High Tech Software Cluster naar Brainport Industries Campus

Nieke Roos
30 oktober 2017

Het High Tech Software Cluster (HTSC) krijgt vierhonderd vierkante meter bedrijfsruimte op de in aanbouw zijnde Brainport Industries Campus (BIC). Onlangs heeft het HTSC een overeenkomst getekend voor vestiging in het Atrium, het kloppende hart van de BIC met gedeelde faciliteiten en showrooms. Het cluster wil er bezoekers nieuwe en vaak onbekende ontwikkelingen op softwaregebied laten ervaren, bijvoorbeeld via virtuele simulaties en tests en visuele kwaliteitsmetingen.

In het HTSC hebben een kleine dertig partijen onder regie van Brainport Development hun krachten gebundeld om de technische-softwareontwikkeling in Nederland nog beter op de internationale kaart te zetten. Dit profiel sluit naadloos aan op de BIC, waar ondernemingen uit de hightech-maakindustrie zich verzamelen om onder één dak samen te werken en te innoveren. Volgend jaar mei wil KMWE als eerste grote huurder zijn intrek nemen op de nieuwe productiecampus nabij Eindhoven Airport.

Illustratie: BIC

‘De bevestiging van het HTSC met de officiële status van fieldlab en nu het concreet en zichtbaar maken met een demoruimte in de ‘Fabriek van de Toekomst’ laat zien dat we als regio erkennen dat software toegevoegde waarde levert voor iedereen’, aldus Joep Brouwers, waarnemend directeur van Brainport Development. Clustermanager Wim Renders: ‘We hebben op de BIC alles bij elkaar. Je merkt nu al dat verschillende fieldlabs op de campus elkaar opzoeken. We verwachten straks – als de BIC daadwerkelijk is opgeleverd – dat de daar gevestigde partijen nog veel meer aansluiting kunnen vinden omdat ze dicht bij elkaar zitten.’

‘Voor ons is de zichtbaarheid van software het grootste voordeel’, gaat Renders verder. ‘We willen de bewustwording over de rol van software bij het ontwikkelen van machines vergroten. Dan helpt het om letterlijk zichtbaar te zijn en een plek te hebben waar mensen makkelijk naar binnen lopen.’ Benno Beuting, lid van de HTSC-stuurgroep: ‘Op deze plek kunnen we ontwikkelen, demonstreren, toetsen en integreren.’