Het grote geld heeft onze maakindustrie ontdekt

Investeerders brengen de Nederlandse hightech-maakindustrie groei en slagkracht. Ons land zal zijn reputatie als zwaartepunt voor kennis- en maakkracht in semicon definitief vestigen.

23 maart

De hightech-maakindustrie heeft sinds enkele jaren serieuze aandacht van grote Amerikaanse, Britse en Duitse investeerders. In de pers doken voor de hightech vrij onbekende partijen op als Active Capital, Borromin, Equistone, Hal en NPM Capital.

Daarnaast zagen we strategische overnames. Muon, een bedrijvengroep met een jaaromzet van 140 miljoen euro ging voor 700 miljoen euro naar het Amerikaanse Idex. De makers binnen deze groep hebben unieke maakcompetenties, zoals Millux, dat de ultranauwkeurige gaatjes in immersiehoedjes lasert.

Lange tijd hadden grote geldschieters koudwatervrees, omdat veel Nederlandse maakbedrijven erg afhankelijk zijn van ASML. Stel, er zou iets fout gaan in Veldhoven, dan stort de waarde van een lithoverslaafde supplier volledig in. Voeg daarbij dat de afhankelijkheid van Veldhoven de afgelopen decennia voor veel maakbedrijven steeg – een proces dat nog steeds doorgaat. Eén-klant-afhankelijkheid vinden investeerders eng en dus was het lange tijd verboden terrein.

Wat is er dan veranderd? Allereerst is de frontend semicon-equipmentmarkt geëvolueerd van zeer volatiel naar stabiel. ASML zet hightech Nederland op de kaart. ‘Door zijn wereldwijde monopoliepositie, superieure machines en sterk groeiende vraag naar chips is ASML een bedrijf in de buitencategorie’, zo verwoordt sector-expert David Kemps van ABN-Amro het.

Ook het imago van Brainport draagt bij als wereldwijd hightech zwaartepunt. De hightechindustrie is veel groter dan ASML alleen, zo schetst Kemps het overzicht. ‘De hightech in het algemeen zit in de volwassenheidsfase. Belangrijke afzetmarkten als machinebouw, medisch, aerospace, semicon en defensie groeien geleidelijk, maar niet altijd meer met dubbele cijfers’, schetst Kemps het grote plaatje. Hij ziet in de meeste hightechmarkten flinke internationale concurrentie waardoor winstmarges stabiel zijn of afnemen. Productinnovatie is dan de sleutel tot verdere groei en daar excelleert ons land in.

De aanwezigheid van talloze andere hightech-maakbedrijven als Canon, Philips en Thermo Fisher verstevigt onze reputatie als wereldwijd zwaartepunt voor hightech spullen. Ook van ASM International en Besi gaan we de komende jaren veel horen – maar helaas doen zij de belangrijkste r&d en vrijwel hun hele toelevering op dit moment nog buiten onze grenzen.

Kemps voegt een onderscheidende factor toe die voor investeerders en beleggers steeds zwaarder weegt. De wereld ziet de hightech als onderdeel van de oplossing voor de uitdagingen waarvoor we staan. ‘Denk aan oplossingen die de energietransitie ondersteunen zoals elektrificatie, batterijtechnologie en toepassingen voor waterstof. Of aan slimme robots in de zorg, agri en bouw om het grote personeelstekort op te vangen.’

Rondom Eindhoven stampen hightech maakbedrijven geen gebouwen maar campussen uit de grond. Op Brainport Industries Campus (BIC) staat een nieuw verzamelgebouw op de planning en verderop koopt Prodrive bedrijven uit op Industriepark Ekkersrijt. Neem daarna de afslag richting centrum Eindhoven en kijk naar links en je ziet dat Sioux op Esp aan het uitdijen is. NTS kon gebouwen en grond kopen van de buurman en ontwikkelt zijn locatie aan

Meer afhankelijkheid van ASML

Opmerkelijk is dat niet alleen individuele bedrijven, maar zo’n beetje de hele regio niet minder, maar meer afhankelijk is geworden van ASML. Het lithografiebedrijf moedigde zijn suppliers twintig jaar geleden aan om hoogstens een kwart van hun omzet in Veldhoven te halen. Veel bedrijven slaagden daarin, maar door de groeispurt van het afgelopen decennium ligt het aandeel ASML-gerelateerde business bij de meeste toeleveranciers boven de 25 procent. De lithogigant schijnt er ook geen punt meer van te maken.

Bij een aantal ligt de hoeveelheid business voor ASML zelfs ruim boven de helft, zoals bij VDL ETG. Almelo dient daar als productielocatie voor de waferstages en Eindhoven voor de waferhandler en de vessel voor de EUV-bron – gedetailleerde informatie deelt moederbedrijf VDL niet.

In een interview, eind vorig jaar in dit blad, relativeerde Tjarko Bouman, topman van NTS, het gevaar van een toegenomen afhankelijkheid van ASML. Als je de boel op orde hebt, zo beargumenteerde hij, is meer dan een kwart van je omzet in litho-equipment niet langer een risico. Hij wijst er bovendien op dat alle eerstelijns-suppliers ook andere semicon-equipmentbouwers bedienen, zoals Applied Materials, ASM International, KLA en Lam.

