Festo stoomt organisatie klaar voor Industry 4.0
In het veranderende spectrum van Smart Industry volstaat het niet om alleen een technologische stap te zetten – dat is relatief makkelijk. Minstens zo belangrijk is de mindset van je medewerkers. Zo’n paradigmaverschuiving kost tijd. Festo begon drie jaar geleden aan zijn reis naar een organisatie die klaar is voor Industrie 4.0.
De afgelopen drie jaar heeft Festo Nederland zijn organisatie geheroriënteerd om beter aan te sluiten op de nieuwe eisen die Smart Industry stelt. ‘Industry 4.0 is meer dan een technologische evolutie. Dat verhaal begint stilaan wel bekend te worden’, zegt Dennis van Beers, directeur van Festo Nederland. ‘Maar ik vind het vooral interessant wat de invloed is op de bedrijfsstructuur en de bedrijfscultuur. Je kunt het niet afdoen met technologie, want dan mis je de slag. Het dna van je bedrijf is minstens zo belangrijk.’
Zo’n omslag is voor elk bedrijf lastig, ook voor een volwassen organisatie als Festo. ‘In deze disruptieve markt moet je jezelf soms dwingen om uit je comfortzone te komen’, stelt Van Beers. Festo – dat vorig jaar zijn vijftigjarige jubileum vierde – was van oudsher vooral een componentenleverancier. Inmiddels haalt het een aanzienlijk deel van zijn omzet uit pneumatische en elektrische systemen. ‘Onze organisatie is heel erg gericht op optimale, lean processen. Dat is echter geen zegen voor alles’, aldus Van Beers. ‘Procesoptimalisatie moet je natuurlijk doen, zeker als je verschillende afdelingen hebt. Maar als je die afdelingen optimaal met elkaar hebt verbonden, houdt dat niet in dat je automatisch ook de klant het beste bedient.’
Festo besefte dat als het zijn klanten echt centraal wilde stellen, er een multidisciplinair team moest komen dat de vrijheid heeft om met de klant samen te werken, zonder dat het denkt in termen van ‘mijn afdeling, jouw afdeling’. Van Beers: ‘Bij een overgang tussen twee afdelingen zit vrijwel altijd een mismatch. De specificaties worden bijvoorbeeld niet goed doorgegeven. Een klant voelt dat gelijk.’
Drie jaar geleden nam Festo daarom het initiatief voor het Easi3-team. ‘Een groep vrije geesten’, omschrijft Van Beers de engineers die snel kunnen reageren op elektromechanische en besturingstechnische vraagstukken bij een klant. Opvallend is dat Festo daarbij niet eist dat alle componenten ook van Festo komen. ‘Een klant zit in een groter geheel en kiest nu eenmaal niet altijd voor ons. Dat hebben wij te accepteren. Onze engineers deinzen er niet voor terug om met software van concurrenten te werken. Dat is hoe wij Smart Industry en open innovatie interpreteren.’
Van Beers heeft ervaren dat het soms lastig is om van het not-invented-here-syndroom af te komen. ‘Natuurlijk kunnen we heel veel met de producten in ons eigen assortiment, maar de klant zit daar niet altijd op te wachten’, zegt hij. ‘Bij Industrie 4.0 gaat het om connectiviteit en dat gaat verder dan de grenzen van een merk. Het gevolg is dat we soms een deel van de koek niet krijgen. Aan de andere kant komen er nu ook nieuwe klanten naar ons toe omdat we verder kijken dan onze eigen catalogus. Het is écht samenwerken. Als je daarvan de lol inziet, krijg je een heel ander speelveld.’
Ingredients enabling carbon neutrality of warehouse systems
5 oktober 2023 vindt de INCOSE-NL workshop 2023 plaats, met spreker Daan Meijsen van Vanderlande. Tijdens de workshop krijg je inzicht in de verschillende cross-cutting duurzaamheidsperspectieven voor hightech systemen. Bekijk het volledige programma online en registreer nu!
Parallelle paden
Op het kantoor in Delft opende Festo eind vorig jaar zijn Experience Center, een speeltuin waar de Easi3-engineers samen met klanten in alle vrijheid kunnen experimenteren. Zodra de ideeën een haalbaar concept worden, wordt direct Festo’s ‘normale’ engineeringteam ingeschakeld. Van Beers: ‘Je krijgt een naadloze samenwerking tussen mensen onderling, niet tussen afdelingen.’ Daarna sluiten ook de specialisten op het gebied van bijvoorbeeld kwaliteit, maakbaarheid en logistiek aan.
In dat proces blijft de klant steeds centraal meelopen. ‘Die mag niet merken dat er achter de schermen allerlei mensen bij worden betrokken’, benadrukt Van Beers. ‘Dat lukt alleen omdat we de wensen en eigenschappen van onze medewerkers goed in kaart hebben gebracht. Dan kun je aan de slag met zelfsturende teams.’
De prestaties van die multidisciplinaire groepen laten zich lastig vangen in traditionele kpi’s. ‘Je moet ze hun eigen weg laten vinden’, vindt Van Beers, die ervoor waakt om de vrije geesten neer te zetten als de nieuwe helden van de organisatie. ‘De traditionele business is voor een componentenbedrijf als Festo nog altijd heel belangrijk. Het zijn twee parallelle paden.’
Het nieuwe paradigma binnen Festo is vooral een nieuwe mindset voor de medewerkers. ‘En dat is even wennen’, geeft Van Beers toe. ‘Op managementniveau kunnen we van alles bedenken, maar je moet wel je medewerkers meekrijgen. Dat kost tijd. Iedereen moet over zijn eigen belemmeringen heen stappen. En dat zijn vooral mentale barrières. Maar als de muurtjes eenmaal wegvallen, komt de motor echt op gang.’
