ERC-grant voor robotvogels Stramigioli
De eerste robotvogels – zoals de Robird die aan de Universiteit Twente is ontwikkeld en via Clear Flight Solutions de markt verovert – slaan inmiddels hun vleugels uit. Maar opstijgen en landen als een vogel, of vliegen met asymmetrische wiekslag, dat kan nog niet. UT-hoogleraar Stefano Stramigioli wil de komende jaren de droom verwezenlijken die Leonardo Da Vinci al had, met nieuwe theorievorming en experimenten met een nieuwe generatie robotvogels. Hiervoor heeft de European Research Council (ERC) hem nu een Advanced Grant toegekend van 2,8 miljoen euro.
Het speelse gemak waarmee vogels vliegen, deed Da Vinci al in de vijftiende eeuw dromen van machines die hetzelfde zouden kunnen. Vliegtuigen met hun starre vleugels – hoe goed ze het ook doen – blijven toch een slap aftreksel. De vleugelbeweging nabootsen, rekening houdend met de complexe luchtstroming, dat is een ander verhaal. Met de Robird heeft de groep van Stramigioli al belangrijke stappen gezet: een robot-roofvogel die via spin-off Clear Flight Solutions, de markt verovert.
In zijn nieuwe onderzoek wil Stramigioli nog veel verder gaan. ‘De 3d stromingsdynamica begrijpen we nog steeds onvoldoende, laat staan hoe we die dynamica kunnen beheersen en hoe we robots maken die ervan gebruikmaken’, zegt Stramigioli. ‘Opstijgen en landen als een vogel kunnen we bijvoorbeeld nog niet. En dat geldt ook voor vliegen met asymmetrische wiekslag en automatische aanpassing aan de luchtstroming.’
De ontwikkeling van de volgende generatie robotvogels begint met nieuwe theorievorming. Stramigioli wil daarvoor de zogenaamde port-Hamiltoniaanse systeemtheorie inzetten: een krachtige manier om de fysische stroming te koppelen aan het dynamisch veranderend vleugeloppervlak en de aansturing van de vleugels. De nieuwe theorie gaat leiden tot simulaties, tests van verschillende onderdelen in de windtunnel en uiteindelijk tot een nieuwe robotvogel.