoenen NWO-subsidie voor robotpakken, chipinspectie en meer
NWO Toegepaste en Technische Wetenschappen trekt 21 miljoen euro uit voor zes toegepaste-onderzoeksprojecten rond exoskeletten, chipinspectie, deep learning, 3d-printen van metaal, blessurevrij sporten en bacteriële verwerking van syngas. De betrokken partners leggen daar nog 11 miljoen euro bij. De subsidie valt binnen het Perspectiefprogramma, dat bedoeld is om de samenwerking tussen onderzoekers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties te stimuleren.
Onder leiding van de TU Delft gaan 24 partners, waaronder de drie tu’s, Autodesk, Damen, Demcon, Fokker, Heerema, M2I, Shell, Trumpf en Valk Welding werken aan het 3d-printen van grote metalen onderdelen, tot tien meter. Het Aim2xl-project (Additive Manufacturing for Extra Large Metal Components) richt zich op de eigenschappen van dergelijke structuren en wil modellen opstellen om het gedrag te kunnen voorspellen.

Het Linx-project (Lensless Imaging of 3D Nanostructures with Soft X-Rays) richt zich op chipinspectie met ‘zachte röntgenstraling’, dat in hetzelfde golflengtegebied zit als euv. Net als bij lithografie zijn dergelijke golflengtes nodig om de chipstructuren in beeld te brengen. De straling kan niet gefocust worden met lenzen, maar met rekenkundige algoritmes is wel beeldvorming mogelijk. Deelnemers aan het project zijn de drie tu’s, de VU Amsterdam, de universiteit Utrecht, TNO, AFS, ASML, Coherent, Demcon, Panalytical en VSL. De TU Delft leidt het programma.
Efficiënte deep learning en robotische ondersteuning
Binnen het programma Efficient Deep Learning onder leiding van de TU Eindhoven willen onderzoekers deep learning efficiënter en transparanter maken. Daarvoor worden verschillende praktijkcases uitgewerkt, onder meer automatische visuele inspecties, weefselanalyse, slim onderhoud van apparatuur en intelligente hoortoestellen die kunnen omgaan met rumoerige omgevingen. In totaal zijn 43 partners betrokken. Vanuit het bedrijfsleven gaat het onder meer om 2getthere,, Cyclomedia, Fei, Intel, Irdeto, Lely, NXP, Nvidia, Océ, Semiotic Labs, Siemens, Sorama, Tass Internation, Tata Steel, Thales en Vinotion. Onderzoeksinstellingen die meewerken zijn Astron, CWI, Holst Center, de drie tu’s, de universiteiten uit Wageningen, Dresden en twee keer Amsterdam, en het Radboud UMC.
Het Wearable robotics-project richt zich op zogeheten exo-aids: zachte, lichtgewicht technologie om mensen die aan een rolstoel gekluisterd zijn zelfstandig te laten staan om bijvoorbeeld aan het aanrecht te kunnen koken. De technologie moet tegelijk comfortabel zitten, gemakkelijk te bedienen zijn en betaalbaar zijn om soepele en veelzijdige bewegingen mogelijk te maken. De technologie moet ook van pas komen om ondersteuning te bieden in arbeidssituaties. Het programma wordt geleid door de Universiteit Twente en telt 31 partners, waaronder Demcon, Festo, Hocoma, Motek, Roessingh Research and Development, Ultimaker, Xsens, diverse patiënten- en beroepsverenigingen, TNO, de drie tu’s, de VU en verschillende klinieken.
Veilig sporten en biologische syngas-verwerking
Het programma Citius Altius Sanius (sneller, hoger, gezonder) richt zich op het voorkomen van sportblessures. Daarvoor ontwikkelt en gebruikt het innovatieve draagbare sensoren om de fysieke en fysiologische belasting te meten, datascience om het blessurerisico voor individuele sporters te berekenen, en gepersonaliseerde feedbackmethoden om het gedrag van sporters te beïnvloeden. In het programma, onder leiding van de TU Delft, participeren 47 deelnemers, waaronder vijf hogescholen, twee gemeenten, sportorgansities, de universiteiten van Delft, Eindhoven en Leiden, de VU, het VUMC en het AMC, en bedrijven als Adidas, Bosch, 2M Engineering en Motekforce Link.
Het laatste project richt zich op syngas, een mengsel van koolmonoxide, kooldioxide en waterstof dat kan dienen als grondstof voor de chemische industrie. Syngas ontstaat onder meer bij de productie van staal, maar kan ook uit biomassa gewonnen worden. De samenstelling hiervan is echter te grillig voor de industrie. Het onderzoeksprogramma Microsync ontwikkelt methoden, processen en bioreactoren om dergelijk syngas met behulp van micro-organismen om te zetten in nuttige chemische bouwstenen. Het project staat onder leiding van Wageningen University & Research en telt dertien deelnemers, waaronder Akzonobel, ECN en de tu’s van Delft en Eindhoven.