Hightech-ecosysteem voorbeeld voor foodbedrijven
De hightechindustrie profiteert van een uniek hecht netwerk en sterke regionale samenwerking. Dat creëert synergie, bevordert het delen van kennis en maakt het mogelijk om slimmer te werken. De hoge complexiteit van toepassingen heeft de vorming van dat ecosysteem tussen OEM‘s en toeleveranciers onmiskenbaar gestimuleerd. De industrie is geconcentreerd rondom een aantal grote OEM‘s. ASML kan alleen zijn leiderschap behouden in lithografiemachines door zo‘n ecosysteem, door dit te ontwikkelen via nieuwe uitdagingen en door middelmaat niet te accepteren.
OEM‘s zoals ASML besteden een belangrijk deel van hun productcreatie – van R&D tot marketing en sales – uit aan hun toelevernetwerk. Dit gaat volgens het principe van open innovatie, waarbij partijen accepteren dat ze van elkaar afhankelijk zijn. OEM‘s betrekken de toeleveranciers in een vroege fase, leggen meer verantwoordelijkheid bij ze voor ontwikkeling en life cycle management en kopen soms hoger geïntegreerde oplossingen in. In het ecosysteem vormen bedrijven ook productinnovatieclusters om nieuwe producten naar de markt te brengen. Denk aan Mutracx met zijn digital inner layer printer en Solaytec met zijn atoomlaagdepositiemachine.
Er zijn tientallen mkb+-bedrijven als tier 1-toeleveranciers en honderden kleinere bedrijven die zorgen voor subassemblages en componenten als tier 2 en tier 3. Deze toeleveranciers hebben productietechnologie in huis voor high-mix, low-volume, high-complexity toepassingen. Een aantal is zelfs een spin-off van zo‘n OEM. Op hun beurt vergroten de hightechtoeleveranciers hun toegevoegde waarde door samenwerking. Die maakt het ontwikkelen, onderhouden en delen van kennis makkelijker en verhoogt de optimale werking van de hightechwaardeketen. Het succes van de samenwerking is te verklaren door goede relaties, door de mensen die elkaar al lang kennen.
Het hightech-ecosysteem trekt andere bedrijven. De Japanse robotproducent Yaskawa heeft bijvoorbeeld besloten zijn vestiging voor de Benelux in deze regio onder te brengen, omdat de onderneming hier een bijzondere bereidheid vindt tot samenwerking om nieuwe innovaties te realiseren. De Japanners zijn ervan overtuigd dat er wederzijds vertrouwen heerst in deze regio en dat mensen kennis durven delen.
De foodindustrie is minder bekend voor de hightechbedrijven, hoewel ze de grootste industrie van Nederland is en in totaal 48 miljard euro aan toegevoegde waarde genereert. Dat is goed voor bijna tien procent van de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Acht foodbedrijven zitten in de top 25 van grootste Nederlandse bedrijven. Vier Nederlandse firma‘s – Heineken, Unilever, Friesland Campina en Vion – staan in de top dertig van ‘s werelds grootste foodbedrijven. Ruim 98 procent van de industrie bestaat uit bedrijven met minder dan 250 werknemers.
De foodindustrie laat andere karakteristieken zien in haar ecosysteem dan de hightechindustrie. Foodbedrijven hebben de neiging om verticaal te denken. Grote spelers in foodproductie en -verwerking kiezen er vaak voor om een groot deel van hun productontwikkeling zelf te realiseren. Als ze willen uitbesteden, dan werken ze met een aantal vaste toeleveranciers die zijn gespecialiseerd in food en de markt dus goed kennen.
In een niet-cyclische, wereldwijde, groeiende en veranderende massamarkt nemen de uitdagingen toe voor de foodindustrie. Maatschappelijke onderwerpen zoals gezondheid, duurzaamheid en wereldwijde voedselzekerheid spelen een rol. Verder stellen de consumenten hogere eisen aan voedselproducten voor wat betreft kwaliteit, gezondheid, duurzaamheid, smaak en gemak. Ze willen ook nog gepersonaliseerde producten. Tegelijkertijd dreigen er schaarste aan grondstoffen en stijgende productiekosten. Deze moeten worden opgelost met nieuwe voedselproducten en productieprocessen.
Met de toenemende concurrentie en hoge kosten om zelf technologie te ontwikkelen en kennis op te bouwen, worden foodbedrijven zich meer bewust van de noodzaak tot samenwerking en zoeken ze het contact met andere bedrijven. Niet altijd met succes. Om een sterk ecosysteem op te bouwen, moeten de foodbedrijven in het algemeen leiderschap tonen en het aandurven om risico‘s te nemen en te investeren in samenwerking. Door een breder veld van toeleveranciers in aanmerking te nemen, kunnen ze nieuwe innovatiekansen creëren. Een technologie uit een andere industrie is misschien heel geschikt voor een oplossing in de food. Een bedrijf dat dit het eerst goed doet, behaalt enorme voordelen.
Gezamenlijk kunnen bedrijven in een ecosysteem betere oplossingen bedenken die meer onderscheidend en mogelijk goedkoper zijn. Verder geeft samenwerking meer mogelijkheden om het tekort aan technisch geschoolde arbeidskrachten te tackelen. Er zijn al verschillende samenwerkingsverbanden in de waardeketen van food. De afgelopen jaren hebben bijvoorbeeld retailers en fabrikanten hun krachten gebundeld om marktinformatie te delen en om industriestandaarden te ontwikkelen rond thema‘s als milieu en consumentenveiligheid. Hightech oplossingen zullen hun weg vinden naar foodsystemen, onder meer mechatronica, robotica, procesautomatisering, intelligente meet- en tracksystemen met sensoren en vision, softwareoplossingen, smart packages en verschillende procestechnologieën waaronder nieuwe conserveringstechnieken.
Kortom: het ecosysteem en de samenwerking in de hightechindustrie hebben goede resultaten opgeleverd. De foodindustrie kan verder bloeien door vergelijkbare samenwerkingsverbanden te vormen. Dit opent weer nieuwe businesskansen voor de hightechtoeleveranciers in een robuuste markt als de foodindustrie. Beide industrieën kunnen daarvan profiteren.