Het gespleten jaar van Hittech
2020 is een jaar met twee gezichten voor Hittech. Tegenover de drukte bij Nederlandse bedrijven stond de malheur bij de Duitse vestiging. Mechatronica&Machinebouw kijkt terug en vooruit met directeur Eric Driessen. ‘In Nederland zien we in dat we er allemaal beter van worden als we samenwerken.’
‘ASML houdt de Nederlandse hightechindustrie tijdens de crisis boven water.’ Het is een boude stelling, maar Hittech-directeur Eric Driessen durft haar wel aan. ‘Er zijn gelukkig meer klanten en markten waar de omzet op niveau is gebleven, maar traditioneel grote sectoren als luchtvaart en automotive zijn hard onderuitgegaan. Bedrijven die daar veel business hebben, hebben het dan ook zwaar. In tegenstelling tot in eerdere crisissen is ASML deze keer heel stevig overeind gebleven, en daarmee hun toeleverketen ook. Een goede relatie met hen helpt nu dan ook enorm.’

Hittech houdt zijn grootste klant toch al nauwlettend in de gaten. ‘We zitten met een aantal producten in ASML’s nieuwste machines’, vertelt Driessen. ‘We hadden de volumes voor dit jaar redelijk conservatief ingeschat, omdat we vorig jaar iets te optimistisch waren geweest. Dit jaar kwam de vraag echter sneller en was hij groter dan verwacht. We moesten dus mensen aannemen – dat ging nog wel – maar we moesten ook opleiden, precies tijdens de beginfase van corona. Niemand wist toen precies wat wel en niet kon en hoe je het goed moest inrichten. We hebben in die tijd heel erg achter onszelf aangehold.’
Ook andere klanten in de halfgeleiderindustrie – de belangrijkste markt voor Hittech – hadden relatief weinig last van de pandemie en presteerden naar behoren. ‘We leveren ook aan de verpakkingsindustrie, die eveneens redelijk stabiel is gebleven’, zegt Driessen. ‘Aan de andere kant hebben we een klant die 3d-meetmachines ontwikkelt voor met name de automotivemarkt. Door de elektrificatie kampte die al met een terugval. Er zitten immers een factor tien minder onderdelen in een elektromotor, dus zijn er beduidend minder meetmachines nodig. De coronaklap kwam daar nog eens overheen.’ Zonder de extra vraag bij ASML zou Hittech in Nederland zijn budget net niet hebben gehaald. ‘Zij hebben de terugval bij de rest van onze klanten meer dan gecompenseerd.’
Reorganisatie
Tegenover de drukte op de Nederlandse markt staat de malaise over de grens. Sinds Hittech in 2014 Prontor aan de groep toevoegde en daarmee de omzet grofweg verdubbelde, is het bedrijf nadrukkelijk aanwezig op de Duitse markt. De vestiging in Bad Wildbad is vooral actief in de medische sector. ‘Een van de redenen om Prontor destijds te kopen, was juist omdat de stabiele medische markt de volatiele halfgeleiderindustrie mooi zou kunnen compenseren. Dat was dit jaar omgekeerd’, aldus Driessen.
De producten van Prontor zijn namelijk niet gelinkt aan de behandeling van Covid-patiënten. En de rest van de medische sector kwam dit jaar hoegenaamd tot stilstand. ‘Ziekenhuizen waren echt niet bezig met andere projecten dan Covid. Er werd amper nog geïnvesteerd’, vertelt Driessen. Ook naar Prontors technologie voor tandartsapparatuur was nauwelijks vraag.

Prontor stond voor de crisis al op de nominatie voor een herstructurering. De coronacrisis heeft die reorganisatie versneld en verdiept. Driessen reed heel regelmatig naar Baden-Württemberg. ‘In Nederland was het alle hens aan dek om de klanten te beleveren, in Duitsland was de sfeer totaal anders: Kurzarbeit, onderhandelingen, ontslagen. We hebben daar van ongeveer 20 procent van onze mensen afscheid moeten nemen.’
‘Hoe vervelend ook, de reorganisatie van Prontor was nodig’, stelt Driessen. Met de Duitse tak kan Hittech straks efficiënter werken en zich ook op andere markten richten. ‘We zitten nu in de eindfase van dat proces.’ Daarna is het wachten tot de economie weer aantrekt. ‘Vanaf dan kunnen we komen op het niveau waar we zouden willen zijn.’
Uitbesteden
Ligt het alleen aan de verschillende doelmarkten dat Hittech in Nederland en Duitsland zo anders presteerde, of is er meer aan de hand? ‘De Nederlandse hightechindustrie wordt heel erg bepaald door ASML. Vanaf het begin hebben ze heel veel uitbesteed en open samengewerkt en geïnnoveerd met hun klanten en toeleveranciers. Dat model heeft zich verder ontwikkeld en daarvan plukken we nu de vruchten’, stelt Driessen.
‘In Duitsland kijken ze wel hoe dat in Nederland gaat en zetten ze ook wel stappen in die richting, maar het gaat heel langzaam’, vervolgt Driessen. ‘Veel Duitse bedrijven, zeker de grote, zijn gewend alles zelf te doen, dus die switch is lastig. Vaak praten ze wel over samenwerking, maar draait het toch vooral om prijs. In Nederland zien we in dat we er allemaal beter van worden als we samenwerken, maar in Duitsland liggen die verhoudingen vaak nog anders.’

