‘Diepe recessie in zicht voor industrie’
De inkoopmanagersindex (PMI) van Nevi daalde in mei verder naar 40.5 ten gevolge van de Covid-19-pandemie. Dat is de laagste waarde sinds de financiële crisis in mei 2009. In april maakte het PMI-cijfer de grootste daling ooit. De verdere daling in mei werd veroorzaakt door een scherpe afname van inkoop en ingekochte voorraad. Ook de productie, het aantal nieuwe orders en de werkgelegenheid namen verder af, doch iets minder snel dan in april. ‘De indicatoren wijzen nog altijd op een diepe recessie’, stelt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie van ABN Amro.

De industrie teerde in de maand mei verder op openstaande orders, aldus Swart. De omzet daalde flink en het einde is nog niet in zicht. Ondernemers snijden opnieuw in de kosten. De afname van inkoop en ingekochte voorraad wijst erop dat producenten hun liquiditeitspositie willen versterken. Opnieuw gaven ondervraagde bedrijven aan tijdelijke contracten te hebben beëindigd.
De productie in China komt weer op gang en ook in Europa werden diverse fabrieken weer geopend in mei. Toeleverketens zijn nog steeds sterk ontregeld. De leverproblemen lijden echter niet tot inflatie. Zowel de inkoop- als afzetprijzen daalden in mei sterk. De inkoopprijzen daalden mede door lagere prijzen van olie en grondstoffen. Producenten verlaagden hun verkoopprijzen vanwege de lage vraag naar hun producten.
Ondernemers zijn iets minder pessimistisch dan in de maand april. De afname van orders wijst er echter op dat de bodem nog niet bereikt is. Orderportefeuilles raken leeg, met het risico dat de productie nog verder inzakt. De consumentenvraag is wellicht voorbij het dieptepunt, maar dat is een relatief klein segment van de Nederlandse industrie. Vooral de vraag naar investeringsgoederen is zwak.