De echte kansen voor digitalisering binnen de machinebouw
Hoe kunnen machinebouwers de toenemende complexiteit van de klantvraag rijmen met snellere ontwikkeling, productie en levering van het product?
Zo’n vier jaar geleden, in 2015, publiceerde brancheorganisatie FME een whitepaper met de titel ‘Aan de slag met Smart Industry’ waaruit bleek dat er volop kansen liggen voor de Nederlandse maakindustrie op het gebied van digitalisering. Volgens dit rapport heeft Nederland de absolute potentie om tot de wereldtop van Smart Industry-landen te gaan behoren. Ook afgelopen maart verscheen er een artikel op Computable.nl waarin Smart Industry-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming stelt dat Nederland op het gebied van digitalisering vooroploopt en kan fungeren als ‘digitaal testland’ voor onze oosterburen. Een comfortabele positie zou je zeggen, maar toch zijn er ook andere geluiden te horen. Zo blijkt uit een in 2018 door PWC uitgevoerde global digital operations study met de veelzeggende titel ‘Digital champions’ dat Europa onder de voet wordt gelopen door de VS en vooral Azië waar het de digitale transitie betreft. Dus hoe zit het nu echt met de digitale transformatie binnen de Nederlandse maakindustrie in het algemeen, en de machinebouw in het bijzonder?
Om hierop een antwoord te krijgen, voerde onderzoeksbureau Prospex in opdracht van Siemens een benchmarkonderzoek uit waarbij machinebouwers zelf aan het woord kwamen. Want wie heeft er nu een beter beeld van de huidige uitdagingen en kansen dan de bedrijven die zich elke dag inspannen om te kunnen blijven voldoen aan de steeds hoger wordende eisen van klanten?
Uit het benchmarkonderzoek blijkt dat machinebouwers vooral kansen zien in het leveren van meer maatwerk (64 procent) en een kortere time-to-market (47 procent). Deze twee zaken zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en de vraag die dus allereerst beantwoord moet worden, is: hoe kunnen machinebouwers de toenemende complexiteit van de klantvraag rijmen met snellere ontwikkeling, productie en levering van het product? In mijn ogen schuilt de oplossing in de digitalisering van het ontwikkelproces. Dit vergt echter een duidelijke visie en de wil om deze transitie op directieniveau te dragen. Een lastige opgave wanneer je bedenkt dat slechts 17 procent van alle machinebouwers de digitale transformatie als top-3-prioriteit op de agenda heeft staan.
De belangrijkste winst die je kunt behalen bij de digitalisering van processen is de mogelijkheid om diverse elementen in het ontwikkelproces parallel te laten verlopen en niet sequentieel, zoals in de traditionele opzet het geval is. Met name het virtueel testen van machines biedt enorme voordelen. Zo hoeven de kosten en tijd die gepaard gaan met het ontwikkelen, bouwen, in bedrijf nemen en aanpassen van prototypes niet gemaakt te worden. Virtual commissioning, zoals deze techniek wordt genoemd, verkort de totale time-to-market aanzienlijk en heeft als bijkomend voordeel dat de kans op fouten sterk afneemt, zowel in de conceptfase als tijdens de inbedrijfstelling. Machinebouwer Kaak heeft na de implementatie van een virtual commissioning-oplossing de time-to-market met 40 tot 60 procent verlaagd en is in staat om sneller te voldoen aan complexe klantwensen. Ook andere machinebouwers zoals Bandall, Festo en Tronrud Engineering maken gebruik van deze techniek.
Dit soort resultaten draagt natuurlijk sterk bij aan de concurrentiepositie van Nederlandse machinebouwers. Het is dan ook mijn persoonlijke doel om op basis van dit soort concrete voorbeelden digitalisering hoger op de agenda te krijgen. Zoals gezegd, de potentie is er, nu nog de middelen en visie die nodig zijn om dit potentieel te ontsluiten en de achterstand op de VS en Azië in te lopen.