Coronacrisis laat Duitse machinebouwers bloeden
De coronapandemie heeft ernstige sporen nagelaten in de Duitse machinebouwindustrie. In het tweede kwartaal daalde de export van machines uit Duitsland met 22,9 procent op jaarbasis, terwijl de export in de eerste helft van het jaar 14,1 procent daalde. Dat heeft branchevereniging VDMA becijferd. De export naar Nederland daalde met 14 procent naar 3,38 miljard euro, terwijl de import vanuit Nederland kelderde met 20 procent tot 1,35 miljard.
De export van machines uit Duitsland werd in het tweede kwartaal hard getroffen door de coronapandemie. Tussen april en juni daalde de export met 22,9 procent op jaarbasis tot 35,2 miljard euro. In het eerste kwartaal was de export nog 5 procent lager dan in het voorgaande jaar, en over de eerste zes maanden was er een cumulatieve daling van de export met 14,1 procent. April en mei bleken bijzonder zwakke maanden te zijn – door de vergaande maatregelen om de coronapandemie tegen te gaan. In beide maanden bleef de export ongeveer 28 procent achter bij vorig jaar. In juni daalden ze minder drastisch als gevolg van het intrekken van reis- en transportbeperkingen, hoewel ze jaar op jaar nog steeds met 12 procent daalden.
‘Bedrijven hebben onlangs een zucht van verlichting kunnen slak, maar het zal nog steeds een hobbelige weg zijn om terug te keren naar het oude niveau. Voordat de exportactiviteiten weer normaliseren, moeten veel van de afnemende landen in de machinebouw eerst de gevolgen van de pandemie onder controle krijgen en meer vertrouwen ontwikkelen voor nieuwe investeringen’, zegt VDMA-hoofdeconoom Ralph Wiechers.
Overigens is de krimp door de coronacrisis vergelijkbaar dat de teruggang tijdens de financiële en economische crisis van 2008/2009. ‘In de eerste zes maanden van 2009 daalde de export van machines uit Duitsland met bijna 23 procent’, legt Wiechers uit.