‘Kabinetsplannen dragen niet genoeg bij aan groei’
‘De door het kabinet ingediende plannen voor 2015 dragen niet genoeg bij aan het versterken van de verdienkracht van ons land.’ Dat stelt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming. Het herstel van de economie is broos. Grote, voornamelijk geopolitieke kwesties leiden tot veel onzekerheden. Na aanvankelijk optimisme over groei van de wereldhandel en van de industriële productie hebben de ontwikkelingen van afgelopen zomer – het conflict rond Oekraïne en Rusland, en de terreur van IS – het vertrouwen van consumenten en ondernemers aangetast. Dezentjé: ‘We hebben een wendbare economie nodig die geprepareerd is voor groei en gewapend tegen tegenslagen. Dat vraagt om een duidelijke keuze van de politiek voor groei. Ik zie die keuze onvoldoende terug in de Miljoenennota.’
FME wil daarbij extra aandacht voor het midden- en kleinbedrijf in de industrie. Dezentjé: ‘Het is in het algemeen belang dat Nederland aantrekkelijk blijft als industrieel vestigingsland voor middelgrote en kleine industriële bedrijven. Dat lukt alleen als de lasten voor mkb-bedrijven worden beperkt, als innovatie wordt gestimuleerd en als overheid en bedrijfsleven hun gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen bij het internationaal vermarkten van deze innovaties.’
De oprichting van het zogeheten Toekomstfonds, dat is aangekondigd, vindt FME een verstandig besluit. In de Miljoenennota is te lezen dat dit fonds wordt gevoed uit de gasbaten en wordt ingezet voor de financiering van innovatieve mkb-ondernemingen, bijvoorbeeld om te voorzien in kapitaal voor bedrijven om door te groeien. Het rendement van het fonds wordt bestemd voor (fundamenteel) onderzoek. Dezentjé: ‘We moeten wel opletten dat we verstandig met dit fonds omgaan en het structureel uitbouwen.’ FME pleit er daarom voor het fonds gericht in te zetten voor de kapitaalbehoefte van groeiende industriële mkb-bedrijven en voor bevordering van ketensamenwerking in die categorie van ondernemingen. Verder hecht FME eraan dat het fonds niet alleen wordt ingezet voor fundamenteel onderzoek maar ook voor toepassingsgericht onderzoek.