Mijn en dijn
In toenemende mate word ik gevraagd als verantwoordelijke voor ontwikkeling binnen ons bedrijf non-disclosure agreements te tekenen. Ik kan wel stellen dat ik niet één klant ken met wie we zoiets niet zijn overeengekomen. Het zijn echter ook leads – bedrijven die mogelijk een klant gaan worden – die ons verzoeken zo’n NDA te tekenen. In het verlengde daarvan wordt dan vaak een veelvoud van NDA’s overeengekomen met diverse toeleveranciers. Ik zeg schertsend wel eens dat ik er inmiddels heel Nederland mee kan beplakken als ik ze zou uitspreiden.
Als toeleverancier van onder meer kennis in mechanische en mechatronische systemen mag ik zuiver op de wet van logica met niemand meer over iets praten en kan dus theoretisch geen orders meer aannemen. Voor diegene die de NDA uitvaardigt, is het een gemakkelijk besluit. Baat het niet dan schaadt het niet. En met een standaard template op zak is de NDA zo opgesteld. Doe er een scheutje dwang bij en het ding is zo getekend.
Zeker zo lastig zijn de IP-overeenkomsten die ik nu steeds meer zie. Mocht ik een order krijgen en ga ik aan de slag voor de klant, is alles wat daar aan kennis en oplossingen uitkomt ook voor de klant. Ik mag deze kennis bovendien ook niet voor andere klanten inzetten. Daarbij komt vaak de eis dat ik er zelf op moet toezien dat ik daarbij geen IP van anderen heb toegepast. Ik moet de klant daar zelfs voor vrijwaren. En ook hier geldt dat er geen remmende kracht is. Baat het niet dan schaad het niet, is opnieuw het devies.
Zo gebeurt het dan dat je steeds meer wordt belemmerd in het doen van zaken. Was je met NDA’s monddood gemaakt, word je verlamd met IP-overeenkomsten. Dat is in volledige tegenspraak met het idee dat de klant juist graag wil dat hij projecten kan wegleggen bij een specialist die niets anders doet dan zijn oplossingen bedenken voor meerdere klanten.
De vraag rijst: van wie is nu eigenlijk de kennis en de vaardigheid? En kun je die aan mensen en organisaties ontnemen? Als ik nu een standaard oplossing bedenk voor een klant die prima voldoet aan zijn wens, waarom zou ik dan een superslimme oplossing bedenken die het beter en/of goedkoper zou maken als ik die dan kwijt zou raken in een IP-overeenkomst? Waar heeft de klant dan recht op?
Hoe kan het verdienmodel blijven werken voor beide partijen? Is het dan wellicht toch zaak dat de overheid ingrijpt om verstikking van de economie te voorkomen? Of mopperen we dan weer over de bemoeizucht van Den Haag? Ik hoop dat het bedrijfsleven hier op tijd volwassen wordt en respect gaat opbrengen voor elkaars mijn en dijn.