Duitse Spitzencluster moeten uitvliegen

Joachim Burghartz is directeur van het Instituut voor Micro-elektronica Stuttgart (IMS Chips) en oud-Dimes-directeur aan de TU Delft.

28 mei 2014

Subsidiëren van onderzoek is ingewikkeld geworden. Politici willen zeker zijn dat de euro’s belastinggeld efficiënt en zichtbaar zijn ingezet en dat de looptijd van de subsidie beperkt is. Het Duitse ministerie voor onderwijs en onderzoek hanteert een maximum van vijf jaar om groot gesubsidieerd onderzoek om te zetten in economische en maatschappelijke waarde. Dit geldt ook voor de vijftien Spitzencluster, de Duitse variant van de topsectoren. Elk cluster kreeg met een budget van tachtig miljoen euro – onder voorwaarde van vijftig procent industriële participatie – vijf jaar de tijd om duurzame structuren voor de samenwerking van industrie, instituten en universiteiten te scheppen. Maar het is net zo als in de natuur: ooit moet het vogeltje uitvliegen.

Een van de clusters die volgend jaar het nest moeten verlaten, is Microtec Südwest, dat zich richt op microsysteemtechnologie. In het zuidwesten van Duitsland zit MST in het bloed, een erfenis van de eeuwenoude uurwerkindustrie in het Zwarte Woud en de automobielindustrie in de regio Stuttgart. In het land van de sleutelaars en uitvinders zijn de mensen zich bewust van het eigen prestatievermogen. Hier geldt de slogan: ‘We kunnen alles, behalve netjes Duits praten.’

De bedrijven zijn meestal in familiebezit met een monopolie op specialistische producten die ook in de tijd van mondiale competitie kunnen blijven bestaan. Hun economische sterkte vindt zijn basis in de verbintenis van de families met hun bedrijven en hun medewerkers, en van de uitstekende kwaliteit en loyaliteit van deze medewerkers. Daarnaast bevordert de lokale competitie het economische leiderschap. In de regio Tuttlingen bijvoorbeeld bevechten de bedrijven Karl Storz en Aesculap elkaar hartstochtelijk op de wereldmarkt voor endoscopieproducten. De directeuren praten niet eens met elkaar. Hoewel zo’n situatie niet de regel is, is het toch typisch voor de regio. Voor vele bedrijven geldt de slogan: ‘We kunnen alles, behalve samenwerken.’

Tegen deze achtergrond had Microtec Südwest de uitdaging om meer dan 350 bedrijven en twaalfhonderd wetenschappers in de deelstaat Baden-Württemberg zich thuis te laten voelen in een MST-gemeenschap die na de looptijd van het clusterprogramma zonder subsidie verder moet. Dat eist zinvolle en effectieve structuren en managementinstrumenten. En dat vraagt om rolmodellen en ‘lichttorens’ die laten zien hoe met hulp van MST en samenwerking economisch succes kan worden ontplooid. Microtec Südwest nodigde Robert Bosch in Stuttgart uit om het cluster rond robuuste en efficiënte sensoren onder zijn vleugels te nemen. Roche Diagnostica in Mannheim trekt de kar voor wat betreft in-vitro diagnostiek. En er is een platform voor integratie van slimme systemen in Freiburg.

In de regio Stuttgart is een cluster opgezet rond productiefaciliteiten. Dit Pronto-platform is belangrijk omdat de technologische infrastructuren van vier instituten met elkaar worden verbonden om nog beter toegang te geven voor het mkb. Bedrijven kunnen zelfs eigen apparatuur aan Pronto koppelen. Het is dus een soort open foundry. Voor het mkb is Pronto zeer belangrijk om bij de ontwikkeling van een nieuw product met lage investeringsdrempels aan de slag te kunnen. Substantiële investeringen zijn pas nodig als het product met succes op de wereldmarkt is geplaatst.

 advertorial 
Daan Meijsen

Ingredients enabling carbon neutrality of warehouse systems

5 oktober 2023 vindt de INCOSE-NL workshop 2023 plaats, met spreker Daan Meijsen van Vanderlande. Tijdens de workshop krijg je inzicht in de verschillende cross-cutting duurzaamheidsperspectieven voor hightech systemen. Bekijk het volledige programma online en registreer nu!

Daarnaast werden in Microtec Südwest verschillende diensten ontwikkeld voor de clusterdeelnemers: instrumenten voor meer efficiënte productontwikkeling, internationalisering, netwerken, opleiding, strategie en clustermanagement. In de laatste fase van clusteropbouw is Microtec Südwest bezig met het taxeren van vooral deze diensten en met een kritische selectie en versterking van de meest duurzame elementen. Het is al duidelijk dat in Microtec Südwest op grote schaal nieuwe partnerschappen zijn ontstaan en innovatieve technologieën zijn ontwikkeld. Deze effecten zullen zonder twijfel verder lopen zonder subsidie, voor zover de effecten van niet willen samenwerken uit de weg zijn geruimd.

Het is dus niet alleen de uitdaging van Microtec Südwest om gedurende het laatste jaar met subsidie managementstructuren en diensten af te slanken maar vooral om voor begrip te zorgen dat competitie naar buiten de regio verschoven moet worden en plaats moet maken voor efficiënte samenwerking binnen de cluster. Na medio 2015 willen de clusterdeelnemers gezamenlijk kunnen roepen: ‘We kunnen alles, zelfs zonder subsidie.’