‘Industrie gaat mooie zomer tegemoet’

Alexander Pil
1 juli 2015

In juni steeg de inkoopmanagersindex van de Nevi van 55,5 naar 56,2. De stijging van de werkgelegenheid zette stevig door en was de afgelopen maand de grootste in vier jaar: 53,2. De productie nam in juni voor de zesentwintigste maand op rij toe. Dit was de grootste stijging sinds februari 2014. Deze groei kwam door een verdere toename van de nieuwe orders, zowel uit het binnen- als uit het buitenland. De groei van de buitenlandse orders was de grootste in anderhalf jaar. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk bleef grotendeels onveranderd.

Hoe kan het dat de export na zo veel maanden nog steeds aantrekt? ‘De reden is de sterke dollar’, zegt hoogleraar inkoopmanagement Arjan van Weele. ‘Deze maakt producten uit Nederland interessant en de concurrentie positie van onze bedrijven sterk. Andere redenen: nieuwe productlijnen die blijken aan te slaan en toenemende vraag uit het Verenigd Koninkrijk. Dit alles maakt dat de motor achter de industrie, de sterke klantvraag, op volle toeren draait. Gevolg: een goede bezetting van de productiecapaciteit die resulteert in stijgende productievolumes.’

Staan alle lichten nu op groen voor de Nederlandse industrie? Van Weele: ‘Helaas is dat niet het geval. Wat ik al eerder had verwacht, vindt nu plaats: er is gezien de sterke vraag naar grondstoffen en halffabricaten sprake van sterke inkoopprijsinflatie. Stijgende inkoopprijzen worden natuurlijk doorberekend in hogere verkoopprijzen en die zullen – als dat zo door gaat – op termijn de groei afremmen. Maar zover is het nu nog niet. De Nederlandse industrie gaat een mooie zomer tegemoet.’