Innovatie vraagt om inspirerende omgeving

Egbert Stremmelaar is director supply chain development bij Eriks, bestuurslid bij Feda en voorzitter van de Fedacademie.

9 december 2013

Op de leeftijd van drie jaar is het favoriete woord van een kind ‘waarom’. Naarmate kinderen ouder worden en uiteindelijk volwassen worden, krijgen ze meer grip op hun leven en gaan ze meer scripten. Onzekerheid kan worden voorkomen omdat de mens rekening kan houden met uitkomsten van eerdere situaties. Daarmee wordt de nieuwsgierigheid minder omdat veel dingen al eens zijn meegemaakt. Het mechanisme dat hiervoor verantwoordelijk is, is het feit dat veel kleine stukjes informatie, die in eerste aanleg niet relevant lijken, worden opgeslagen in de hersenen totdat er een moment komt dat deze informatie nodig is. Dat opslaan van informatie is een onbewust proces waar niemand zich aan kan onttrekken.

Een mooi voorbeeld van dit proces is uitgewerkt door de Britse mentalist Derren Brown. Hij vroeg een paar creatieve medewerkers van een reclamebureau om een poster te ontwerpen voor een winkelketen. Ze horen de opdracht pas op het kantoor van de opdrachtgever. Wat deze medewerkers niet weten, is dat de taxirit die ze van het vliegveld naar het kantoor van de opdrachtgever brengt, vol zit met zichtbare elementen die ze later in hun uitwerking van de campagne gebruiken. Al deze elementen hadden ze tijdens de taxirit onbewust opgeslagen in hun hersenen en op het moment dat ze het nodig hadden werd deze informatie aangesproken. Het behoeft geen betoog dat Brown had voorspeld hoe de poster deze elementen zou bevatten en hij toont zijn eigen ontwerp die griezelig dicht bij het resultaat van de medewerkers van het reclamebureau ligt. Indien u het zelf wilt zien, bekijk hier het filmpje op Youtube.

Met betrekking tot innovatie zou je mijns inziens een parallel kunnen trekken naar deze theorie. Immers innovatie is ook steeds weer vragen naar het waarom van waargenomen fenomenen of berekeningen (elementair onderzoek) en proberen grenzen te verleggen omdat je tegen grenzen aanloopt (product- en/of procesinnovatie). Dat eerste is vooral een domein van de wetenschap. Het tweede is vooral het domein van de (maak)industrie.

Als je de theorie zou mogen volgen, dan is innovatie in de industrie vooral het aanspreken en rangschikken van stukjes reeds bekende informatie die meestal onbewust in de hersenen zijn opgeslagen op een moment dat er een vraag of een barrière ontstaat. Maar die informatie moet je dan wel ergens opdoen. Het zal duidelijk zijn dat een standaard kantooromgeving bij een intern gerichte organisatie daarvoor weinig tot geen mogelijkheden biedt.

Er zijn twee belangrijke mogelijkheden voor de industrie om deze informatie wel te vergaren. Het netwerken en de belevingsomgeving. Om te beginnen met de bekendste, het netwerken, kunnen we zeggen dat het weten wie anderen zijn, weten wat anderen kunnen en anderen ook laten weten wat jij kunt bijdragen en vooral elkaar vertrouwen, elementaire aspecten van het netwerken zijn. In de praktijk betekent het dat het veelvuldig aanwezig zijn op bedrijfsbezoeken, recepties en netwerkevents belangrijk is. Brancheorganisaties en marktgroepen spelen een belangrijke rol in het samenbrengen van de stakeholders.

Betrekkelijk nieuw in de industrie is de belevingsomgeving. Een fenomeen dat al bekend is uit de consumentenmarkt en dat nu ook geaccepteerd begint te worden in de B2B-wereld. Een presentatie van Joe Pine over dit onderwerp vindt u hier. Voor de maakindustrie is het nu veelal het creëren van een omgeving van de klant van de machinebouwer. Een paar voorbeelden zijn dat bij een ontwikkelaar van pakketsorteermachines complete gebruikersapplicaties worden nagebouwd om zodoende getart door de werkelijkheid het systeem te ervaren en daar waar mogelijk te verbeteren. Ook heeft een fabrikant van bakkerijapparatuur een belevingsafdeling voor zijn klanten en voor zijn eigen R&D-afdeling op de werkvloer opgebouwd. In de fabriek ruikt het niet meer naar werktuigbouwkunde maar naar vers gebakken brood.

Wat beide mogelijkheden gemeen hebben, is dat je als machinebouwer veel tijd moet investeren in informatie verzamelen en het inleven in de gebruiker. Het resultaat is zo veel meer dan een machine leveren. Het geeft de klant innovatieve oplossingen die aansluiten bij zijn dagelijkse praktijk.