Overnames?
Driessen staat sinds medio 2018 aan het roer van Hittech. Hij nam het stokje over van oprichter Cor Heijwegen, die toen een stapje terug deed. Tegelijkertijd kwam er via Emiel van Dommelen en zijn investeringsbureau Maril Holding nieuw kapitaal in de onderneming. Er werd een stevige groei-ambitie uitgesproken: binnen een paar jaar de omzet verdubbelen naar zo’n tweehonderd miljoen euro. Hoe staat het daarmee?
‘In Nederland liggen we aardig op schema en hadden we in 2020 weer een goede stap kunnen zetten’, antwoordt Driessen. ‘Door corona en de situatie in Duitsland moeten we de plannen echter bijstellen. We denken nu over drie tot vier jaar bij die grens te zijn.’
De kernmarkten die Hittech bedient – semicon, medical, measurement & analytics en packaging – zijn gezond, constateert Driessen. ‘Die blijven zich ontwikkelen. De halfgeleidermarkt gaat hard, maar ook de medische sector loopt door, zij het in een ander tempo.’ Ondanks de crisis heeft Hittech in het afgelopen jaar geïnvesteerd. ‘Als je dat kunt doen, sta je klaar op het moment dat de markt weer aantrekt. Er staan best veel nieuwe projecten in de startblokken om in productie te gaan. Om de verwachtingen waar te kunnen maken, zijn ruimte, mensen en middelen nodig.’
De echte groeisprongen moeten komen van overnames. Daarvoor kan Hittech budget vrijmaken. ‘Door de huidige crisis moet er ergens beweging komen’, denkt Driessen. ‘We hebben altijd onze oren open, maar op dit moment hebben we niets concreet op het oog.’
Hittech kan kritisch zijn, want met Van Dommelen en Heijwegen heeft het aandeelhouders met een langetermijnvisie. De afgelopen jaren stonden er mooie bedrijven te koop, maar ze pasten niet goed genoeg bij Hittech, of de prijs werd door private equity zo ver opgedreven dat het lastig leek om die investering terug te verdienen. Op dit moment kijkt Hittech vooral in Duitsland. ‘Daar is de vijver groter en zit er meer vis in. We willen graag groeien bij onze grootste klanten, en het liefst zonder dat hun aandeel in onze omzet stijgt. Dat kan alleen als we een bedrijf overnemen dat in een andere markt actief is of andere klanten bedient. Daar ligt dan ook onze focus.’
Vingeroefening
Driessen ziet een aantal trends voor 2021 en verder. De eerste is digitalisering. ‘Daar wordt natuurlijk al heel lang over gepraat, maar nu begint Industrie 4.0 ook echt van de grond te komen’, zegt hij. Voor Hittech betekent dat het veel meer data van zijn producten en processen moet vastleggen. ‘Alleen binnen spec leveren is niet meer voldoende. Per product moeten de parameters bekend zijn omdat dat van invloed kan zijn op de yield van de eindklant. Als alles goed gaat, is er niets aan de hand, maar wanneer er iets misloopt, willen klanten dieper kunnen analyseren waar het probleem zit. We slagen daar steeds beter in.’
Transparantie in de keten staat sowieso steeds hoger op de agenda. ‘Iedereen is zich dit jaar rot geschrokken van het beperkte zicht dieper in de keten. Het leek soms wel of alles uitkwam bij die ene elektronicafabrikant uit Wuhan. Dan merk je ineens dat een keten op een component van een paar dubbeltjes kan vastlopen’, aldus Driessen. ‘De hightechindustrie had twee jaar geleden een soortgelijke ervaring met de brand bij Prodrive. Die ervaringen waren voor de keten een goede vingeroefening voor de problemen van nu. Bedrijven hebben steeds meer aandacht om dat soort single points of failure weg te nemen.’
Of die focus ook leidt tot meer lokale productie, durft Driessen niet te zeggen. ‘Ik zie wel dat klanten proberen hun toeleverketens robuuster en inzichtelijker te maken. Maar sommige industrieën heb je hier gewoon niet meer; die zijn zo massaal vertrokken dat ik die niet meer zie terugkomen.’
Augmented reality
Ook op meer technisch vlak ziet Driessen de komende jaren veranderingen. Een daarvan is additive manufacturing. ‘In de kunststofwereld is dat de normaalste zaak van de wereld, maar nu komt het ook daadwerkelijk onze markt binnen. Blokken van zestig kilo titanium verspanen totdat een derde overblijft; daar is veel winst te behalen. Als je met 3d-printen dichtbij de uiteindelijke vorm kunt komen en met nabewerking de laatste details realiseert, is dat een heel interessant alternatief’, stelt Driessen. ‘Een tijd geleden vonden veel bedrijven het risico nog te groot en kozen ze voor de traditionele manier. Inmiddels is veel scepsis weggenomen en zetten ze serieuze stappen. Met één deel is Hittech zo ver dat het bijna in serieproductie kan. Met een ander complex deel zijn we heel ver met materiaaltests. Als we de eigenschappen goed hebben, kunnen we een proto printen en daarna hopelijk snel in productie.’

Net als additive manufacturing niet nieuw maar wel meer toegepast, is augmented reality. ‘Vorig jaar leek dat nog heel ver weg. Nu horen we van steeds meer klanten dat ze op die manier werken’, vertelt Driessen. ‘Dan gaan de brillen op en kijkt een specialist van afstand mee. Dat hoeft overigens ook helemaal niet van ver weg te zijn. Als een engineer wil meekijken in de cleanroom, hoeft hij niet eerst een pak aan te trekken, maar kan hij via augmented reality de situatie beoordelen. Dat maakt de drempel veel lager om de engineer om raad te vragen. Bij Hittech beginnen we binnenkort met de eerste proeven, vooral rond training en opleiding. Ik weet nog niet of dat het gelijk een onverdeeld succes zal zijn, maar dat we die stap gaan zetten, is duidelijk.’