KMWE-topman Edward Voncken sluit zich daarbij aan. Hij wijst op de factor wederzijdse afhankelijkheid, waardoor opdrachtgevers niet zomaar overstappen naar ander partijen. ‘Grote bewegingen in de markt zijn er niet meer. Het is nu opbouwen en investeren. Zodra die wederzijdse afhankelijkheid goed voelt, dan is het oké’, zegt Voncken.

Kleinere bedrijven

John Blankendaal van Brainport Industries herkent de toenemende belangstelling van private investeerders. ‘Maar niet voldoende, we kunnen meer gebruiken’, zegt hij. Voncken van KMWE, die ook voorzitter is van het Brainport Industries-netwerk voegt daaraan toe dat de consolidatie in de maakindustrie volgens hem nog niet ten einde is. ‘Investeringsmaatschappijen zoeken naar industrieën die het goed doen en kleinere bedrijven vragen zich af of ze het risico van de hoge investeringen moeten aangaan. Als ze het niet doen, dan is het nadelig voor hun bedrijf. Dus overwegen ze om zich aan te sluiten bij grotere bedrijven of groepen.’

In zijn strategische roadmap constateert Brainport Industries dat investeringsfondsen in Nederland als geheel afwezig zijn en dat belemmert de groei van veelbelovende hightech-maakbedrijven. ‘Daarnaast is er te weinig werkkapitaal om in capaciteit te groeien met de oem’s.’

De traditionele financiers in de regio zijn in feite een maatje te klein geworden. De regionale investeringsmaatschappijen Bom en Liof richten zich vooral op opschalende bedrijven, risicovolle start-ups mijden ze.

Ingenieursbureaus die geheel voor Veldhoven werken

Dat eerstelijns toeleveranciers een beetje of ruim over de 25 procents-streep gaan is tot daaraantoe, het is wat kritischer voor sommige ingenieursbureaus of maakbedrijven die bijna geheel voor Veldhoven werken. Sommige waarnemers noemen deze organisaties gekscherend ‘afdelingen van ASML’, maar dan zonder de bijbehorende arbeidsvoorwaarden.

Toch schrikt dat kopers en financiers niet af. Wat zeg ik, als je de overnames van het afgelopen jaar beziet, dan staan ze in de rij. Wilvo, met de Duitse investeerder Borromin (voorheen Steadfast) achter zich, nam vorig jaar Van den Broek Precision & Tooling over en daarvoor plaatbewerker Iteq en verspaner GFM. De Andra Tech groep (voorheen Kusters Beheer) kocht binnen een half jaar Mayer Feintechnik uit het Duitse Göttingen en DKH uit Uden. ‘We zien ASML niet alleen als bedrijf, we zien het als markt’, zo maakt een investeerder zijn keuze duidelijk.

De laatste opmerkelijke beweging kwam uit de logistiekhoek. HQ Pack (125 miljoen omzet in 2022) werd ingelijfd door NPM Capital. HQ Pack verleent logistieke diensten, vooral tussen hightechmakers onderling en hun klanten. Het heeft 900 medewerkers in dienst en zette vorig jaar voor 125 miljoen euro om (voorlopig cijfer 2022). Het Financieele Dagblad wijst naar de fusiewebsite Mena die de deal waardeert op 250 tot 500 miljoen euro – insiders zeggen 300-plus.

Prachtige exit

De verkoop van de Muon-groep aan Idex afgelopen september voor 700 miljoen euro was voor Rivean Capital (het voormalige Gilde Buy Out Partners) een prachtige exit. Idex (3,2 miljard dollar omzet in 2022) betaalde daarmee vijf keer de omzet van de groep, zo’n 140 miljoen euro.

Dat bedrag zorgde bij Nederlandse maakbedrijven voor opgetrokken wenkbrauwen. Zij konden de ratio achter de deal niet vatten. De gebruikelijke logica in de maakpraktijk is immers dat je rendement uit groei haalt. Daarnaast is er de boerenwijsheid dat er een maximale capaciteit zit aan een machinefabriek. Het zijn de operators, verspaningsmachines en draaibanken die daar de waarde toevoegen. Een superhoge graad van automatisering zoals in chipfabrieken is er afwezig.

Het ligt dus niet voor de hand om op één locatie een grootschalige frezerij van pakweg een half miljard euro op te zetten. Voor die capaciteit zijn misschien wel tien locaties nodig en die fabrieken moeten dan ook nog allemaal efficiënt werken om de gewenste winstgevendheid te behalen. Dit is een worsteling in de hele markt. Het is niet voldoende om te groeien, de grote uitdaging is efficiënt te groeien en hoge marges te behouden.

We mogen dus concluderen dat een overname zoals van Muon (580 werknemers) door Idex (ruim 8000 medewerkers) vooral strategisch gedreven is, van belang voor het totale concern. In 2021 kwam 32 procent van Muons omzet uit de halfgeleidersector en 17 procent uit de medische markt. Idex plaatste zijn nieuwste aanwinst onder Scientific Fluidics & Optics binnen de divisie Health & Science Technology. RR