Delftse studenten mogen hyperloop in spoortunnel testen
Het hyperloop-studententeam van de TU Delft krijgt de komende jaren beschikking tot een van de vrije treintunnelbuizen in de stad voor praktijkproeven met zijn systeem. Prorail heeft daar als sponsor van het team toestemming voor gegeven, op voorwaarde dat er geen blijvende ingrepen aan de tunnel gedaan worden – het team zal dus geen gaten mogen boren.
Het Delfste team werd in 2015 opgericht om mee te dingen in de competitie van Spacex in Los Angeles. Tijdens de allereerste editie won het team op technisch ontwerp, wat leidde tot spinoff Hardt Hyperloop. Hun opvolgers deden eerder dit jaar mee met de tweede editie van de competitie, waar het puur om snelheid draaide. Door pech bleef het studententeam toen steken op de tweede plek. Halverwege volgend jaar hopen ze het snelheidsrecord van 384 kilometer per uur te verslaan.

De Delftse capsules gebruiken een ontwerp met permanente magneten om boven de baan te zweven. Het team richt zich dit jaar volledig op de launcher, een kleinere pod onder de passagierscapsule die het voertuig op gang moet brengen met een elektromotor, en af moet remmen door de baan vast te grijpen.
Dankzij de overeenkomst met Prorail kunnen ze dat in de praktijk testen. Bij de grootschalige vernieuwing van de spoorbaan in Delft de afgelopen jaren is het spoor onder de grond verdwenen. Als voorbereiding op de toekomst zijn daarbij vier tunnelbuizen aangelegd. Voorlopig worden daar echter maar twee van gebruikt.

De toegang tot de tunnelbuis is onderdeel van een groter sponsorcontract tussen Prorail en de TU Delft. De spoorbeheerder steekt 2,5 miljoen euro in railbouwkundig onderzoek, en verzorgt daarnaast gastcolleges en toegang tot zijn testfaciliteiten.