Lightyear mikt op grootschalige productie (update)

Jessica Vermeer
15 januari 2020

Het Brabantse Lightyear werkt aan een tweede, goedkoper model van zijn zonneauto. Het jonge bedrijf heeft vooralsnog geen enkel exemplaar van zijn exclusieve Lightyear One afgebouwd. Het plan is om vanaf 2023 in samenwerking met nieuwe partners tienduizenden auto’s per jaar op de markt gaan brengen.

Het eerste prototype, de Lightyear One, werd in juni gepresenteerd en kost bijna 150 duizend euro. De prijs van het tweede model moet rond de 50 duizend euro uitkomen. Om de nieuwe ambities te bewerkstelligen heeft Lightyear een voormalig manager van Tesla, Johan Vos, aangenomen als commercieel directeur.

Lightyears eerste zonneauto heet Lightyear One. Foto: Lightyear

Lightyear is voortgekomen uit Stella, de zonne-auto waarmee de TU Eindhoven viermaal de World Solar Challenge won in de klasse voor meerpersoonsauto’s. ‘Het bedrijf is geen startup meer’, stelt Vos in het Financieele Dagblad. Sinds augustus bevindt het zich in een nieuw pand op de Automotive Campus in Helmond. Het bedrijf wil niet enkel in Europa verkopen, maar heeft ook de VS op de radar, specifiek Californië.

Lightyear zal zijn kerntechnologieën integreren in Lightyear One. Het blijft zich inzetten voor een exclusieve serie van 946 voertuigen in 2021. In 2020 zal Lightyear zich richten op de ontwikkeling van zijn kerninnovaties. Deze focus is nodig om de technologieën klaar te maken om toegepast te worden in de eerste rijdende series van de Lightyear One.

Voor de nieuwe plannen is veel geld nodig. Momenteel is Lightyear bezig met een investeringsronde van 30 miljoen euro en vóór het eind van 2020 staat een grotere ronde gepland. Het bedrijf kiest in de productie veelal voor uitbesteding. ‘Zelf onderdelen maken is ontzettend kapitaalintensief’, aldus Vos. ‘We willen vanaf 2023 echt opschalen.’