Industrie 4.0 is sleutel tot overleven coronacrisis
Hoewel ‘moge je in interessante tijden leven’ een vloek van onduidelijke Chinese afkomst is, is de Covid-19-pandemie dat zeker niet. De volledige economische gevolgen zijn weliswaar verre van duidelijk, maar we kunnen er zeker van zijn dat er blijvende, zo niet permanente veranderingen in de wereldhandel zullen plaatsvinden. Nu we langzaam naar herstel schuiven, kunnen we enorme verschuivingen in de markt verwachten, die de crash van 2008 zullen overschaduwen. Gevoed door opgepompte private equity-fondsen, zal de resulterende golf van fusies en overnames snel de zwakke bedrijven onderscheiden van de sterke, en de trage van de slimme. In deze extreme businessomstandigheden gaat leiderschap over aanpassingsvermogen, wendbaarheid en de juiste keuzes maken op basis van ervaring en overtuiging.

Vóór de crisis was industriële digitalisering een belangrijk onderwerp op de strategische takenlijst van veel maakbedrijven. De verhoogde productiviteit, lagere productiekosten, kortere time-to-market en de mogelijkheid om snel en winstgevend te reageren op veranderende consumentenbehoeftes – de meest geprezen voordelen van Industrie 4.0 – waren krachtige argumenten voor de acceptatie ervan. Evenzeer verdoezelde de vaagheid van de term ‘Industrie 4.0’ de waarde van industriële digitale transformatie. Veel bedrijfsmanagers konden simpelweg geen verband leggen tussen de voordelen van Industrie 4.0 en de activiteiten van hun organisatie.
Om deze kloof te dichten, probeerden veel bedrijven hun benadering van digitalisering te baseren op een aannemelijke kostenanalyse van het rendement op technologie-investeringen. Traditionele roi-berekeningsmethodes op basis van speculatieve businesscases werken echter niet goed voor investeringen in ‘zachte’ proposities zoals verhoogde productiviteit of kortere time-to-market. Er is simpelweg te veel ruimte voor het inherente giswerk en allerlei meningen om onophoudelijk over te debatteren, waardoor die digitale transformatie vaak vastliep.
Dit was de status quo voor veel industriële bedrijven voor de coronacrisis. Uit marktonderzoeken blijkt dat hoewel de meerderheid het potentieel van Industrie 4.0 erkent, slechts een kleine minderheid er daadwerkelijk in is geslaagd om er daadwerkelijk iets aan te doen. In de oude wereld was iedereen tenslotte bezig met het normale gang van zaken en was er geen bijzondere urgentie.
Maar nu is de wereld veranderd en is de situatie voor veel bedrijven niets minder dan urgent geworden. Zoals dat typisch gaat, zijn de voordelen van Industrie 4.0 – juist in een tijd waarin bedrijfsleiders zich doorgaans terugtrekken van nieuwe initiatieven – veranderd van ‘leuk om te hebben’ naar ‘essentieel om te overleven’. Realistisch gezien, is er geen tijd meer om uitvoerig de aannames te bespreken die ten grondslag liggen aan een speculatieve businesscase voor digitale transformatie. Een Industrie 4.0-programma kun je niet behandelen als zomaar een it-project of een initiatief op de productievloer. Bovendien is een essentieel onderdeel van Industrie 4.0 het bereiken van continue, flexibele schaalbaarheid zodat je kunt meebewegen met veranderende omstandigheden en nieuwe zakelijke kansen.
Om hiermee om te gaan, moeten de leiders binnen een bedrijf een ondernemende houding aannemen: erkennen dat het referentiekader van het bedrijf is veranderd, dat onzekerheid aan de orde van de dag is; geloven dat digitalisering het bedrijf een weg door de chaos biedt, een manier is om te concurreren en te bloeien in onvoorspelbare omstandigheden, nog voordat het bewijs is geleverd.
En toch, zelfs in de nieuwe wereld kunnen sommige businessmanagers nog steeds geen verbinding maken tussen de behoeftes van hun bedrijf, digitale transformatie, Industrie 4.0 en de onderliggende technologieën. Dat is echter een probleem dat kan worden opgelost door samen te werken met experts uit de industrie die kunnen helpen bij de analyse van je doelstellingen en de ontwikkeling van passende initiatieven voor digitale transformatie. En dan hebben we het niet over grote plannen, hè. Succesvolle digitaliseringsprogramma’s zijn gericht op het aanpakken van laaghangend fruit en het behalen van winst op korte termijn: betrekken, testen, evalueren, inzetten, herhalen.
Pogingen om businesscases en roi-berekeningen te gebruiken om digitale transformatie te rechtvaardigen, waren altijd al een tijdrovend fantasie. In de nieuwe wereld is er geen tijd voor die fictie. Feit is dat industriële digitalisering haar eigen succes voortbrengt. Het schept nieuwe en potentieel verrassende zakelijke kansen. Het is de toegangspoort tot overleven en concurreren in de nieuwe wereld. Businesscases zouden daarom het gevolg moeten zijn van industriële digitalisering en geen rechtvaardiging ervoor.