‘Digitale autonomie Nederland staat onder druk’
De digitale autonomie van Nederland staat onder druk; de cyber-dreigingen nemen toe en we worden steeds afhankelijker van de digitale infrastructuur die in handen is van een aantal grote buitenlandse marktspelers. Dit kan grote gevolgen hebben voor de nationale en economische veiligheid en daarmee het verdienvermogen van Nederland. Dat concludeert de Cyber Security Raad op basis van de studie ‘Nederlandse strategische autonomie en cybersecurity’ die onderzoekers Freddy Dezeure en Paul Timmers in opdracht van de raad hebben uitgevoerd.

De CSR vindt dat de digitale autonomie daarom op het hoogste politieke en ambtelijke niveau moet worden belegd, vanuit een integrale visie op cyberweerbaarheid. Er moet gericht worden geïnnoveerd en cyberweerbaarheid moet door de overheid en het bedrijfsleven vanuit het soevereiniteitsperspectief worden aangepakt, adviseert de raad. Dat gaat verder dan het borgen van de cyberveiligheid van specifieke it-systemen en daarmee gegenereerde data van burgers en bedrijven. Lokke Moerel, lid van de raad namens de wetenschap, constateert dat digitale autonomie bij de EU zeer hoog op de agenda staat: ‘Daar is de urgentie echt doorgedrongen en dat zien we ook in de landen om ons heen. Zo is het bijvoorbeeld in Duitsland echt chefsache. Als we in Europa een gesprekspartner willen zijn, zullen we op nationaal niveau een aantal stappen moeten zetten. Uitgangspunt daarbij dient te zijn: sterk in eigen huis, sterk in Europa, sterk in de rest van de wereld.’
Gerrit van der Burg, lid van de raad namens de publieke sector, vult aan: ‘In Nederland staat dit onderwerp nog onvoldoende op de politieke agenda en wordt cybersecurity tot nog toe vrijwel niet vanuit het bredere perspectief van strategische autonomie aangepakt. Dat moet echt anders en daarom komen we met dit advies.’