FME-voorzitter vraagt Europa prioriteit te geven aan Smart Industry
FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming heeft topambtenaren van de Europese Commissie en van de EU-lidstaten op het hart gedrukt prioriteit te geven aan Smart Industry. Ze sprak op uitnodiging van de Enterprise Policy Group over hoe de Europese industrie kan worden versterkt. Sinds de Hannover Messe dit voorjaar is de tegenhanger van de Duitse Industrie 4.0 een van de speerpunten van het Nederlandse innovatiebeleid.
Tijdens de Europese Raad in maart spraken de Europese regeringsleiders over de versterking van de Europese industrie. De leiders, onder wie minister-president Rutte en de Duitse bondskanselier Merkel, kwamen overeen dat het concurrentievermogen van de industrie moet worden versterkt, onder meer door hechtere samenwerking op het gebied van sleuteltechnologieën zoals accu’s voor elektrische auto’s en intelligente materialen. Daarnaast hebben de Europese leiders onderstreept dat er meer aandacht moet zijn voor het vergroten van vaardigheden op het gebied van technologie, techniek en wiskunde. Er wordt een actieplan opgesteld voor de uitwerking van deze afspraken.
De Enterprise Policy Group speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming en uitwerking van de plannen. In deze werkgroep van de Europese Commissie komen topambtenaren van die Commissie en topambtenaren van de verschillende EU-lidstaten samen om beleid uit te werken en samenwerking te stimuleren. Voor het uitwerken van het actieplan over het Europese industriebeleid heeft de EPG de FME-voorzitter uitgenodigd om hen te informeren over de ontwikkelingen op het gebied van Smart Industry. Dezentjé sprak in Brussel namens alle Orgalime-partners, het Europese samenwerkingsverband voor de technologische industrie.
Dezentjé: ‘We leven in een nieuwe economische realiteit. We zitten middenin de vierde industriële revolutie. We kunnen nu niet stilstaan, de industrie niet, de overheden niet en de onderwijsinstellingen niet. We moeten allemaal inspelen op ontwikkelingen als big data, robotisering en veranderende productieprocessen. We kunnen ons niet permitteren één dag te verliezen. Ook de Europese leiders moeten zich realiseren dat een Europa zonder slimme fabrieken een Europa zonder verdienkracht is.’